Week 5 - Lesson 2


Week 5 - Lesson 2
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Week 5 - Lesson 2

Slide 1 - Tekstslide

Planning
1. Read book
2. Check answers p. 29, 30, 31, 32
3. Demonstrative Pronouns
4. Homework

Slide 2 - Tekstslide

Read your book
In silence!
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Homework p. 30
  •  smile = glimlach
  • less = minder
  • clean = schoon
  • nurse = verpleegster
  • cow = koe
  • outside = buiten
  • herd = kudde
  • vet = dierenarts
  • to comfort = troosten
  • anxious = angstig
  • shore = kust
  • fed (to feed) = voerden (voeren)
  • deer = hert
  • pollution = vervuiling
  • the elderly = ouderen, oude mensen
  • to travel = reizen
  • smoke = rook
  • clear = helder
  • boar = zwijn
  • quiet = stil, rustig
  • to breathe = ademen
  • to hug = knuffelen
  • happy = vrolijk, blij
  • pandemic = pandemie
  • inside = binnen
  • city = stad
  • resident = inwoner
  • monkey = aap, aapje
  • deserted = verlaten 

Slide 4 - Tekstslide

Homework p. 31
Exercise B
  • animals can help us feel better
  • less smoke and pollution, more animals
  • they come into town
  • they are looking for food
  • make us happy, less lonely and less anxious
Exercise C
Eigen antwoord

Slide 5 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn aanwijzende voornaamwoorden?
Zoals het woord het al zegt:
aanwijzende voornaamwoorden gebruik je om mensen, dieren en dingen aan te wijzen. 

Slide 7 - Tekstslide

Welke aanwijzende voornaamwoorden heb je in het Engels? 
Je hebt in het Engels 4 aanwijzende voornaamwoorden:
This 
That 
These
Those

Slide 8 - Tekstslide

Nederlandse vertaling 
de gebruikte woorden
Near = dichtbij
Far = ver af
Singular = enkelvoud
Plurar = meervoud

Slide 9 - Tekstslide

Homework
* Do pages 19 and 20
* Study the grammar rules

11 oktober = grammar SO!

Slide 10 - Tekstslide