H5 oefen Nieuwe Tijd

Er verandert veel in de Nieuwe tijd in economisch opzicht. Wat klopt niet?
A
van landbouw als belangrijkste middel van bestaan naar handel als belangrijkste middel van bestaan
B
van handel in Europa en Midden-Oosten naar wereldeconomie
C
Mensen willen graag hun geld uitgeven aan mooie dingen
D
naast de kerk en vorsten geven ook burgers opdrachten aan kunstenaars
1 / 44
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwo

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Er verandert veel in de Nieuwe tijd in economisch opzicht. Wat klopt niet?
A
van landbouw als belangrijkste middel van bestaan naar handel als belangrijkste middel van bestaan
B
van handel in Europa en Midden-Oosten naar wereldeconomie
C
Mensen willen graag hun geld uitgeven aan mooie dingen
D
naast de kerk en vorsten geven ook burgers opdrachten aan kunstenaars

Slide 1 - Quizvraag

Ook in religieus opzicht verandert er veel. Wat klopt niet?
A
Tijdens de Middeleeuwen was in West-Europa alleen de katholieke kerk
B
In de Nieuwe Tijd was iedereen protestant
C
De hervorming leidde tot calvinistische en Lutherse stromingen
D
Er kwam ook een Anglicaanse kerk

Slide 2 - Quizvraag

Wat is fout:
De Nieuwe Tijd in politiek opzicht:
A
De leenmannen krijgen meer macht
B
De vorsten krijgen meer macht
C
Rijke burgers krijgen meer macht
D
De paus krijgt minder invloed

Slide 3 - Quizvraag

Wat wordt bedoeld met het woord Renaissance?
A
De Tijd van de Klassieke oudheid
B
De Tijd van Romeinen en Grieken
C
wedergeboorte
D
De cultuur van de klassieke oudheid wordt weer populair

Slide 4 - Quizvraag

Wat is fout?
de relatie tussen humanisme en renaissance?
A
Het humanisme gaat uit van het menselijk verstand, dus ook kennis uit de oudheid is belangrijk
B
humanisme gaat ervan uit dat de mens zelf nadenkt.
C
door bestudering van oorspronkelijke bronnen, worden de klassieken herontdekt
D
doordat het humanisme uitgaat van de mens, wordt de mens egoïstisch

Slide 5 - Quizvraag

Welke gevolg had dat humanisme voor het geloof?
A
In de bijbel staan weinig gebruiken van de kerk. Er komt dus kritiek.
B
De bijbel mag niet langer in het Latijn, maar moet in de volkstaal te lezen zijn.
C
Mensen geloven niet meer wat in de bijbel staat
D
De paus wil veranderingen aanbrengen in de kerkelijke rituelen.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is fout?
Welk gevolg had de renaissance voor de wetenschap?
A
kunstenaars willen hun kwaliteiten zo breed mogelijk ontwikkelen (homo universale)
B
Oude kennis wordt ontdekt en uitgebreid.
C
De ontdekkingsreizen beginnen, men voelt zich verplicht om oude kennis ( aarde is rond) te bewijzen.
D
wetenschappers gaan waarnemen, experimenteren en conclusies trekken.

Slide 7 - Quizvraag

Wie was een bekende humanist?
A
Bartholomeus Diaz
B
Vasco da Gama
C
Erasmus
D
Calvijn

Slide 8 - Quizvraag

Wat deed Erasmus in zijn boek: "Lof der Zotheid"?
A
Hij maakte vorsten, monniken, paus belachelijk
B
daarin liet hij zien dat de bijbel niet goed vertaald was
C
Hij riep op tot de hervorming
D
Hij zei daarin dat iedereen humanist moest worden.

