Grammar: adjectives and adverbs


Bijvoeglijke naamwoorden & Bijwoorden
(Adjectives & Adverbs)


1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Bijvoeglijke naamwoorden & Bijwoorden
(Adjectives & Adverbs)


Slide 1 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een
zelfstandig naamwoord.

Zelfstandig naamwoorden zijn mensen, dieren, dingen
en je kunt er vaak de, het of een voor zetten.

Slide 2 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord (adjective)
Het mooie meisje
Een makkelijk vak
De fantastische show
De groene auto
-> The beautiful girl
-> An easy subject
-> The fantastic show
-> The green car

Slide 3 - Tekstslide

Bijwoord (adverb)
Een bijwoord zegt iets over een werkwoord (de manier waarop iets gebeurt, actie in de zin).

Een werkwoord is iets wat je kunt doen: doe woord.
fietsen - schrijven
praten - kijken
koken - slapen

Slide 4 - Tekstslide

Bijwoord (adverb)
Madonna sings beautifully.
("beautifully" zegt iets over de manier van zingen.)

The dog ate slowly.
("slowly" zegt iets over de manier van eten)

We walk quickly.
("quickly" zegt iets over de manier van lopen)



Slide 5 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
beautiful
careful
nice
slow
quick

-> beautifully
-> carefully
-> nicely
-> slowly
-> quickly

Slide 6 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
Bijwoorden die eindigen op
-le wordt -ly



terrible
horrible
incredible
-> terribly
-> horribly
-> incredibly

Slide 7 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
Bijwoorden die eindigen op:
medeklinker + -y wordt  -ily


easy
happy
angry
-> easily
-> happily
-> angrily

Slide 8 - Tekstslide

De meeste bijwoorden worden gevormd door -ly toe te voegen aan het bijvoeglijke naamwoord.
Bijwoorden die eindigen op:
-ic wordt -ally

fantastic
classic
ironic
-> fantastically
-> classically
-> ironically

Slide 9 - Tekstslide

Wat is juist?
She is a ..... girl.
A
beautiful
B
beautifully

Slide 10 - Quizvraag

Wat is juist?
She sings .....
A
beautiful
B
beautifully

Slide 11 - Quizvraag

Wat is juist?
I can ..... find an exit.
A
easy
B
easily

Slide 12 - Quizvraag

Wat is juist?
This is an ..... exercise.
A
easy
B
easily

Slide 13 - Quizvraag

Wat is juist?
Let's have a ..... lunch.
A
quick
B
quickly

Slide 14 - Quizvraag

Wat is juist?
Some people like to eat very .....
A
quick
B
quickly

Slide 15 - Quizvraag

Wat is juist?
The rockband played the song .....
A
slow
B
slowly

Slide 16 - Quizvraag

Wat is juist?
The lead singer is .....
A
slow
B
slowly

Slide 17 - Quizvraag

Wat is juist?
'The haunting of Hill House' is a ..... series.
A
scary
B
scarily

Slide 18 - Quizvraag

Wat is juist?
The effects of war are .....
A
horrible
B
horribly

Slide 19 - Quizvraag

Wat is juist?
Something went ..... wrong.
A
horrible
B
horribly

Slide 20 - Quizvraag

Wat is juist?
The thieves were ..... walking around.
A
nervous
B
nervously

Slide 21 - Quizvraag

Wat is juist?
He is always .....
A
nervous
B
nervously

Slide 22 - Quizvraag

Wat is juist?
The football player made a ..... movement.
A
sudden
B
suddenly

Slide 23 - Quizvraag

Wat is juist?
Mr Trump ..... fell in the grass.
A
sudden
B
suddenly

Slide 24 - Quizvraag

Wat is juist?
She thought the boy was very .....
A
nice
B
nicely

Slide 25 - Quizvraag

Wat is juist?
He spoke ..... to her parents.
A
nice
B
nicely

Slide 26 - Quizvraag

Wat is juist?
I hope you all made the exercise very .....
A
good
B
well

Slide 27 - Quizvraag

Ik weet het verschil tussen een bijvoegelijk naamwoord en het bijwoord en kan deze toepassen.
A
ja
B
nee
C
een beetje
D
met hulp

Slide 28 - Quizvraag

Om me te verbeteren heb ik nodig:
A
oefeningen maken
B
nogmaals de uitleg
C
zelf leren
D
iets anders

Slide 29 - Quizvraag