Beantwoord de volgende vragen in je schrift.
1. Wat is het onderwerp van de tekst?
2. Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
3. Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding?
4. Uit welke alinea('s) bestaat de slot?
5. Noem vijf signaalwoorden uit de tekst.
6. Schrijf bij drie signaalwoorden op welk verband erbij hoort.