Slide 9 - Quizvraag

kenmerken van de renaissance kunst
A
zuilen, symmetrie kwamen in gebouwen
B
de gebouwen waren allemaal hoog en breed
C
op elk gebouw kwam een standbeeld van een Romeinse god
D
Het werd alleen gebruikt voor gebouwen van de overheid

Slide 10 - Quizvraag

kenmerken Renaissancekunst
Wat is fout?
A
Godsdienstige onderwerpen worden niet meer geschilderd
B
men kopieert Grieks-Romeinse kunst
C
Er is aandacht voor anatomie
D
Er is aandacht voor perspectief

Slide 11 - Quizvraag

Wie vonden de renaissancekunst aantrekkelijk en waarom?
Wat is fout?
A
rijke burgers: zij konden door het geven van opdrachten laten zien hoe rijk zij waren
B
vorsten: Zij konden zich losmaken van de invloed van de kerk en via de nieuwe kunst hun macht tonen
C
geleerden: zij konden nu ook andere zaken bestuderen dan alleen geloofszaken
D
kunstenaars mochten nu eindelijk naakte mensen schilderen.

Slide 12 - Quizvraag

Welke landen gingen het eerst op ontdekkingsreis
A
Duitsland en Engeland
B
Italië en Spanje
C
Portugal en Italië
D
Spanje en Portugal

Slide 13 - Quizvraag

Wat was geen reden om op ontdekkingsreis te gaan?
A
goud en zilver
B
handel in specerijen
C
andere volken ontdekken
D
kerstenen

Slide 14 - Quizvraag

Welke ontdekkingsreiziger ontdekte "per ongeluk" een ander continent?
A
Bartholomeus Diaz
B
Columbus
C
Vasco da Gama
D
Magelhaen

Slide 15 - Quizvraag

Welk verandering had dat voor de Indianen? Wat klopt niet?
A
Ze werden gebruikt als slaven
B
ze kregen te maken met paarden en Europese ziekten
C
Ze moesten het christelijk geloof overnemen
D
Ze kregen te nu maken met tabak en Spaanse pepers.

Slide 16 - Quizvraag

Welk gevolg had dat niet voor West-Europa?
A
We kregen een enorme toevoer van zilver, waardoor het geld minder waard werd
B
we leerden producten kennen als aardappelen, mais en tabak.
C
We kregen te maken met allerlei vreemde ziektes
D
Veel mensen vertrokken naar Amerika, om daar een nieuw bestaan op te bouwen

Slide 17 - Quizvraag

De macht van de koning.
Wat klopt niet?
A
werd overal groter
B
werd absoluut in Frankrijk
C
verdween in Nederland
D
werd kleiner in Engeland

Slide 18 - Quizvraag

Wat vond Luther? Wat klopt niet?
A
de aflaten moesten weg
B
de paus moest weg
C
de koning moest weg
D
het celibaat moest worden afgeschaft

Slide 19 - Quizvraag

Wat vond Luther ? Wat klopt niet?
A
De bijbel was de enige bron
B
heiligenbeelden moesten weg uit de kerk
C
de bijbel moest vertaald worden in het Duits
D
biechten was een goede manier om in de hemel te komen

Slide 20 - Quizvraag

Calvijn en Luther waren het eens over
A
de organisatie van de kerk
B
predestinatie
C
de bijbel als enige bron
D
de macht van de koning

Slide 21 - Quizvraag

de hervorming had veel aanhang:
Wat klopt niet?
A
omdat zij vonden dat de kerk eenvoudig moest zijn.
B
grond van kloosters gebruikt werd voor edelen, maar ook om armen te helpen.
C
mensen vonden dat de geestelijken en de paus in het bijzonder niet "bijbels" leefden.
D
omdat zij de regels van de katholieke kerk te streng vonden.

Slide 22 - Quizvraag

Wanneer spreken we van de Nieuwe Tijd?
A
van 1000 tot 1500
B
van 1500 tot nu
C
van 1500 tot 1850
D
van 1600 tot 1800

Slide 23 - Quizvraag

Welk woord hoort NIET bij de Renaissance?
A
Contrareformatie
B
Nieuwsgierigheid
C
Carpe Diem
D
Humanist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een ketter en een humanist?

