3 VWO Kapitel 3 Grammatik 2uur
1 / 18
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
wat betekent''sich umschauen''
A
kijken
B
rondkijken
C
zien
Slide 4 - Quizvraag
wat betekent''das Ziel''?
A
de ziel
B
de bestemming
C
de tent
D
de passie
Slide 5 - Quizvraag
wat betekent''anstrengend''?
A
moe
B
vermoeiend
C
benieuwd
D
trots
Slide 6 - Quizvraag
wat betekent''die Leidenschaft''?
A
de passie
B
de uitdaging
C
de envelop
Slide 7 - Quizvraag
Wat betekent ''stolz'' ?
A
moe
B
benieuwd
C
trots
D
comfortabel
Slide 8 - Quizvraag
gespannt betekent :
A
trots
B
comfortabel
C
benieuwd
D
vermoeiend
Slide 9 - Quizvraag
wat betekent''die Herausforderung''?
A
de uitzending
B
de uitdaging
C
de bestemming
D
het doel
