H1 Wat is criminaliteit? + H2 Ons beeld van criminaliteit 2223

Criminaliteit 
Hoofdstuk 1
Wat is criminaliteit? 
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

Criminaliteit 
Hoofdstuk 1
Wat is criminaliteit? 

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
-Je kan uitleggen wat criminaliteit is.
-Je kan beschrijven wat crimineel gedrag is en wanneer iemand een crimineel is.
-Je kan uitleggen waarom criminaliteit tijd- en plaatsgebonden is.
-Je kan het verschil tussen een overtreding en een misdrijf uitleggen.
-Je kan het verschil tussen zware criminaliteit en veelvoorkomende criminaliteit uitleggen.
   

Slide 2 - Tekstslide

Wat is crimineel gedrag?

Normen (een regel over hoe je je moet gedragen) en Waarden (hoe jij vindt dat je je hoort te gedragen)  

In de samenleving gelden wetten en regels die bepalen hoe we elkaar dienen te gedragen. Er is onderscheid tussen verschillende regels: 

  • Wetten of rechtsregels zijn geschreven regels
  • Fatsoensnormen zijn ongeschreven regels

Rechtsregels zijn in de wet opgenomen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is criminaliteit? 

Regels hebben altijd te maken met waarden en normen:  

Waarde = een principe of uitgangspunt dat iemand belangrijk vindt.

Norm = afspraken of regels hoe mensen zich moeten gedragen.


  • Criminaliteit is het geheel van gedragingen dat door de wet strafbaar is gesteld. Overtreed je deze wet(ten) dan begaat iemand een strafbaar feit of delict. 
  • De meeste strafbare feiten staan beschreven in het Wetboek van Strafrecht.  bv: moord, verkrachting, inbraak,  mishandeling, oplichting

Slide 4 - Tekstslide

Meerdere wetboeken
In het wetboek van strafrecht staan strafbare feiten omschreven zoals mishandeling, moord, fraude, diefstal etc. 

Er zijn ook andere wetboeken voor andere misdrijven zoals 
  • Wegenverkeerswet 
  • Opiumwet (drugs) 
  • Wet wapens en munitie 

Slide 5 - Tekstslide

Welke misdrijf hoort bij welk wetboek?

Opiumwet

Wegen-
verkeerswet
Wet van wapens 
en munitie

Wetboek van strafrecht

XTC verkopen aan je beste vriend
Dronken terugrijden naar huis
Een zakje snoep stelen
Een flesje pepperspray meenemen

Slide 6 - Sleepvraag

Niet iedere vorm van criminaliteit is even erg.
We maken onderscheid
Je kan het verschil tussen een overtreding en een misdrijf uitleggen.

Slide 7 - Tekstslide

Twee soorten criminaliteit

Zware criminaliteit
  • moord, inbraak, verkrachting, overvallen, heling, verkoop van hard-drugs (ook: georganiseerde misdaad)

Veelvoorkomende criminaliteit
  • winkeldiefstal, voetbalvandalisme, zinloos geweld, graffiti, zwartrijden  (meestal: vooral hinderlijk)

Slide 8 - Tekstslide

  • Godslastering was  vroeger verboden
  • Sinds 2000 is prostitutie niet meer verboden
  • Overspel is niet meer strafbaar
  • Hacken van computers of cybercriminaliteit is nu strafbaar
  • Vroeger stonden er gevangenisstraffen op homoseksualiteit

Je kan uitleggen waarom criminaliteit tijd- en plaatsgebonden is.
Criminaliteit is tijdgebonden

Slide 9 - Tekstslide

0

Slide 10 - Video

  • In Nederland is abortus en euthanasie toegestaan. 
  • (Vuur)wapens zijn in Nederland verboden. In de VS niet
  • Nederland kent geen doodstraf maar in Iran staat de doodstraf op homoseksualiteit
  • In Saudi Arabië is autorijden voor vrouwen verboden
Je kan uitleggen waarom criminaliteit tijd- en plaatsgebonden is.
Rechtsregels zijn plaatsgebonden

Slide 11 - Tekstslide

Jongeren en criminaliteit

  • Met name jongeren (en dan vooral jongens)  tussen 16-23 jaar plegen veelvoorkomende criminaliteit (diefstal, vandalisme)

  • Tot 18 jaar (bij veelvoorkomende criminaliteit) een lichte taakstraf (HALT= Het Alternatief

  • 5% van de jongeren pleegt vaker iets strafbaars (recidive), meestal steeds zwaardere misdrijven.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Voor een misdrijf word je zwaarder gestraft dan voor een overtreding. De verschillen:
  • Overtreding lagere maximunstraffen
  • Voor overtreding max 1 jaar in Huis van Bewaring = hechtenis
  • Misdrijf zijn zwaardere vrijheidsstraffen
  • Levenslang kan je krijgen (na 25 jaar krijgt de persoon een herbeoordeling) 
  • Misdrijf krijg je een strafblad
  • Bij misdrijven ook poging tot en medeplichtigheid strafbaar 

