In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
8.3 Democratisering
Slide 1 - Tekstslide
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland.
hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië
hoe de democratie zich ontwikkelde in Duitsland
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Noteer de nummers van de volgende zes feiten in volgorde van vroeger naar later: 1 alle mannen krijgen kiesrecht 2 het mannenkiesrecht wordt voor het eerst uitgebreid. 3 In de Nederlandse constitutionele monarchie heeft de koning veel macht. 4 In de Nederlandse constitutionele monarchie heeft de Staten-Generaal de hoogste macht. 5 Mannen die voldoende belasting betalen, gaan meedoen aan de verkiezingen. 6 Nederland heeft algemeen kiesrecht en is een parlementaire democratie.
Slide 7 - Open vraag
Lees bron 14 en 15 blz. 89 WB Ontleen aan de bronnen de standpunten van Thorbecke en Kuyper over censuskiesrecht.
Slide 8 - Open vraag
De politieke partij die Kuyper in 1879 oprichtte, noemde hij de Antirevolutionaire partij om duidelijk te maken dat hij de ideeën van de Franse Revolutie verwierp. Leg met bronelementen uit of bron 15 past bij dat standpunt.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Beschrijf twee belangrijke ontwikkelingen die in de Britse politieke geschiedenis vanaf de middeleeuwen plaatsvonden. ( zie bron 12, blz. 88)
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
De koning van Pruisen deed in 1848 een aantal beloften. - Geef aan waarom hij dat deed. - Noem twee van die beloften - Leg uit of die beloften werden nagekomen.
Slide 13 - Open vraag
Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je uitleggen:
hoe de democratie zich ontwikkelde in Nederland.
hoe de democratie zich ontwikkelde in Groot-Brittannië