paragraaf 4 absolutisme

Het streven van vorsten naar absolute macht 


tijdvak 6 Regenten en vorsten
1600 - 1700 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Het streven van vorsten naar absolute macht 


tijdvak 6 Regenten en vorsten
1600 - 1700 

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we doen?
herhaling
uitleg koningen willen meer macht
aan het werk (vraag 1 tot en met 3)

Slide 2 - Tekstslide

Zijn de volgende uitspraken over de Republiek juist of onjuist?
1. De Nederlandse Republiek bestond uit zeven zelfstandige gewesten.
2. De stadhouder uit het Huis van Oranje was een machtige regent.
3. Elk gewest in de Republiek had een eigen Staten-Generaal.
4. In de Republiek was de stadhouder een absoluut heerser.

A
1. juist, 2. juist, 3. onjuist, 4. onjuist
B
1. juist, 2. onjuist, 3. onjuist, 4. onjuist
C
1. juist, 2. juist, 3. juist, 4. onjuist
D
1. onjuist, 2. juist, 3. onjuist, 4. juist

Slide 3 - Quizvraag

Waarom was Maurits van Oranje ontevreden over het Twaalfjarig bestand?
A
het bestand beperkte de macht van de raadspensionaris
B
het bestand beperkte de macht van de stadhouder
C
het bestand was niet in het belang van de gewesten
D
het bestand was in het voordeel van de Spanjaarden

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het grootste verschil tussen de VOC en de WIC?
A
De WIC deed aan slavenhandel
B
De VOC deed aan kaapvaart
C
De WIC ging richting het Oosten
D
De VOC werd later opgericht dan de WIC

Slide 5 - Quizvraag

1672 wordt het Rampjaar genoemd. Waarom?
A
De Republiek werd door Engeland én Frankrijk aangevallen.
B
De laatste stadhouder overlijdt.
C
Alle leden van de Staten-Generaal komen om bij een brand.
D
De VOC verliest al haar schepen.

Slide 6 - Quizvraag

Deze opdracht gaat over het Rampjaar 1672.

In 1672 werd de Republiek door vier andere Europese landen aangevallen.

Wat was een GEVOLG (dus geen oorzaak) van die aanval?
A
De Franse koning Lodewijk XIV besloot om zijn macht naar het noorden toe uit te breiden.
B
Willem III werd door de regenten, die dat eigenlijk niet wilden, toch benoemd tot stadhouder.
C
Engeland wilde een einde maken aan de sterke machtspositie van de Nederlandse handelaren.
D
Geen van de genoemde antwoorden is een gevolg

Slide 7 - Quizvraag

Vaak wordt er over Nederland gezegd dat het een tolerant is. Deze reputatie had Nederland al sinds de Gouden Eeuw. MAAR waarom migratie?

Economisch
Religieus
Wetenschap
Vanuit Zuidelijke Nederlanden (België) vluchtten veel kooplieden naar Holland.

Vaak rijke mensen die geld en hun contacten meenamen.

Joden uit Spanje, Portugal en Midden-Europa naar Nederland.

Mensen komen naar Nederland om hun kritische boeken te publiceren.
Vanaf 1685 komen hugenoten (Franse protestanten) naar Nederland door Lodewijk XIV.

Uit Duitse Rijk vluchtten veel mensen voor de oorlog naar Holland. Ook voor de VOC!

Slide 8 - Sleepvraag

Twaalfjarig Bestand
Oprichting VOC
Stadhouderloze tijdperk
Rampjaar
Willem III wordt stadhouder

Slide 9 - Sleepvraag

eerste deel paragraaf
het streven van vorsten naar absolute macht 

Slide 10 - Tekstslide

hoe was het in de middeleeuwen: Leenstelsel
probleem:
vorsten moesten bij oorlog, 
steeds adel vragen om mee te helpen.

leenmannen gingen hun deel als
geboorte recht beschouwen.

Slide 11 - Tekstslide

Koningen willen meer macht
  • 17e eeuw: Meeste landen monarchie
  • Monarchie = vorm van bestuur met een koning aan het hoofd
  • Koningschap = Erfelijk

  • Eerst afhankelijk van adel --> geld & leger
  • Door belasting te heffen --> 
  • Niet meer afhankelijk van geld adel
  • Zo meer macht.
  • centralisatie

Slide 12 - Tekstslide

aan het werk
maak opdrachten 1 tot en met 3
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

les 2: Lodewijk 14e krijgt absolute macht
herhaling
uitleg deelparagraaf 2
aan het werk

Slide 15 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIV krijgt absolute macht
De Franse koning Lodewijk XIV werd koning toen hij 4 jaar was. Maar een minderjarige kon ook toen geen koning zijn, dus bepaalden zijn moeder de koning en haar eerste minister het beleid. In de tijd dat Lodewijk minderjarig was, werd Frankrijk geteisterd door opstanden van de adel tegen het gevoerde beleid. Bovendien waren er godsdienst twisten tussen de katholieken en de hugenoten.

