56e les

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 32 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Aujourd'hui,  c'est le vendredi 11 février 
Bienvenue au cours de français!

Slide 3 - Tekstslide

AUJOURD'HUI                         Vandaag

  • APP 5  het bijvoeglijk naamwoord
  • Contrôle des devoirs: APP 1,2,3.
    (huiswerk check)

Slide 4 - Tekstslide

AUJOURD'HUI                         Vandaag

  • Contrôle des devoirs: APP 1,2,3.
    (huiswerk check)
  • APP 5 
  • On corrige l'interro.
    (Repetitie nakijken  vrijdag)

Slide 5 - Tekstslide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord     


  • Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
  • Een bijvoeglijk naamwoord  zegt iets over een zelfstandig naamwoord (een persoon of een ding).
  • voorbeeld:  een Nederlandse jonge      un garçon néérlandais


Slide 6 - Tekstslide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord : wat leer je?    


  • UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord 
    algemene regel  (1.5)
    bijzondere vormen (2.3)

  • de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5) 
    algemene regel
    uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131   grammaire 4.1)

Slide 7 - Tekstslide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord     


  • UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord 
    algemene regel  (1.5)
    bijzondere vormen (2.3)

  • de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5) 
    algemene regel
    uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131   grammaire 4.1)
SO U3 APP1-5

Slide 8 - Tekstslide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord     


  • UITGANGEN van het bijvoeglijk naamwoord 
    algemene regel  (1.5)
    bijzondere vormen (2.3)

  • de PLAATS van het bijvoeglijk naamwoord: (1.5) 
    algemene regel
    uitzonderingen --> 12 in een rijmpje (p. 131   grammaire 4.1)
LEREN
 maar niet erop afgerekend in SO

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord - uitgangen - algemene regel
- samenvatting 


  • Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
- een e, als het bij een woord hoort dat vrouwelijk (v) is. ma grande soeur     (soeur = zus=v)
- een s als het bij een woord hoort dat meervoud (mv) is. mes grands frères  (broers m/mv)
-een es als het bij een woord hoort dat vrouwelijk en meervoud is. mes grandes soeurs.   (v/mv)
WAARBIJ,  LET OP! : 
  • m/ev bnw eindigt op -e, geen extra e bij vrouwelijk:     
                                                           un vélo rouge    (m/ev) --> une chose rouge. (ding=v/ev)
  • m/ev bnw eindigt op -s, geen extra s bij mannelijk meervoud  (m/vm)
                               un garçon françai(m/ev) --> deux garçons français (jongens=m/mv)
  • m/mv bnw eindigt op -x, geen extra s bij mannelijk meervoud (m/mv)   
                                un bâtiment vieux (m/ev) -->      des vieux bâtiments   (m/mv)

Slide 11 - Tekstslide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord     -   de plaats
LEER p. 131  grammaire 4.1 



  • Hoofdregel: achter het woord staat waarover het iets zegt.  un garçon néérlandais
  • Uitzonderingen.  zie 12 uitzonderingen in rijmpje p. 131

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord - uitgangen 
on s'exerce--> maak de oefeningen op het blad 

Slide 14 - Tekstslide

APP 5    on s'exerce

Slide 15 - Tekstslide

APP 5  on s'exerce --> later, doe het blad in je boek of schrift 

Slide 16 - Tekstslide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (1)


Een bijvoeglijk naamwoord krijgt:
  • een e, als het bij een woord hoort dat vrouwelijk  is.    ma grande soeur
  • een s  als het bij een woord hoort dat meervoud is.     mes grands frères
  • een es als het bij een woord hoort dat vrouwelijk en meervoud is.    mes grandes soeurs.
  • Bijzondere vormen (1)  
  • bon ,bonne         beau, belle         blanc ,blanche
  • fou, folle              long, longue        gros, grosse 
  • vieux, vieille        nouveau, nouvelle 

Slide 19 - Tekstslide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (2)



  • X --> SE             heureux            --> heureuse   of heureuses
                            il est heureux--> elle est heureuse
                            ils sont heureux --> elles sont heureuses.
                           
