ademhaling

Ademhalingsstelsel
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Ademhalingsstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
Je moet de delen van het ademhalingsstelsel van de mens kunnen noemen met hun kenmerken en functies

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

de luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 14 - Quizvraag

waarom kan er snel gaswisseling plaatsvinden in de longen?

A
de wand van de luchtpijp is erg dun
B
er zit een laagje slijm in de longblaasjes
C
Het oppervlak van de longblaasjes is groot
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 15 - Quizvraag

je kunt beter ademhalen door je neus omdat
A
de lucht dan wordt verwarmd
B
je gewaarschuwd wordt voor gevaarlijke stoffen
C
de lucht vochtig gemaakt wordt
D
alle antwoorden zijn goed

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag

Slide 19 - Tekstslide

Oorzaak COPD: roken, astma, allergieën

Slide 20 - Tekstslide

Klachten bij COPD
Als je COPD hebt, kom je vaak adem tekort. Door ontstekingen in je longen gaan je longblaasjes langzaam kapot. Hierdoor krijg je klachten als hoesten en benauwdheid.
- Benauwdheid
- Hoesten
- Slijm ophoesten
- Kortademigheid
- Vermoeidheid
- Weinig spierkracht
- Gewichtsverandering

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Video

Astma

Slide 23 - Tekstslide

Astma

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Andere longaandoeningen
pneumonie=longontsteking
pneumothorax = klaplong
longcarcinoom=longkanker

Slide 26 - Tekstslide

In de longen..
A
gaan zuurstof en CO2 het bloed in
B
gaan zuurstof en CO2 het bloed uit
C
gaat zuurstof het bloed in en CO2 het bloed uit
D
gaat zuurstof het bloed uit en CO2 het bloed in

Slide 27 - Quizvraag


Een long is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 28 - Quizvraag

Einde

Slide 29 - Tekstslide