werkwoordspelling

Spelling
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Werkwoord tegenwoordige tijd
Werkwoord verleden tijd
Voltooid deelwoord
fietste
gefietst
fietst
draai
draaide
gedraaid
verbreed
zocht
zoek op

Slide 3 - Sleepvraag

Sterke werkwoorden
Zwakke werkwoorden
Lopen
Eten
Gamen
Kijken
Voetballen
Bakken

Slide 4 - Sleepvraag

Korte meerkeuzequiz

Slide 5 - Tekstslide

werkwoordspelling
A
hij bediend
B
hij bedient

Slide 6 - Quizvraag

Hij (branden) zich aan het vuur.
A
brant
B
brand
C
brandt
D
brande

Slide 7 - Quizvraag

1. Dat huis vind.. ik mooi.
A
vindt
B
vind
C
vint

Slide 8 - Quizvraag

3. Verbind….. jij die wond zelf?
A
verbind
B
verbindt
C
verbindt

Slide 9 - Quizvraag

4. Hij verbeel… zich van alles.
A
verbeeld
B
verbeeldt
C
verbeelt

Slide 10 - Quizvraag

5. Wor.. je buurman snel boos?
A
Wordt
B
word

Slide 11 - Quizvraag

6. Dat boek wemel… van de fouten (wemelen)
A
wemeldt
B
wemeld
C
wemelt

Slide 12 - Quizvraag

Het gebeur... regelmatig dat men fouten maakt in werkwoordspelling.
A
gebeurd
B
gebeurt
C
gebeurdt
D
gebeurdde

Slide 13 - Quizvraag

Vin.. jij werkwoordspelling moeilijk om te leren?
A
Vindt
B
Vind
C
Vint
D
Vintd

Slide 14 - Quizvraag

Of.. smurfen!

Hoor ik een -t, dan schrijf ik een -t!
Zit er al een -d in het hele werkwoord? Dan krijg je -dt.

Slide 15 - Tekstslide

Wanneer nou 't ex kofschip?
Bij de verleden tijd, zwakke werkwoorden.
Bij het voltooid deelwoord.
' e x   k o f s c h i p

Slide 16 - Tekstslide