Quiz Elektriciteit
1 / 18
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Piet sluit een lampje met schakelaar aan op een spanningsbron. Hij doet het lampje 5 seconden aan en daarna weer uit. Er heeft zich dan 1,5 Coulomb aan lading verplaatst.
Wat was de stroomsterkte door het lampje?
Wat was de stroomsterkte door het lampje?
A
7,5 Ampère
B
3,3 Ampère
C
0,3 Ampère
D
1,5 Ampère
Slide 10 - Quizvraag
Piet sluit een lampje met schakelaar aan op een spanningsbron. Hij doet het lampje 5 seconden aan en daarna weer uit. Er heeft zich dan 1,5 Coulomb aan lading verplaatst.
Hierbij is 12 Joule aan elektrische energie afgegeven.
Hoe groot is de spanning die de spanningsbron levert?
Hierbij is 12 Joule aan elektrische energie afgegeven.
Hoe groot is de spanning die de spanningsbron levert?
A
8 Joule
B
8 Volt
C
18 Volt
D
12 Volt
Slide 11 - Quizvraag
Plaats onderstaande regels naast de juiste schakeling.
Utot = U1 + U2 + U3
Utot = U1 = U2 =U3
Itot = I1 + I2 + I3
Itot = I1 = I2 = I3
Rtot = R1 + R2 + R3
1/Rtot = 1/R1 + 1/R2 + 1/R3
Slide 12 - Sleepvraag
3. Bert en Ernie bekijken een kabel die bestaat uit koperdraden. Ernie zegt: de weerstand van de kabel is kleiner dan de weerstand van elke afzonderlijke draad. Bert zegt: de weerstand van de kabel is de som van de weerstanden van de draden.
Wie heeft gelijk?
Wie heeft gelijk?
A
Ernie
B
Bert
C
Allebei
D
Geen van beiden
Slide 13 - Quizvraag
Zie de schakeling hiernaast. Wat is de spanning over weerstand R2?
A
12 Volt
B
6 Volt
C
4 Volt
D
8 Volt
Slide 14 - Quizvraag
Hiernaast zie je drie elektriciteitsdraden.
A is gemaakt van wolfraam, B en C zijn gemaakt van koper.
B is twee keer zo lang als A en C.
A en B zijn even dik.
Zet de draden hieronde in volgorde van oplopende weerstand (kleinste weerstand links).
A
B
C
Slide 15 - Sleepvraag
Wat is de totale weerstand in de schakeling hiernaast?
A
30 Ohm
B
120 Ohm
C
60 Ohm
D
27 Ohm
Slide 16 - Quizvraag
In de schakeling hiernaast branden twee identieke lampjes. Eén van de twee gaat kapot. Het andere lampje...
A
gaat feller branden
B
gaat minder fel branden
C
blijft even fel branden
D
gaat uit
