In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Willkommen liebe Schüler
Periode 2
Woche 2
Slide 2 - Tekstslide
Heute auf dem Programm
Wortspiel
Feedback
An die Arbeit!
Deadlines nächster Stunde
Lernziele
Am Ende der Stunde...
habe ich das Feedback verarbeitet;
kann ich erzählen, was ich noch üben muss;
habe ich mich vorbereitet auf die Zwischenmessung.
Slide 3 - Tekstslide
Wortspiel
Schreibe in deinem Heft die 3 Kategorien auf:
Jezelf voorstellen
Doel/opdracht
Afsluiten
Schreibe die Wörter/Sätze, die du hörst, unter die richtige Kategorie
Slide 4 - Tekstslide
Feedback
Workshop
Nodig:
een wisbordje, stift & doekje
schrift + pen
Slide 5 - Tekstslide
Boodschap
Wat is het verschil tussen een mail en een brief
Welke boodschap wil je sturen?
Wat is het doel en in hoeverre heb je dat doel goed uitgelegd?
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekent Betreff en wat heb je daar opgeschreven?
Aanhef: Aan wie schrijf je de mail?
Hoe begin je in het Duits de mail?
Slide 7 - Tekstslide
Aanhef
Denk eraan! Je stuurt de mail naar een persoon die bij de toeristeninformatie werkt. Niet naar de instantie zelf.
Je begint dus met:
Sehr geehrte Damen und Herren,
Slide 8 - Tekstslide
Structuur
Is deze zin correct? Zo nee: wat zou je kunnen verbeteren?
Wir schreiben Ihnen weil, wir haben diese aufgabe im Deutch Klasse.
Slide 9 - Tekstslide
Structuur
Weil = omdat
Wij schrijven u, omdat we deze opdracht voor het vak Duits hebben.
Het werkwoord komt dus op de laatste plaats als je 'weil' gebruikt.
Wir schreiben Ihnen, weil wir diese Aufgabe für das Fach Deutsch haben.
Slide 10 - Tekstslide
Ihr(e)
Ihnen
Sie
1. Als onderwerp in de zin
2. Als het om een bezit gaat
3. Als je er 'aan' of 'voor' voor kan zetten
Slide 11 - Tekstslide
u
Als onderwerp:
Wir hoffen, dass Sie uns helfen wollen.
Als bezittelijk voornaamwoord:
Im Voraus vielen Dank für Ihre Bemühungen.
Als er 'aan' voor kan staan:
Wir schreiben Ihnen, weil wir .....
Slide 12 - Tekstslide
Welk werkwoord is NIET GOED vervoegd?
A
wir sein
B
wir möchten
C
Haben Sie
D
Wir interessieren uns
Slide 13 - Quizvraag
Werkwoordsvervoeging
Denk eraan! Je neemt de stam van een werkwoord:
ich= stam + e, wir/Sie= stam + en
Ich bin
Wir sind
Sie sind
Slide 14 - Tekstslide
Die Rechtschreibung
Wat zou jij anders doen in dit stukje tekst?
Sehr geehrte Damen und Herren,
Mit dieser Mail möchte ich gerne informationen und Flyer von ihnen bekommen. Wir sind Vierzehn und Fünfzehn Jahre.
Slide 15 - Tekstslide
Die Rechtschreibung
Je schrijft de mail samen, dus je gebruikt 'wir'.
Zelfstandige naamwoorden krijgen in het Duits altijd een hoofdletter. Je kan altijd een lidwoord (de/het of een) voor een zelfstandig naamwoord zetten.
Bijvoeglijke naamwoorden krijgen nooit een hoofdletter in het Duits.
Slide 16 - Tekstslide
Verarbeiten Feedback
timer
15:00
Slide 17 - Tekstslide
Hilfsmittel
It'sLearning:
Opdrachten voor:
Werkwoorden vervoegen
Woordenboek gebruiken
Boodschap overbrengen
Samenhangend schrijven
Kies wat je zelf nodig hebt!
Slide 18 - Tekstslide
An die Arbeit!
Vul de forms in, link in ItsLearning
Kijk in je boekje naar de feedback. Is alles duidelijk?
Verbeter je mail, schrijf alle verbeteringen op in je schrift.