par. 2.3 Een ontwikkelde cultuur 2020

Het oude Egypte: een ontwikkelde cultuur

  1. Ga rustig zitten
  2. Pak je device en schrift
  3. Log in bij LessonUp
1 / 53
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Het oude Egypte: een ontwikkelde cultuur

  1. Ga rustig zitten
  2. Pak je device en schrift
  3. Log in bij LessonUp

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Herhaling van de vorige lessen
Er komen 3 vragen aan...

Slide 3 - Tekstslide

Sleep de begrippen naar de goede plaats.
Dijkjes
Sjadoef (waterpomp) 
De Nijl
Veeteelt
Geoogst graan
Kanaal

Slide 4 - Sleepvraag

Op de afbeelding zie je een kaart van Egypte. Waar op de kaart ligt Opper-Egypte en Neder-Egypte?
A
Opper-Egypte is de bovenste helft, Neder-Egypte in het zuiden
B
Opper-Egypte is de onderste helft, Neder-Egypte in het noorden

Slide 5 - Quizvraag

Met de uitvinding van het schrift eindigde de ... en begon de ...
A
prehistorie, historie
B
historie, prehistorie

Slide 6 - Quizvraag

Waarom werd het schrift uitgevonden?
A
Brieven kunnen schrijven aan familie
B
Farao kunnen schrijven voor hulp
C
Eigendommen vastleggen en voorraden bijhouden

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoel
Aan het eind van deze les kun je:

  •  uitleggen waarom de farao als god werd aanbeden
  • minimaal drie kenmerken van de Egyptische godsdienst herkennen en benoemen
  • verklaren hoe Egyptenaren voor hun doden zorgden 

Slide 8 - Tekstslide

Belasting
Egyptenaren moesten de farao gehoorzamen en hem een deel van de oogst geven: belasting.

Een andere vorm: werken voor de farao. Overstroming van de Nijl? Piramides bouwen. 

Belasting was nodig om tempels en paleizen te bouwen en om ambtenaren en soldaten te betalen. Het waren ook noodvoorraden. 

Slide 9 - Tekstslide

Eenheid en verdeeldheid
  • Bij een sterke farao erkenden alle onderdanen zijn heerschappij.

  • Bij een zwakke farao verdween soms de politieke eenheid. Plaatselijke bestuurders namen dan zelf de macht, en soms werden gebieden zelfs veroverd door een buitenlandse koning

Slide 10 - Tekstslide

Uitbreiding van het rijk
  • Farao Toetmozes start de expansie van Egypte (1500 v. Chr.)

  • Hij verovert o.a. het land van de Kanaänieten en dat van de Nubiërs (tot 1100 v. Chr.)

  • Egypte werd nog rijker door de schatten die ze veroverden en de krijgsgevangenen die ze meebrachten
Opper-Egypte
Neder-Egypte

Slide 11 - Tekstslide

Er komen 2 quizvragen aan... 

Slide 12 - Tekstslide

De belasting die de Egyptenaren betaalden werden voor verschillende doelen gebruikt. Waarvoor werd het niet gebruikt?
A
Om de soldaten mee te betalen
B
Om de ambachtslieden mee te betalen die voor de Farao werkten
C
Als noodvoorraad voor als het slecht ging met de oogst
D
om de verre reizen van de farao te betalen.

Slide 13 - Quizvraag

Onder een sterke farao werd het rijk uitgebreid. Wat is een reden voor een farao om zijn rijk uit te breiden?
(2 antwoorden mogelijk)
A
De eer, als je won.
B
De goederen die de overwonnen volken moesten leveren.
C
Hierdoor werden andere volken afgeschrikt.
D
Om de godsdienst te verspreiden.

Slide 14 - Quizvraag

Rechten en plichten 
Jullie weten ondertussen al dat de farao de machtigste man was in Egypte. Dat brengt heel wat verantwoordelijkheid met zich mee. Hij had dus zowel rechten als plichten. In volgende slide komt hier een sleepvraag over. De farao was bijvoorbeeld: 
  • Legeraanvoerder  (leger)
  • hoogste priester in zijn land  (godsdienst)
  • hoogste rechter in zijn land  (rechtspraak)

Slide 15 - Tekstslide

Rechten 
Plichten 
Hij is verantwoordelijk voor het welzijn in de wereld. 
Alle Egyptenaren werken voor hem. 
Alle egyptenaren moeten aan hem  belastingen betalen. 
Hij moet het volk beschermen. 
Hij bezit heel Egypte 
Hij regelt de overstroming van de Nijl.

