Interpreteren - kies een van de volgende vragen:
- Welke relatie is er tussen het verhaal en de werkelijkheid?
- Wat is het werkelijke doel van de hoofdpersoon?
- Wat is de hoofdgedachte/het thema van het verhaal?
- Zijn er zaken die vaak terugkomen in het verhaal? En zo ja, geef daarvan dan een voorbeeld.