Blok 1 - les 2 - 1Ka - 1Tb - 1Kb

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom bij Nederlands!

Ga lekker zitten, spullen op tafel.

Afmaken (portfoliomapje) deze week af! (niet voor A1Tb)

Fictie - blok 1 - opdracht 2.8, blz. 15

Klaar? 

>> Ga lezen in je leesboek

Startopdracht

1. Terugblik vorige les, huiswerk bespreken;
2. Wat gaan je deze les leren (lesdoel Grammatica);
3. Uitleg theorie, instructie opdrachten;
4. Zelfstandig werken aan opdrachten;
5. Lesafsluiting: evaluatie les, huiswerk, volgende les.

Lesprogramma

Huiswerk bespreken:

Opdracht 9, 11, 14

Antwoordblad komt op Magister. Kijk zelf thuis alle huiswerkopdrachten na.

Terugblik

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.

Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Kunnen

* Je weet wat een werkwoord is. R

* Je weet dat een werkwoord verschillende vormen kan hebben.

* Je kunt de werkwoorden in een zin benoemen.

* Je kunt werkwoorden in een rijtje woorden aanwijzen.

* Je kunt de werkwoorden in een tekst aanwijzen.

Weten

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Werkwoorden zijn doe-woorden. Ze vertellen wat er gebeurt, of wat iets of iemand doet. R

Zonder werkwoord heb je geen goede zin:

* Ik honger.

* Wij naar school.

Uitleg werkwoord

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Hele werkwoord (hele ww): 

Zoals het in het woordenboek staat. 

We noemen spelen, schijnen en draaien het hele werkwoord.

Een werkwoord kan verschillende vormen hebben. Het past zich aan, aan wie of wat het doet.

Uitleg werkwoord

Spelen	Ik speel / jullie spelen / hij speelt
Draaien	Wij draaien / u draait / zij draaien

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Even oefenen!

Vul steeds de goede vorm van het werkwoord 'overhoren' in.

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Even oefenen! 2

Maak drie zinnen met het werkwoord 'maken'. Gebruik het ww in elke zin op een andere manier, afhankelijk van wie of wat het doet.

1. Schrijf de zinnen op in je schrift.
2. Ruil je schrift met een klasgenoot en vraag hem/haar de ww te onderstrepen.
3. Ruil schrift terug en vergelijk jullie antwoorden. 
4. Zijn er echt drie verschillende vormen gebruikt?

Tijdens deze fase van de les geef je uitleg en doe je het leren voor (modellen).

Zelfstandig werken

Lees	>> Lees steeds eerst de gele kaders en de opdracht (2x) door voordat je begint aan de opdracht.
Maak	17, 18, 20
Hoe	1. alleen en stil 2. klassikaal 3. schoudermaatje (fluisteren)
Tijd	1. 5 min. 2. 5 min. 3. 10 min.
Klaar	Ga verder met portfolio-opdracht
Resultaat	Opdrachten klassikaal bespreken (Name-app)

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen jouw instructie hebben begrepen d.m.v. een begeleide oefening.

Wat is een werkwoord?

Wat is het hele werkwoord van fietst?

Leerdoel gehaald?

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.

Huiswerk (agenda!):

Wat niet af is tijdens de les

Blok 1 Grammatica:

17, 18, 20

Wat ging goed?

Wat kan beter?

Evaluatie en huiswerk

Volgende les: 

Blok 1 Spelling

Tijdens deze fase van de les controleer je of leerlingen het leerdoel van de les hebben behaald.