49 Thema 7, week 3, les 9 en flitsen les 9 woorden die eindigen op -teit

-teit
1 / 22
volgende
Slide 1: Woordweb
SpellingBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

-teit

Slide 1 - Woordweb

Slide 2 - Tekstslide

majesteit                      kindertijd
Hoor je -tijt en wordt de tijd van de klok bedoeld?

- Ja? Schrijf dan -tijd.


- Nee? Schrijf dan -teit.  

Slide 3 - Tekstslide

In de krant staat de actuali.......

Je hoort -tijt aan het eind. 
Hier wordt niet de tijd van de klok bedoeld.
Je schrijft -teit.
De ..........

Slide 4 - Tekstslide

bed....
elektrici....
school....
criminali....
woorden met -tijd
woorden met -teit
brutali....
etens....
calami....
kwali....

Slide 5 - Sleepvraag

Welk woord is niet goed geschreven?
A
schooltijd
B
bedteit
C
kwantiteit
D
kwaliteit

Slide 6 - Quizvraag

Welk woord is niet goed geschreven?
A
zomertijd
B
diversiteit
C
abnormaliteit
D
etensteit

Slide 7 - Quizvraag

Welk woord is niet goed geschreven?
A
lokaliteit
B
sportiviteit
C
criminalitijd
D
elektriciteit

Slide 8 - Quizvraag

Welk woord is niet goed geschreven?
A
anonimiteit
B
creativiteit
C
winterteit
D
populariteit

Slide 9 - Quizvraag

mentali....
A
teit
B
tijd

Slide 10 - Quizvraag

reali....
A
teit
B
tijd

Slide 11 - Quizvraag

maal....
A
teit
B
tijd

Slide 12 - Quizvraag

lesdoel 2

Ik kan woorden die eindigen op -heid correct
schrijven.

Slide 13 - Tekstslide


Slide 14 - Open vraag


Slide 15 - Open vraag


Slide 16 - Open vraag

Als je met meer bent dan de anderen, dan ben je in de ....

Slide 17 - Open vraag

Als je niet liegt, dan vertel je de ....

Slide 18 - Open vraag

Als je te hard rijdt, dan rijd je met te hoge ...

Slide 19 - Open vraag

Oversteken bij het zebrapad is voor je eigen ...

Slide 20 - Open vraag

Als je vrij bent, geniet je van je ...

Slide 21 - Open vraag

SPELLING
thema 7 - week 3
Les 9
Flitsen bij les 9

Klaar: 20 x plussen

Slide 22 - Tekstslide