D. Schön

Taaltaak 1
Welke 
Duitse 
merken 
ken jij?
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Taaltaak 1
Welke 
Duitse 
merken 
ken jij?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Op dit moment gaat het niet zo
goed met de Duitse auto-
industrie, vooral niet met
Volkswagen. Hoe komt dit?
A
Ze hebben te weinig tecnische innovaties.
B
Chinese concurrentie, die heel goedkoop produceren.
C
De modellen zijn verouderd.

Slide 3 - Quizvraag

Welke Duitse merken zag je langs
komen in de film en
welke weet je nog meer?

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Levi Strauss, de oprichter
van Levi's komt uit Beieren
in Zuid-Duitsland.
A
gut
B
falsch

Slide 6 - Quizvraag

Aufgabe 15
Wer 
übersetzt 
(vertaalt)
die Einleitung?

Slide 7 - Tekstslide

Aufgabe 15

1. Lees de tekst Deutsche Modewunder en kruis aan richtig of falsch.

2. Markeer de kernwoorden.
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

1. Esprit kommt ursprünglich
aus England.
A
richtig
B
falsch

Slide 9 - Quizvraag

2. Die Kleidung von Esprit
kostet viel Geld.
A
richtig
B
falsch

Slide 10 - Quizvraag


3.Hugo Boss ist eine
luxuriöse Marke.
A
richtig
B
falsch

Slide 11 - Quizvraag

Extra Frage:
Hugo Boss verkauft
auch Berufskleidung.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quizvraag

Extra: Wann begann Boss
Berufskleidung zu
produzieren & verkaufen?
A
1919
B
1933
C
1924
D
1939

Slide 13 - Quizvraag

4. Die Marke Escada ist
auch für Männer.
A
richtig
B
falsch

Slide 14 - Quizvraag


5. Die Marke Tom Tailor
kommt aus Süddeutschland.
A
richtig
B
falsch

Slide 15 - Quizvraag

Extra Frage:
Woher kommt
die Marke Tom Tailer?
A
Bremen
B
München
C
Berlin
D
Hamburg

Slide 16 - Quizvraag

Extra Frage:
Wat vinden de klanten zo
leuk aan dit merk?

Slide 17 - Open vraag

6. S. Oliver verkauft sehr
verschiedene Kleidung.
(extra grote en kleine maten)
A
richtig
B
falsch

Slide 18 - Quizvraag

Extra Frage:
Het merk doneert veel geld aan sportverenigingenen hulporganisaties.
A
richtig
B
falsch

Slide 19 - Quizvraag

7. Adidas und Escada
machen beide
sportliche Mode.
A
richtig
B
falsch

Slide 20 - Quizvraag

Extra Frage:
Adi Dassler heeft Adidas opgericht.
Zijn broer Rudolf heeft Puma
opgericht.
A
richtig
B
falsch

Slide 21 - Quizvraag

Welke automerk(en)
heb je thuis?

Slide 22 - Woordweb

Pagina 23 Deutsche Wunderautos!
Wat vind jij een coole Duitse auto?
Load een foto up!

Slide 23 - Open vraag

Verbinde die Automarken mit den passenden Emblemen.
Trabant
Audi
Mercedes
Porsche
Volkswagen
Opel
BMW

Slide 24 - Sleepvraag

Aufgabe 15
1. Lees de tekst Deutsche Wunderautos en verbindt de automerken met de passende uitspraken. 

2. Markeer in iedere alinea
 kernwoorden (extra vragen)!
timer
1:00

Slide 25 - Tekstslide

Verbinde die Automarken mit den passenden Aussagen.
Diese Marke gibt es nicht mehr.
Das Logo symbolisiert die Verbindung von vier Automarken.
Diebe lieben das Emblem.
Diese Automarke hat ein Tier im Logo.
Der Entwerfer vom Auto ist unbekannt.
Der Produzent baute zuerst keine Autos.
Das Logo zeigt einen sich drehenden Flugzeugpropeller.