Slide 14 - Tekstslide

Criminaliteit 
Hoofdstuk 2
Ons beeld van criminaliteit 

Slide 15 - Tekstslide

Maken 
Begrippenlijst en samenvatting H1 op blz 14 en 15

Slide 16 - Tekstslide

Criminaliteit
Les 1: H1 Wat is criminaliteit?  
Les 2: H2 Ons beeld van criminaliteit


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video


Criminaliteit is een maatschappelijk probleem

Slide 19 - Tekstslide

Waarom?


1. Veel mensen hebben er last van 
(niet-materieel /materieel)
>het bedreigt de maatschappelijke normen en waarden >
* Politie doet weinig aan fietsendiefstal  > mensen pikken een andere fiets "terug" .Schadelijk voor de maatschappelijke orde

2. Veel verschillende meningen en belangen bij de oplossing van het probleem. 


Slide 20 - Tekstslide

Waarom?

3.  De media berichten veelvuldig over het probleem en beïnvloeden zo de publieke opinie

4.  Het is een politiek probleem en behoeft gezamenlijke oplossing. Criminaliteit staat altijd op de politieke agenda. Er moeten wetten en regels gemaakt worden en oplossingen bedacht worden


Slide 21 - Tekstslide

Materiële gevolgen
  • Kosten die je maakt als je zelf slachtoffer bent (ziekenhuisopname, nieuw slot op de deur laten zetten)
  • Hogere prijzen voor producten of diensten
(verzekeringskosten, duurdere producten )

  • De kosten voor de bestrijding van criminaliteit
(salaris van politieagenten, bewaking van je bedrijf, kosten voor camera's, sloten enz)
Je kan een voorbeeld noemen van materiële schade en een voorbeeld van niet-materiële schade noemen.

Slide 22 - Tekstslide

Immateriële gevolgen
  • Gevoelens van angst en onzekerheid (niet meer over straat durven, altijd bang)
  • Criminaliteit tast je rechtsgevoel aan (morele verontwaardiging: boosheid/ oneerlijk)
  • Normvervaging - verdwijning van het besef dat regels nageleefd moeten worden
  • Criminaliteit is een bedreiging voor de rechtsstaat; gevaar voor eigenrichting
mensen vinden de regels steeds minder belangrijk
mensen gaan voor eigen rechter spelen
Je kan een voorbeeld noemen van materiële schade en een voorbeeld van niet-materiële schade noemen.

Slide 23 - Tekstslide

De rol van de media
  • De media hebben invloed op hoe wij over criminaliteit denken:
  • De media berichten veel over criminaliteit omdat mensen het graag lezen/horen. Dit wordt vaak op een sensationele manier gedaan (zodat de media meer kijkers/lezers krijgen)
  • Door de media kunnen er stereotypen ontstaan. 
  • De media hebben dus een grote invloed op de beeldvorming en daarmee ook op de publieke opinie
De manier waarop een beeld over een persoon, een groep mensen of een organisatie ontstaat in de media. Dit beeld hoeft niet de werkelijkheid te zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Hoe wordt criminaliteit gemeten? 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

Criminaliteit is een tijd- en plaatsgebonden begrip. Welk van de onderstaande voorbeelden is een voorbeeld van criminaliteit als plaatsgebonden begrip?
A
In grote steden vindt meer criminaliteit plaats dan in dorpen.
B
In Nederland worden jaarlijks meer fietsen gestolen dan in Noorwegen.
C
In veel landen is abortus verboden, in Nederland niet.
D
Vroeger was prostitutie in Nederland verboden, nu niet meer.

Slide 32 - Quizvraag

Er bestaan verschillende manieren om de aard en omvang van criminaliteit te meten.

Welk soort statistiek of onderzoek zal het beste beeld geven van de omvang van internetfraude?
A
dader-enquêtes
B
politiestatistieken
C
rechtbankstatistieken
D
slachtofferenquêtes

Slide 33 - Quizvraag

Door criminaliteit gaan de verzekeringspremies omhoog.
Dus het heeft:
A
immateriële gevolgen
B
Materiële gevolgen

Slide 34 - Quizvraag

Een juwelier wordt overvallen wat zijn de materiele gevolgen?
A
nachtmerries
B
nieuwe beveiligingscamera's ophangen
C
nieuwe sieraden bestellen
D
medewerkers durven niet meer te werken

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Link

Aan de slag! 
Maken begrippen en samenvatting H1 & H2 op blz 24 en 25
timer
15:00

Slide 37 - Tekstslide