1HV H3.2 Rijk of Arm

Welkom! 
   H3 arm en rijk
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Welkom! 
   H3 arm en rijk

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar denk jij aan bij de woorden Armoede en Rijkdom?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H3 par.2:  Rijk of arm

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Paragraaf 3.2 Rijk of Arm?
Open je boek op bladzijde 89 en 90

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen

  1. Je kunt uitleggen waarom het lastig is nauwkeurig te bepalen wat arme en rijke landen zijn.


  2. Je kunt benoemen waarom arme landen vaak lange tijd arm blijven.


  3. Je kunt uitleggen waarom rijke landen vaak lang rijk blijven.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijke en arme landen
  • Bruto binnenlands product (bbp)
- Totale inkomen dat in een land in een jaar wordt verdiend
- Geen eerlijke manier om te meten of een land rijk is

  • Bbp per hoofd
- Bbp gedeeld door het aantal inwoners
- Eerlijkere manier om te meten of een land rijk is

  • Armoede grens
- Inkomen dat je minimaal nodig hebt om te kunnen leven
- Volgens de Verenigde Naties: in armste landen €1,70

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom lijkt China rijker dan Nederland

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkelingskenmerken
  • Levensverwachting
-Hoe oud iemand wordt
  • Gezondheidszorg
  • Onderwijs
  • Ondervoeding
  • Analfabetisme
-Niet kunnen lezen en schrijven

  • Human Development Index (HDI)
-Gebruikt verschillende kenmerken
-Je kunt de ontwikkeling van landen meten

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In rijke landen is de levensverwachting hoog. Is dit juist of onjuist?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn twee soorten armoede:
-Absolute armoede
-Relatieve armoede

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Absolute armoede:

-Armoede waarbij mensen zich niet kunnen zien van basisbehoeften (voeding, onderdak, onderwijs en gezondheidszorg) 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Relatieve armoede:
Van relatieve armoede is sprake bij een ongelijke verdeling van inkomens. Je bent niet absoluut arm, maar je hebt wel minder dan iemand anders. Je buurman heeft bijvoorbeeld twee auto's en jij alleen een fiets; je buurman gaat op vakantie naar Thailand en jij moet thuisblijven omdat je voor een vakantie geen geld hebt.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn er rijke en arme landen? 
  • Kolonialisme: in het bezit nemen (door Europese landen) van overzeese gebieden voor economisch of politiek voordeel

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 Europeaanse culturen     werden verspreid door   kolonialisme.

Slide 17 - Tekstslide

- Sinterklaas in Suriname
- Hoe gebieden bestuurd worden
- De Franse taal in Afrika

- Taal
- Geloof (oorspronkelijke bevolking moest zich gaan bekeren)
- Rechters in Uganda dragen traditionele Engelse kostuums.
Meeste vroegere kolonies zijn nu onafhankelijk, maar allerlei cultuurelementen van de vroegere machthebbers spelen nog een grote rol.

Arme landen blijven arm
Arme landen hebben weinig geld voor:
-Onderwijs
-Wegen
-Lonen
-Gezondheidszorg

-Bij oorlog --> Geen ontwikkeling
-Door onderwijs --> Ontwikkeling

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rijke landen blijven rijk
  • Rijke landen kunnen investeren
-Onderwijs
-Gezondheidszorg
-Transport
  • Rijke landen beschermen hun rijkdom
-Grenzen sluiten voor producten uit arme landen
-Goederen uit arme landen duurder maken
-Grenzen sluiten voor mensen uit arme landen

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag (huiswerk)
  • Maak paragraaf 2 van H3 Arm en Rijk:
    Vraag 1 t/m 8 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies