20230621 BU VIP422A niveau 4 leerjaar 2 les 5.3-5.4

BURGERSCHAP
VIP421A
woensdag 21-06
 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

BURGERSCHAP
VIP421A
woensdag 21-06
 

Slide 1 - Tekstslide

BURGERSCHAP: Kies 4
VIP421A

https://www.bol.com/nl/nl/p/kies-4/9200000037405467/ 


Thema 1 De multiculturele samenleving
Thema 2 Verkiezingen
Thema 3 Gedrag en veiligheid
Thema 4 Aan het werk
Thema 5 Media en consumeren
Thema 6 Wereldburgerschap




Slide 2 - Tekstslide

BURGERSCHAP: VIP421A


BELANGRIJK: 

Aan het eind van dit leerjaar moet elke student uit deze klas een gemiddelde voldoende staan alvorens er een verklaring burgerschap wordt afgegeven.




Slide 3 - Tekstslide

Planning VIP421A
Thema 5 Media en cosumeren:

  • Woensdag 07-06-2023: 5.1: Massamedia
  • Woensdag 14-06-2023: 5.2: Beeldvorming
  • Woensdag 21-06-2023: 5.3: Kritisch consumeren
  • Woensdag 21-06-2023: 5.4: Omgaan met geld
  • Woensdag 28-06-2023: TOETS thema 5









Slide 4 - Tekstslide

timer
20:00

Slide 5 - Tekstslide

5.3: Kritisch consumeren

Slide 6 - Tekstslide

5.3: Kritisch consumeren

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel: 5.3: Kritisch consumeren
Consumeren: het aanschaffen van goederen of diensten.
Levensbehoefte: Iets dat je nodig hebt of waarvan je vindt dat je het nodig hebt.
Primaire levensbehoefte: Iets dat je nodig hebt om in leven te blijven.
Secundaire levensbehoefte: Iets dat je niet nodig hebt om in leven te blijven, maar dat je wel belangrijk vindt om te hebben.
Duurzaam consumeren: Bij de keuze voor een product rekening houden met het milieu, mensen en dieren.
Fairtrade-producten: Een product dat onder eerlijke voorwaarden is verhandeld. 

Slide 8 - Tekstslide

5.3: Kritisch consumeren


Vraag 3B op pagina 231: 

IK KOOP GEEN DUURZAME PRODUCTEN, WANT DIE ZIJN TE DUUR.

                                    Voer een discussie

                                    Maak vraag 3C op pagina 231
timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

5.3: Kritisch consumeren

Slide 10 - Tekstslide

21-06: Zelfwerktijd


Les 5.3: pagina 226 - 234 (en ook de kernopdracht)


timer
20:00

Slide 11 - Tekstslide

Terugblik op: 5.3: Kritisch consumeren
Consumeren: het aanschaffen van goederen of diensten.
Levensbehoefte: Iets dat je nodig hebt of waarvan je vindt dat je het nodig hebt.
Primaire levensbehoefte: Iets dat je nodig hebt om in leven te blijven.
Secundaire levensbehoefte: Iets dat je niet nodig hebt om in leven te blijven, maar dat je wel belangrijk vindt om te hebben.
Duurzaam consumeren: Bij de keuze voor een product rekening houden met het milieu, mensen en dieren.
Fairtrade-producten: Een product dat onder eerlijke voorwaarden is verhandeld. 

Slide 12 - Tekstslide

5.4: Omgaan met geld

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel: 5.4: Omgaan met geld

Budgetteren: Een overzicht maken van het geld dat je maandelijks binnenkrijgt en uitgeeft.
Budgetplan: Een overzicht van het geld dat je maandelijks binnenkrijgt en uitgeeft.
Verzekering: Een regeling waarbij een verzekeraar bepaalde onverwachte kosten voor jou betaalt, in ruil voor een bedrag dat jij maandelijks aan de verzekeraar betaalt. 
Premie: Een bedrag dat je maandelijks of jaarlijks aan een verzekeraar betaalt. 
Schuld: Een geldbedrag dat je moet terugbetalen omdat je het hebt geleend. 
Rente: Een extra bedrag dat je betaalt voor het lenen van geld. 


Slide 14 - Tekstslide

5.4: Omgaan met geld


Opdracht 1 op pagina 236
timer
20:00

Slide 15 - Tekstslide

21-06: Zelfwerktijd


Les 5.4: pagina 235 - 244 (en ook de kernopdracht)


timer
20:00

Slide 16 - Tekstslide

Terugblik op: 5.4: Omgaan met geld

Budgetteren: Een overzicht maken van het geld dat je maandelijks binnenkrijgt en uitgeeft.
Budgetplan: Een overzicht van het geld dat je maandelijks binnenkrijgt en uitgeeft.
Verzekering: Een regeling waarbij een verzekeraar bepaalde onverwachte kosten voor jou betaalt, in ruil voor een bedrag dat jij maandelijks aan de verzekeraar betaalt. 
Premie: Een bedrag dat je maandelijks of jaarlijks aan een verzekeraar betaalt. 
Schuld: Een geldbedrag dat je moet terugbetalen omdat je het hebt geleend. 
Rente: Een extra bedrag dat je betaalt voor het lenen van geld. 


Slide 17 - Tekstslide