Slide 16 - Sleepvraag

Rechten van de farao 
  1. Alle Egyptenaren werken voor hem
  2. Hij bezit heel Egypte 
  3. Alle Egyptenaren betalen belasting aan hem

Slide 17 - Tekstslide

Plichten van de farao 
Uiteraard had de farao ook plichten. Hieronder worden er enkele opgesomd: 
  1. Hij is verantwoordelijk voor het welzijn in de wereld. 
  2. Hij regelt de overstroming van de Nijl. 
  3. Hij moet het volk beschermen. 

Slide 18 - Tekstslide

Video
Crown The New King Scene HD - God of Egypt (2016)
(1:51 min)

Let op! Introductie van belangrijke goden (4): woorden zoals 'king' of 'lord'
(Dit is natuurlijk niet hoe het echt ging)

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Wat viel op? Welke goden zag je?

Slide 21 - Tekstslide

Osiris
  • Oppergod (belangrijkste god)

  • Hij wordt gezien als eerste koning van Egypte

  • Afgebeeld als mummie, omdat hij door zijn jaloerse broer Seth in 14 stukken is gehakt

  • Isis heeft Osiris gemummificeerd om het lichaam weer heel te maken.

Slide 22 - Tekstslide

Isis
  • Godin van de Vruchtbaarheid

  • Sterk verbonden met de Nijl

  • Isis wordt ook afgebeeld als havik of cobra

Slide 23 - Tekstslide

Horus

  • God van de koningen


  • Zoon van Osiris en Isis

  • Hoog in de lucht als valk

Slide 24 - Tekstslide

Ra
  • Zonnegod

  • Vloog overdag in een vlammend schip

  • Afgebeeld als valk

  • Later samengevoegd met de god Amon tot Amon-Ra (2000 v. Chr.)

  • Door alle Egyptenaren vereerd 


Slide 25 - Tekstslide

Godsdienst van Egypte
De Egyptenaren bouwden tempels en brachten offers om hun goden te vereren.
De Egyptenaren geloofden dat in het godenbeeld de geest van de god aanwezig was. 
Priesters hielden toezicht op de tempels en de offers.

Tempels > belangrijk voor de ontwikkeling van cultuur (opslag, werkplaats, scholen en bibliotheken). Er ontstond een beschaving.

Slide 26 - Tekstslide

Egyptische tempel

Slide 27 - Tekstslide

Er komt een controlevraag aan... 

Slide 28 - Tekstslide

Wie mochten in de tempel komen?
A
Alleen de farao
B
Alleen de priesters
C
De farao, de priesters en iedereen die dat wou
D
De farao en de priesters

Slide 29 - Quizvraag





Leven na de dood

Slide 30 - Tekstslide

Er komt een open vraag aan... 

Slide 31 - Tekstslide

Waarom mummificeerden de Egyptenaren de doden?

Slide 32 - Open vraag

Slide 33 - Video

Mummificeren
  • Het lichaam moet goed blijven (ziel leeft voort)

  • Alles dat ervoor zorgt dat het lichaam kan gaan rotten moet eruit (organen en vocht)

  • Eerste mummies vermoedelijk per toeval ontstaan door het begraven in de woestijn.

Slide 34 - Tekstslide

Eerst worden de organen verwijderd. Deze worden in speciale vazen gedaan: canopen
Vervolgens wordt er een berg zout over het lichaam gelegd om al het vocht uit het lichaam te krijgen

Slide 35 - Tekstslide

Het lichaam wordt na ongeveer 40 dagen schoongemaakt en gebalsemd met geurige olie
Alle lichaamsholten worden gevuld met doeken, stro, klei en kruiden

Slide 36 - Tekstslide

Daarna wordt het lichaam in doeken gewikkeld, zodat er een mummie ontstaat
Het hart is teruggeplaatst, onder een amulet van een scarabee, maar alle andere organen worden bewaard in canopen.

Slide 37 - Tekstslide



Begraven



Grafkamers als woning.

