In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Hoofdstuk 4 Het aanbod
LWEO Lesbrief Vraag en Aanbod
Slide 1 - Tekstslide
leerdoelen
prijselasticiteit van het aanbod berekenen
welke factoren beïnvloeden het aanbod
je kunt een grafiek goed interpreteren
Slide 2 - Tekstslide
prijselasticiteit van het aanbod
Ea = procentuele verandering aanbod (gevolg)
------------------------------------------
procentuele verandering van de verkoopprijs
Slide 3 - Tekstslide
Qa = 5P - 100 Wat is de prijselasticiteit bij een prijs van 60 euro naar 80 euro?
A
1,7
B
1,3
C
2
D
1,5
Slide 4 - Quizvraag
uitwerking
Stel P wijzigt van 60 naar 80 euro.
1. invullen P = 60
Qa = 5 x 60 - 100 = 200
2. invullen P = 80
Qa = 5 x 80 - 100 = 300
P stijgt met (80-60)/60 * 100% = 33,33%
Qa stijgt met (300-200)/200 * 100% = 50%
Ea = 50%/33,33% = 1,5
Slide 5 - Tekstslide
I: vaak is de prijselasticiteit op lange termijn groter dan op korte termijn II: een prijselasticiteit van 1,5 betekent dat als de prijs met 1% stijgt dat het aanbod met 1,5% daalt
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
I: juist, II: onjuist
D
I: onjuist, II: juist
Slide 6 - Quizvraag
verschuiving van en langs de aanbodlijn
langs de aanbodlijn
van de aanbodlijn
prijs verandert door een verandering van de vraaglijn
inkoopkosten veranderen
aantal aanbieders veranderen
productiviteit verandert
Slide 7 - Tekstslide
Verschuiving langs de aanbodlijn
Verschuiving van de aanbodlijn
Verschuiving langs de vraaglijn
Verschuiving van de vraaglijn
Slide 8 - Sleepvraag
Bij een productie van 100 is....
A
omzet 600, afzet 100, winst 200
B
omzet 400, afzet 100, winst 200
C
omzet 600, afzet 100, verlies 200
D
omzet 400, afzet 100, verlies 200
Slide 9 - Quizvraag
Qa = 0,2P - a I: als het aantal aanbieders stijgt, zal de constante a stijgen II: als de kostprijs daalt, zal de constante a dalen
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
I: juist, II: onjuist
D
I: onjuist, II: juist
Slide 10 - Quizvraag
I: lijnstuk AB is economisch zinvol II: lijnstuk DE is economisch zinvol
A
beiden juist
B
beiden onjuist
C
I: juist, II: onjuist
D
I: onjuist, II: juist
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Ik kan de prijselasticiteit van het aanbod berekenen.
😒🙁😐🙂😃
Slide 13 - Poll
Ik begrijp wat de berekende prijselasticiteit van het aanbod betekent.
😒🙁😐🙂😃
Slide 14 - Poll
Ik begrijp het verschil tussen verschuiven van en verschuiven langs de aanbodlijn