Kansrijk kennismaking horeca

Waar denk je aan
bij het woord
HORECA?
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
horecaPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Waar denk je aan
bij het woord
HORECA?

Slide 1 - Woordweb

Regels 
  • Veiligheid
  • Kleding
  • Tijden 
  • Telefoon
  • Respect

Slide 2 - Tekstslide

Waarom is hygiëne
zo belangrijk in de
horeca?

Slide 3 - Woordweb

VUA
voorbereiden, uitvoeren en afronden

Slide 4 - Woordweb

Afval
PMD, papier, glas, restafval en GFT

Slide 5 - Tekstslide

wat betekent FIFO?
A
fast in fast out
B
first in first out
C
first out first in
D
first in first in

Slide 6 - Quizvraag

Persoonlijke hygiëne
bedrijfshygiëne
nagels
aanrecht
haar
vloer
keukendoeken
kleding
sieraden
afvalbak

Slide 7 - Sleepvraag

Op welke manieren kun je letten op je eigen veiligheid?
A
Ga op de juiste manier om met apparatuur
B
Til dingen op de juiste manier.
C
Draag werkschoenen
D
Draag de juiste kleding

Slide 8 - Quizvraag

wat betekent T.H.T?
A
Tenminste Heel Tot
B
Tenminste Hoog Tot
C
Tenminste Houdbaar Tot
D
Tenminste Goed Tot

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een roux?

Slide 10 - Open vraag

Wat betekent T.G.T.
A
Tenminste Goed Tot
B
Te Geloven Tot
C
Ten laatste Gebruiken Tot
D
Te Gebruiken Tot

Slide 11 - Quizvraag

Welke producten zijn lang houdbaar?

Slide 12 - Woordweb

Wat betekend VUA
A
Uitvoeren Afronden Voorbereiden
B
Voorbereiden Uitvoeren Afronden
C
Afronden Uitvoeren Voorbereiden
D
Uitvoeren Voorbereiden Afronden

Slide 13 - Quizvraag

Welke producten zijn kort houdbaar?

Slide 14 - Woordweb

Waar staat PMD voor
A
Papier, metalen, drinkkartons
B
Plastic, metalen en drankkartons
C
Plastic, metalen, diner
D
Drinkkartons, papier en metalen

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de Franse naam voor blokjes?
A
julienne
B
ciseleren
C
brunoise
D
chinoise

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de Nederlandse naam voor Julienne?
A
Dunne reepjes
B
Dunne blokjes
C
Dunne plakjes
D
Gelijkmatige reepjes

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent mise en place?

Slide 18 - Open vraag

Welke snijplank hoort bij welk product?
Groente en fruit
kip en gevogelte
gegaard vlees
brood en kaas
rauw vlees
vis, schaal- en schelpdieren

Slide 19 - Sleepvraag

Bedankt voor het meedoen!

Slide 20 - Tekstslide