H3 h1 oefenen.

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Tot welke groep behoort een verjaardagscadeau?

1. Dagelijkse uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten

Tot welke groep behoort de aankoop van een nieuwe mobiel?

1. Dagelijkse uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten

Tot welke groep behoort de aankoop van een blikje fruitsap?

1. Dagelijkse uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten

Tot welke groep behoort een abonnement op een tijdschrift?

1. Dagelijkse uitgaven
2. Incidentele uitgaven
3. Vaste lasten

verhoging van de arbeidsproductiviteit betekent:

1. meer productie per jaar
2. duurdere productie
3. meer productie per arbeider per jaar
4. meer productie door betere machines

Wat is geen schaars goed?

1. brood
2. auto
3. zonlicht
4. geld

Zeewater is een

1. Schaars goed
2. Vrij goed
3. Primair goed
4. Secundair goed

Om in je behoeften te voorzien heb je middelen nodig. Wat zijn twee goede voorbeelden van middelen?

1. tijd en geld
2. tijd en ruimte
3. geld en macht
4. tijd en macht

Dingen betalen met schelpen is een vorm van

1. Directe ruil
2. indirecte ruil

Wat is schaalvergroting bij een varkensbedrijf?

1. Er worden meer dieren gehouden op hetzelfde bedrijf.
2. De plattegrond van het bedrijf wordt op een grotere schaal getekend.
3. Er worden meer diersoorten gehouden.
4. Er komen meer bedrijven in één gebied.

de intrinsieke waarde is de waarde van geld die op het biljet/munt staat

1. waar
2. niet waar

Op mijn rekening staat € 100.
Is dit chartaal geld of giraal geld?

1. chartaal
2. giraal
3. geen van beide
4. beide