Herhaling argumentatie samenstellingen voorbereiden SE1

Logisch toch?
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Logisch toch?

Slide 1 - Tekstslide

Herhaling argumentatie samenstellingen voorbereiden SE1

Slide 2 - Tekstslide

Eerste deel van de les:
Je kunt vertellen wanneer je woorden aan elkaar moet schrijven
Je kunt vertellen wanneer je een koppelteken moet schrijven binnen een samenstelling
*Je weet wanneer je een tussen -s moet schrijven
*Je weet wanneer je een tussen -n moet schrijven
* nieuw vandaag

Slide 3 - Tekstslide

Samenstelling

Slide 4 - Woordweb

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
jazz-zanger
B
jazz zanger
C
jazzzanger

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
café-eigenaar
B
caféeigenaar
C
café eigenaar

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
roc-leerling
B
roc leerling
C
rocleerling

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
taken-boek
B
taken boek
C
takenboek

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
autobandventiel-dopje
B
autoband ventieldopje
C
autobandventieldopje

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
auto-alarm
B
autoalarm
C
auto alarm

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
radio-omroep
B
radioomroep
C
radio omroep

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste schrijfwijze?
A
vanille ijs
B
vanille-ijs
C
vanilleijs

Slide 14 - Quizvraag

Welke samenstelling is goed gespeld?
A
zonnenbril
B
beukennootje
C
ladenkast
D
roggenbrood

Slide 15 - Quizvraag

Tussen -n of tussen -s
Gemeentehuis
Hondenhok
Stationsweg

Sommige woorden schrijf je met een 'n' in het midden, andere met een 's' in het midden. Wanneer gebruik je nou wat?

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Met of zonder tussen 'n'?
A
kattebak
B
kattenbak

Slide 20 - Quizvraag

Je schrijft een tussen-n als het eerste deel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud heeft op -en
A
fout
B
goed

Slide 21 - Quizvraag

Waarom schrijf je maneschijn zonder tussen -n?
A
Je hebt er maar 1 van
B
Het eerste woord heeft een sterke betekenis
C
Het woord kan op -en en op -s eindigen
D
Het juiste antwoord staat er niet tussen

Slide 22 - Quizvraag

Waarom schrijf je horlogemaker zonder tussen n?
A
Je hebt er maar 1 van
B
Het eerste woord heeft een sterke betekenis
C
Het woord heeft alleen een meervoud op -s
D
Dit woord heeft twee meervouden

Slide 23 - Quizvraag

De regels over tussen -n en tussen -s kan ik correct toepassen.
Ja
Nee

Slide 24 - Poll

Aan de slag!
Maken: Test 57 (blz. 73) + Test 70 (blz. 76)
timer
5:00

Slide 25 - Tekstslide

Lesdeel 2: Je kunt vertellen wat een ballondebat is + 
Je bedenkt een rol voor maandag 21 oktober







Openbaar spreken + onderdeel beoordeling SE1

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht voor maandag: Bedenk een personage en bereid je pitch voor.







Maandag hoor je wie       er voorzitter en tijdbewaker zijn.














Openbaar spreken + onderdeel beoordeling SE1


Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Video

syllogisme 1
  • Stelling 1: Geen van de acteurs is een slaapwandelaar. 
  • Stelling 2: Alle Spanjaarden zijn slaapwandelaars.

  • De conclusie is: Sommige acteurs zijn Spanjaarden.
  • Is deze conclusie juist of onjuist?
  • Onjuist


Slide 32 - Tekstslide

syllogisme 2
  • Stelling 1: Alle postzegelverzamelaars zijn chemici. 
  • Stelling 2: Sommige postzegelverzamelaars zijn Braziliaans.
  • De conclusie is: Geen van de chemici is een Braziliaan.
  • Is deze conclusie juist of onjuist?
  • Onjuist



Slide 33 - Tekstslide

Lesdeel 3: Puntjes op de i--> Herhalen argumentatie
Standpunt met een argument=> redenering

De aannemelijkheid van de redenering bepaal je door na te gaan of de redenering logisch is.

Logisch redeneren dus! Dat hebben we zojuist gedaan.

Slide 34 - Tekstslide

Bronnen: objectief of subjectief?
Argumenten: wat is het verschil?
  • Is de schrijver betrouwbaar?
  • Is de bron van de tekst betrouwbaar?
  • Is duidelijk waar de info uit de tekst vandaan komt?

  • Niet controleerbaar? Meningen? Gebaseerd op algemene normen en waarden? 

Slide 35 - Tekstslide

Wees duidelijk!
Beargumenteer op een manier die voor iedereen te volgen is. 

Redeneer helemaal door en ga dus  nergens vanuit.

Ik ben voor deze stelling omdat sociale media thuishoort in de maatschappij, omdat het door iedereen gebruikt mag en kan worden. 

Slide 36 - Tekstslide

Signaalwoorden

Gebruik signaalwoorden! 
Weet welke signaalwoorden gebruikt kunnen worden bij het argumenteren.

Slide 37 - Tekstslide

Wat ga je nu nu doen tot het einde van de les?
Bouwplan oefenbetoog: blz. 66 van je reader
Heb je alle informatie om het bouwplan in te vullen?
Checklist betoog: blz. 65
JA: vul het bouwplan alvast in
NEE: ga op zoek naar de informatie die je nog mist
Denk aan het markeren van de argumenten (weerlegging)!
Documentatiemap: blz. 61, reader

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide

Terugblik op de les
Uitleg ballondebat: je weet hoe het werkt en bedenkt een rol.
Peerfeedback oefenbetoog: je krijgt feedback van een klasgenoot die je kan gebruiken voor SE1.
Literatuuranalyse: je leert wat verhaalstructuur &  setting zijn en past dit toe in een literaire tekst.
Voorbereiding SE1: je werkt verder aan de documentatiemap.

Slide 47 - Tekstslide