Hugenoten = Franse protestanten

Slide 16 - Tekstslide

L'État, c'est Moi
Lodewijk XIV besloot: dit moet anders. Op het moment dat hij aan de macht kwam, accepteerde hij geen inspraak meer van de Staten-Generaal, hij bepaalde voortaan alles zelf. 
De wil van de Franse koning Lodewijk XIV was wet. Dit noem je absolutisme
Deze macht was door God gegeven: het droit divin (goddelijk recht). Omdat zijn macht van God kwam, was de Staten-Generaal (voor verantwoording aan het volk) overbodig

absolutisme - staatsvorm waarbij de koning of keizer alle macht in handen heeft

Slide 17 - Tekstslide

Versailles
Lodewijk XIV wilde graag aan iedereen tonen wat een machtige koning hij was. Dat deed hij door oorlogen te voeren en door een enorm paleis te laten bouwen in Versailles. In en rond dit kasteel liet hij een druk hofleven organiseren. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Koning Lodewijk XIV regeerde. Welk woord past het beste bij hem?
A
monarchie
B
democratie
C
absolutisme
D
dictatuur

Slide 22 - Quizvraag

hierna volgt een fragment om je een indruk te geven van de de grootte van het paleis in Versailles 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Leg uit hoe het 'droit divin' werkt en hoe dat dan als rechtvaardiging voor Lodewijks macht kon worden gezien.

Slide 25 - Open vraag

Geef per onderstaande onderdeel van Versailles aan hoe het streven naar absolutisme door Lodewijk hieruit af te leden valt.
- het gebouw
- de tuin

Slide 26 - Open vraag

Lodewijk XIV noemde zichzelf de zonnekoning. Leg uit waarom hij koos voor deze bijnaam

Slide 27 - Open vraag

Maar wat veranderde dat absolutisme aan de dagelijkse praktijk?

Slide 28 - Tekstslide

1. Macht van de adel werd beperkt 
politiek 
  • Ambtenaren voerden het bestuur, de adel had daardoor geen enkele invloed meer op het bestuur 
  • Het beroepsleger werd ingevoerd, de adel had daardoor geen enkele invloed meer op het leger
  • De adel werd verplicht om een deel van het jaar op het paleis Versailles te wonen. Lodewijk had daardoor de mogelijkheid om de adel goed in de gaten te houden  om zo opstanden te voorkomen

Slide 29 - Tekstslide

2. economie

economische politiek die erop gericht is om de rijkdom van het eigen land te vergroten, door de import te verkleinen en export te vergroten.
De economie van de Republiek werd hierdoor benadeeld.

Slide 30 - Tekstslide

3. Eén wet, één geloof, één vorst
religieus

Lodewijk vond dat hij ook de religie van zijn onderdanen mocht bepalen. Net als hijzelf moesten ze katholiek zijn.  Het doel: stabiliteit in zijn rijk. 

droit devin



    Slide 31 - Tekstslide

    Rampjaar 
    Lodewijk XIV wilde de economische en militaire macht van de Republiek graag breken. Oorlog was de beste manier om dat te bereiken, daarom sloot hij een verbond met Engeland en de bisschoppen van Münster en Keulen. Dit leidde tot het Rampjaar in 1672 

    Slide 32 - Tekstslide

    Lodewijk XIV en Willem III waren continu in oorlog met elkaar. Beredeneer dat Willem III zijn macht eigenlijk aan Lodewijk XIV te danken had.

    Slide 33 - Open vraag

    Video
    Wat? 
    Je gaat wat fragmenten zien uit een film over Lodewijk XIV. Tijdens de film worden vragen gesteld, let dus goed op

    Waarom? 
    Lodewijk XIV is de koning van Frankrijk in de Gouden Eeuw. De fragmenten maken duidelijk hoe hij zijn rijk regeerde. 


    Slide 34 - Tekstslide

    0

    Slide 35 - Video

    aan het werk
    maak opdrachten 4 tot en met 6

    Slide 36 - Tekstslide

    wat gaan we doen?
    toets afspreken
    herhaling
    aan het werk 
    uitleg laatste deel paragraaf
    zelfstandig werken

    Slide 37 - Tekstslide

    wat weet je nog van
    lodewijk de 14e

    Slide 38 - Woordweb

    Aan het werk: maak 1 tot en met 6
    timer
    15:00

    Slide 39 - Tekstslide

    Rusland
    • Tsaar Peter de Grote 
    • Rusland liep achter op rest Europese landen
    • Liet zich bijscholen... sindsdien:
    • Haven laten aanleggen
    • Academie voor zeelui
    • Groot leger
    • Veel land veroverd.

    Slide 40 - Tekstslide

    Slide 41 - Tekstslide

    ZELFSTANDIG WERKEN
    maak paragraaf 4 af

    Slide 42 - Tekstslide