Slide 25 - Open vraag

Welk woord hoort niet in het rijtje thuis?
A
mensbeeld
B
humanist
C
hervormer
D
conquistadores

Slide 26 - Quizvraag

Welk woord hoort NIET bij Hernan Cortes?
A
ontdekkingsreiziger
B
plantage
C
handelspost
D
conquistadores

Slide 27 - Quizvraag

Waarom begon de Renaissance in Italië?

Slide 28 - Open vraag

Lees het onderstaande stukje. Was de schrijver een voor of tegenstander van de Renaissance?
bron 1
Talloze gebouwen die eerder zijn gebouwd, verpesten de wereld. Ze zien er ingewikkeld uit en lijken eerder van papier dan van steen. Overal zien we uitsteeksels en hoeken.[...] Ze hebben de spitsboog ingevoerd en heel Italie knoeiwerk afgeleverd. 

Slide 29 - Open vraag

wat is GEEN kenmerk van Renaissance kunst?
A
dieptewerking / perspectief
B
geen godsdienst meer in de kunst
C
ondertekenen van de kunst
D
anatomisch correct

Slide 30 - Quizvraag

Waarom kon de nieuwe kunst opkomen in de rijke handelssteden?

Slide 31 - Open vraag

Wie was geen ontdekkingsreiziger in de Nieuwe Tijd?
A
Michelangelo
B
Pizarro
C
Columbus
D
Magelhaes

Slide 32 - Quizvraag

Wat was GEEN reden om op ontdekkingsreis te gaan?
A
goedkopere manier vinden om specerijen uit Indië te halen
B
Bestrijden van Islam en verspreiden van Christendom
C
het vermoedelijke Goud en Zilver in Indie
D
het in kaart brengen van de wereld

Slide 33 - Quizvraag

Noem twee redenen waarom de ontdekkingsreizen pas plaats konden vinden na de Renaissance

Slide 34 - Open vraag

Over wie gaat het plaatje hiernaast?

Slide 35 - Open vraag

Lees de bron. Waarom kun je Erasmus een kerkhervormer noemen?
bron
"Sinds lange tijd proberen pausen en bisschoppen net zo te leven als vorsten. Hun sneeuwwitte kleed moet wijzen op een keurig gedrag. Maar ondertussen hebben ze een lekker leventje, terwijl ze zichzelf vetmesten. Misschien had hun kleed een andere kleur moeten hebben" 

Slide 36 - Open vraag

Wat hebben de katholieken en protestanten gemeen?
A
geloof in heiligen
B
de overtuiging dat de kerk weet hoe het moet.
C
geloof dat Christus de zoon van God is
D
de overtuiging dat je de Bijbel als leidraad voor het geloof moet volgen

Slide 37 - Quizvraag

Naar welk geloof verwijst de afbeelding?
A
protestants
B
Islamitisch
C
ketters
D
katholiek

Slide 38 - Quizvraag

Tijdens het huwelijk van Willem-Alexander en Maxima waren er een katholieke en een protestantse priester die samen de mis leidde. Ze lazen allebei voor. Waarom kan dat?

Slide 39 - Open vraag

In een katholieke dienst staat de priester en diens preek centraal. Bij de protestanten het lezen uit de Bijbel. Hoe kun je dat verschil verklaren?

Slide 40 - Open vraag

Wat is GEEN gevolg van de Bijbel centraal zetten?
A
alle heiligenverering afschaffen
B
de afkeer van de aflaat
C
afkeer van de rijkdom van de kerk
D
priesters wel mogen trouwen

Slide 41 - Quizvraag

Wat is GEEN gevolg van de reformatie?
A
Dat vorsten een grotere rol in het geloof gingen spelen
B
dat er een contrareformatie kwam
C
dat er een inquisitie kwam
D
Dat er hagenpreken werden gehouden

Slide 42 - Quizvraag

Welk land is NIET protestants geworden?
A
De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden
B
Italie
C
Duitsland
D
Engeland

Slide 43 - Quizvraag

Op de bron zie je Christo Redentor (Christus de Verlosser). Waarom kun je dit beeld in Rio vinden?

Slide 44 - Open vraag