4B - Krachten en bewegen voorkennis quiz
1 / 10
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Krachten en bewegen
Slide 2 - Woordweb
Welke kracht kunnen mensen met hun lichaam uitoefenen?
A
Veerkracht
B
Moterkracht
C
Spierkracht
D
Zwaartkracht
Slide 3 - Quizvraag
Welke kracht voel je tegenwerken als je een meubel verschuift?
A
Elektrische kracht
B
Magnetische kracht
C
Spankracht
D
Wrijvingskracht
Slide 4 - Quizvraag
Welke 3 dingen moet je weten om een kracht te kunnen tekenen?
Slide 5 - Open vraag
Hoe kan je de zwaartekracht berekenen?
A
Zwaartekracht =
massa * gravitatieconstante
B
F = m * g
C
F = Q * g
D
Zwaartekracht = vermogen * massa
Slide 6 - Quizvraag
Hoe groot is de gravitatieconstante?
Slide 7 - Open vraag
Bereken de zwaartekracht die werkt op Henk. Henk heeft een massa van 80 kg.
Slide 8 - Open vraag
Meneer Jonge Poerink tekent de zwaartekracht van Henk (800 N).
De pijl was 2 cm lang. Welke krachtenschaal gebruikte meneer JP?
De pijl was 2 cm lang. Welke krachtenschaal gebruikte meneer JP?
A
1 cm = 50 N
B
1 cm = 350 N
C
1 cm = 400 N
D
1 cm = 500 N
Slide 9 - Quizvraag
De massa van Piet en zijn fiets is samen 95 kg.
Bereken de zwaartekracht.
Bereken daarna hoelang de pijl moet zijn een krachtenschaal van 1cm = 100 N
Bereken de zwaartekracht.
Bereken daarna hoelang de pijl moet zijn een krachtenschaal van 1cm = 100 N