  • F --> VE          sportif   -->  sportive
                                 il est sportif --> elle est sportive
                                 ils sont sportifs --> elles sont sportives

Slide 20 - Tekstslide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord
Uitgangen: bijzondere vormen (3)



  • X --> SE             heureux            --> heureuse   of heureuses
                            il est heureux--> elle est heureuse
                            ils sont heureux --> elles sont heureuses.
                           
  • F --> VE          sportif   -->  sportive
                                 il est sportif --> elle est sportive
                                 ils sont sportifs --> elles sont sportives

Slide 21 - Tekstslide

APP5: Bijvoeglijk naamwoord 
Uitgangen: bijzondere vormen - SAMENVATTING


Bijzondere vrouwelijke vormen  
  • bon ,bonne         beau, belle         blanc ,blanche   fou, folle 
      long, longue        gros, grosse     vieux, vieille        nouveau, nouvelle 
  • X --> SE             heureux            --> heureuse   of heureuses
  • F --> VE          sportif   -->  sportive
 Bijzondere mannelijke vormen 
  • -eau --> eaux          mes nouveaux voisins   
  • -al --> aux                 les musées nationaux
  • mannelijk woord in enkelvoud begint met klinker of stomme h? 
    --> vieil, nouvel, bel   
    un bel homme. le nouvel an. un vieil ami. 

Slide 22 - Tekstslide

APP 5 Bijvoeglijk naamwoord - bijzondere uitgangen 
on s'exerce--> oefeningen in boek p. 101

On fait ensemble:
  • exercice 16 A2,A3
  • exercice 16 B   LUISTEROPDRACHT 
  • exercice 16C  1

Zelfstandig werken/ huiswerk:
  • exercice 16C 2-3
  • exercice 16 D

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk APP 1 

Slide 24 - Tekstslide

Huiswerk APP 2 

Slide 25 - Tekstslide

Huiswerk les couleurs 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link

APP 2: Maak aantekeningen       (2)
  • je trouve que ... = ik vind dat ...
  • Voorbeeld:   combineer met zin : ce film est très bien. deze film is heel goed.
    --> Je trouve que ce film est très bien. Ik vind dat deze film heel goed is
  • WERKWOORD IN HET FRANS BLIJFT OP DEZELFDE PLAATS ALS IN DE OORSPRONKELIJKE ZIN. 
    Onderwerp /
    gezegde / lijdend voorwerp/ meewerkend voorwerp/ bijwoordelijke bepaling
    gezegde: persoonsvorm/ infinitief
  • Je trouve que + zin 

  • On fait l' exercice 3B page 89 ensemble. 

Slide 28 - Tekstslide

APP 2: Maak aantekeningen       (1)
  • j'ai vu = ik heb gezien 
     (voir= zien) --> tu vois=  jij ziet  (1. 2)
                             --> on se voit = we zien elkaar (2.2)

Slide 29 - Tekstslide

APP 2:  Exercice 3B, gebruik indien nodig woorden uit 3A

Slide 30 - Tekstslide

APP 2: Maak aantekeningen       (3)
  • Je trouve que ...
  • vervoeging trouver --> vervoeging jou-er. (1.3)
    trouv-ER
    je trouve 
    tu trouves 
    il/ elle/on  trouve
    nous trouvons  
    vous trouvez  
    ils/elles trouvent  

Slide 31 - Tekstslide

AUJOURD'HUI                         Vandaag

  • Contrôle des devoirs: APP 1,2,3.
    (huiswerk check)
  • Prends des notes (APP 2 et faire des phrases)
    (Maak aantekeningen....zinnen maken)
  • On corrige l'interro.
    (Repetitie nakijken  vrijdag)
  • Références à Edith Piaf dans l' unité 3 
    (Verwijzingen naar.....)

Slide 32 - Tekstslide