Eerst in piramiden, maar dat kostte veel tijd om te maken.
En ze vielen nogal op. Gevolg: grafrovers

Slide 38 - Tekstslide

Dal der Koningen

Toen Thebe de hoofdstad was:

De latere koningen werden in rotsgraven in het zuiden van Egypte begraven. Ook hier zijn veel graven, vaak al voor de begrafenis, geplunderd.

Veel, maar niet allemaal....

Slide 39 - Tekstslide

Er komen 2 quizvragen aan... 

Slide 40 - Tekstslide

De grootste piramide ooit was...
(2 goede antwoorden)
A
160 meter hoog
B
230 meter breed
C
146 meter hoog
D
288 meter breed

Slide 41 - Quizvraag

De Egyptenaren geloofden dat de farao de aardse verschijning was van de god......
A
Osiris
B
Horus
C
Anoebis
D

Slide 42 - Quizvraag

Kunst
Veel kunst had te maken met geloof en het hiernamaals. Door deze kunst weten we veel over het dagelijkse leven in het oude Egypte.

Werkten volgens traditie. Egyptenaren beelden mensen mooi af. Dat was de norm.

Beeldhouwers gebruikten van allerlei tactieken. Bijvoorbeeld maken van reliëf (navertellen daden).

Slide 43 - Tekstslide

Reliëf

Slide 44 - Tekstslide

Wetenschap
Wetenschap in Egypte gericht op het oplossen van praktische problemen: bouwen en verf maken. 

Kennis werd gebruikt voor het bouwen van piramides en om te bepalen in welk seizoen de Nijl overstroomde en wat men daarmee kon doen.


Meetstokken, meetlinten, oppervlaktes berekenen, waterpas, kalender!!!

Slide 45 - Tekstslide

Er komen 4 afsluitvragen aan... 

Slide 46 - Tekstslide

''De farao was de opperrechter, aangesteld door de godin Maät. In hun naam organiseerde de vizier de rechtspraak. Hij had de leiding over alle rechtbanken. In elke rechtbank volgden de rechters, allemaal priesters, zijn raad op. Elke rechtbank had een aanklager. Die las de klacht voor. De schrijver noteerde alles nauwkeurig. De beklaagde moest zichzelf mondeling verdedigen. Op zware misdaden zoals moord stond de doodstraf. Hoogverraad werd gestraft met het uitsnijden van de tong. Schriftvervalsing, diefstal en bedrog met het afhakken van een hand. ''
1. Beantwoord onderstaande vragen: 
Haal alle medewerkers van de farao uit deze tekst en zeg ook wat hun taak was.

 2.Welke straffen stonden er op: 
  • het vermoorden van je buurman? 
  • het vervalsen van een contract? 
  • het verklikken van strijdplannen van de farao aan de vijand? 

Slide 47 - Tekstslide

Antwoord probleemstelling 3 
De farao kon zijn rijk onmogelijk alleen besturen. Hij had 
 mensen nodig die hem hierin zouden helpen. 
Zo hebben jullie zelf ontdekt dat de farao hulp krijgt bij het systeem van de rechtspraak. 
Op volgende dia vinden jullie een algemeen overzicht van zijn werknemers die de farao in dienst had. 

Slide 48 - Tekstslide

Slide 49 - Tekstslide

De paardensprong
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Tot slot leg je uit wat het woord betekent.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
N
G
N
N
O
E
I
K

Slide 50 - Sleepvraag

De paardensprong
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Tot slot leg je uit wat het woord betekent.
A
D
P
I
R
E
M
I

Slide 51 - Sleepvraag

De paardensprong
Maak met de paardensprong uit het schaakspel een woord van acht letters. Sleep daarna de letters naar de vakjes zodat het woord zichtbaar wordt. Tot slot leg je uit wat het woord betekent.
Het paard in het schaakspel beweegt 2 velden horizontaal met 1 veld verticaal of een beweging van 2 velden verticaal met 1 veld horizontaal. 

Er ontstaat bij een paardensprong altijd een L-vorm.
O
R
A
R
V
A
O
D

Slide 52 - Sleepvraag

Wat hebben jullie geleerd vandaag?


Huiswerk
par. 2.3 
opdr. ....................

Slide 53 - Tekstslide