3.2 + 3.3 (Opkomst Hitler)

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide




Paragraaf 3.2
Crisis en ontevredenheid

Slide 2 - Tekstslide

Duitsland na de Eerste Wereldoorlog
Duitsland werd een democratie:  Republiek van Weimar

Ondertussen waren de gevolgen van het verlies van de Eerste Wereldoorlog duidelijk zichtbaar:
  • Veel boosheid en schaamte over het verlies van de oorlog
  • Gevolgen van het Verdrag van Versailles
  • Dolkstootlegende

Slide 3 - Tekstslide



Veel soldaten hadden mentale en fysieke problemen overgehouden
aan de oorlog

Slide 4 - Tekstslide



In het Verdrag van Versailles stond dat Duitsland
grondgebied moest afstaan

Slide 5 - Tekstslide



Ook moesten er enorme herstelbetalingen 
betaald worden aan de Geallieerden

Slide 6 - Tekstslide


Er kwamen complottheorieën over het verlies van de Eerste Wereldoorlog
De nieuwe regering zou het leger hebben verraden 
en stiekem vrede gesloten hebben met de Geallieerden
(Dolkstootlegende)

Slide 7 - Tekstslide



De regering ging extra geld bijdrukken om de herstelbetalingen te voldoen
Zo ontstond er een hoge inflatie in de Weimarrepubliek

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide


Hitlers mislukte staatsgreep
1923



  • Hitler's politieke partij de NDSAP probeerde in München de macht te grijpen
  • Zijn partij is het niet eens met het Verdrag van Versailles en gelooft in de dolkstootlegende
  • Hij wordt gearresteerd en gaat de gevangenis in

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

1923-1929
Periode van herstel
 
  • Politiek en economisch gaat het beter met het land, vooral dankzij Gustav Stresemann
  • Hij sluit het Dawesplan met de Verenigde Staten: financiële steun aan Duitsland om de economie te versterken
  • Mensen hebben weer vertrouwen en lijken Hitler te zijn vergeten...

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide



Crisis in Amerika 
zorgt voor een economische wereldcrisis
waar vooral Duitsland onder moet lijden

Slide 17 - Tekstslide

De wereld in crisis 
vanaf 1929
Amerika leende geld uit aan heel Europa (vooral aan Duitsland)

  • In 1929 raakte Amerika in een economische crisis (Beurskrach)
  • Alle leningen worden ingetrokken en Duitsland moet nu opeens alles weer terug betalen
  • Daardoor groeit de werkeloosheid...
  • En willen steeds meer Duitsers een nieuwe sterke leider

Slide 18 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van fascisme?


Gebruik paragraaf 3.2 om 3 kenmerken op te zoeken

Slide 19 - Tekstslide

Wat zijn kenmerken van nationaal-socialisme?


Gebruik paragraaf 3.3 om alle kenmerken op te zoeken

Slide 20 - Tekstslide

Aan de slag
Geef antwoord op de volgende vragen:
  1. Waarom waren veel Italianen ontevreden over hun regering?
  2. Wat zijn de drie belangrijkste kenmerken van Mussolini's fascisme?
  3. Mussolini deed net als Hitler en Stalin aan persoonsverheerlijking. Zoek voor alle drie de dictators een goede afbeelding als voorbeeld van persoonsverheerlijking.

Snel klaar? Ga alvast aan de slag met opdrachten 

Slide 21 - Tekstslide

Volgende les 
Paragraaf 3.3
Adolf Hitler aan de macht

Slide 22 - Tekstslide

Nationaalsocialisten (NSDAP)
Politieke partij van Adolf Hitler wordt steeds populairder:
  • Duitsland is het beste land dat er is
  • Democratie werkt niet, één sterke leider!
  • Je mag geweld gebruiken om je doelen te bereiken
  • Duitsland moet weer een sterk leger krijgen
  • Jodenhaat (antisemitisme)
  • Rassenleer (Übermenschen / Üntermenschen)
  • Fascisme

Slide 23 - Tekstslide




1933


Hitler grijpt de macht in Duitsland:
Wint de verkiezingen
Hitler schakelt snel zijn tegenstanders uit en wordt een dictator

Slide 24 - Tekstslide

Hitler als Führer
Gelijkschakeling:
  • Iedereen moest zich aanpassen aan de ideeën van de nazi’s
  • Geen persvrijheid meer (censuur en boekverbrandingen)
Indoctrinatie:
  • Schoolboeken werden aangepast
  • Hitlerjugend (jeugdverenigingen met nazi-ideeën)
Terreur:
  • Tegenstanders in concentratiekampen
  • Neurenberger rassenwetten (tegen joden)
  • 1938: Kristallnacht (aanval op joden)

Slide 25 - Tekstslide

Paragraaf 3.3 
Adolf Hitler aan de macht

Zoek op hoe Hitler de Duitse samenleving naar zijn hand zette:
  • Antisemitisme
  • Gelijkschakeling
  • Censuur
  • Indoctrinatie
  • Terreur / intimidatie
  • Nazi organisaties

Snel klaar? 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Huiswerk voor volgende week maandag


(Paragraaf 3.2: opdrachten 3,4,5,6,10,11 en 12)
Paragraaf 3.3: vragen 2,3,4,5,6,8,9,11,12,13 
§3.4 vragen 4,5,6,7 en 9

Slide 28 - Tekstslide