Slide 26 - Sleepvraag

1. Tot welk concern
behoort Audi nu?
A
Mercedes
B
BMW
C
Volkswagen
D
Opel

Slide 27 - Quizvraag

2. Wat symboliseert
de bliksem in het wiel
in het Opel-logo?
A
kwaliteit
B
staat nergens symbool voor
C
betrouwbaarheid
D
snelheid

Slide 28 - Quizvraag

2. Wat produdeerde
de fabrikant van Opel
eerst?
A
fotoapparaten & fietsen
B
naaimachines & fietsen
C
naaimachines & telefoons
D
verrekijkers & wapens

Slide 29 - Quizvraag

3. Waar lijkt het
BMW-Logo op?
A
vliegtuigpropellor
B
vlag van Beieren
C
snoepje
D
wordt niet in de tekst vermeld

Slide 30 - Quizvraag

3. Wat produceerde
BMW eerst?
A
tanks & vliegtuigen
B
vliegtuigen & fietsen
C
vliegtuigen & motorfietsen
D
wapens & motorfietsen

Slide 31 - Quizvraag

3. Welke 2 merken
horen sinds 2003 bij
BMW?
A
Mini & Rolls Royce
B
Mini & Jaquar
C
Jaquar & Rolls Royce
D
Smart & Rolls Royce

Slide 32 - Quizvraag

4. Het zwarte paard op het
logo van Porsche ...
A
... was het symbool op het vliegtuig van een beroemde gevechtspiloot uit WO1.
B
... komt uit het wapen van de stad Stuttgart.
C
... is het favoriete paard van de oprichter van Porsche.
D
... wordt niet in de tekst vermeld.

Slide 33 - Quizvraag

A = 
Zwart paard ... was het symbool op het vliegtuig van een beroemde italiaanse gevechtspiloot uit WO1 en staat nu op het
Ferrari-Logo.

Slide 34 - Tekstslide

4. Wat produceert
Porsche
nog meer?
A
Raceauto's & computerspelletjes
B
Motorfietsen & raceauto's
C
Motorfietsen & computerspelletjes
D
Vliegtuigmotoren & computeronderelen

Slide 35 - Quizvraag

5. Wat is er met het
embleem van
Mercedes?
A
Populair, wordt verzameld.
B
Populair, wordt vaak gestolen.
C
Slechte kwaliteit, roest vaak.
D
Staat niets over in de tekst.

Slide 36 - Quizvraag

5. Wie was de oprichter van Mercedes?
A
Daimler Benz
B
Gottlieb Mercedes
C
Gottlieb Daimler
D
Mercedes Benz

Slide 37 - Quizvraag

6. Wie heeft het
VW-logo
ontworpen?
A
Ferdinand Porsche
B
Onbekend, waarschijnlijk een ingenieur van Porsche
C
Adolf Hitler
D
Staat niet in de tekst.

Slide 38 - Quizvraag

7. Wordt de Trabant
tegenwoordig nog
geproduceerd?
A
Jazeker!
B
Nee!
C
Binnenkort weer!
D
Staat niet in de tekst!

Slide 39 - Quizvraag

Der Trabant

* das Maskottchen aus  
    TrabiTour;

* Wir sehen eine Trabiwerbung      aus der DDR und danach              Fragen ..... 

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Hoelang was in de DDR de
wachttijd voor een Trabi en
hoeveel mensen
pasten erin?
A
Ongeveer 7 jaar, 4 volwassenen
B
Ongeveer 9 jaar, 2 volwassenen + 2 kids
C
0ngeveer 15 jaar, 4 volwassenen
D
Ongeveer 12 jaar, 2 volwassenen + 2 kids

Slide 42 - Quizvraag

Wat denk je ... waarom
heet je leerboek TrabiTour?

Slide 43 - Open vraag

Wiederholung

* Fragewörter

* Zahlen 0 - 20

Slide 44 - Tekstslide

.... heißt du?
..... Telefonnummer hast du?
.... bleibst du nicht?
....ist er gekommen?
..... wohnst du?
Vraagwoorden ... weet je ze nog?

Wo

Warum

Welche

Wie

Wann

Slide 45 - Sleepvraag

Slide 46 - Link

Leerdoelen bereikt? Kun je ..

* ... veel voorkomende woorden en korte, eenvoudige zinnen begrijpen?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 47 - Quizvraag

Und jetzt ...
Ergänze 
deine 
eigene
Fahne!

Slide 48 - Tekstslide