Voor de rechter klas 2

1 / 54
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapPraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 54 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

De docent stelt de volgende vraag: Waar denk je aan als je deze plaatjes ziet?

De docent legt uit dat de leerlingen zich de komende lessen gaan verdiepen in het onderwerp rechtspraak/rechtstaat. 


Je veilig voelen op straat
Soms voelen mensen zich onveilig op straat, in winkelcentra, in parken en op andere publieke plaatsen. Soms is dat terecht, bijvoorbeeld als in een buurt vrouwen worden lastiggevallen, zakkenrollers geregeld hun slag slaan of er af en toe een auto in brand wordt gestoken.

Maar vaak is het gevoel van onveiligheid niet gebaseerd op gebeurtenissen en is men bang voor dingen die waarschijnlijk niet zullen gebeuren. Als er echt iets aan de hand blijkt te zijn, komen gemeente, politie, buurtwerkers, bewoners zelf en andere mensen en instanties in actie om iets aan de gesignaleerde problemen rond veiligheid te doen.







Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom voelen sommige mensen zich niet altijd veilig in hun woonomgeving?
Welke bewoners van buurt of wijk voelen zich niet veilig in hun woonomgeving?
Waar zijn deze bewoners vooral bang voor?
In hoeverre is hun gevoel van onveiligheid gebaseerd op echte gebeurtenissen?
Welke maatregelen kunnen worden genomen om dit gevoel weg te nemen of te verminderen?
Wie en welke instanties kunnen die maatregelen nemen of daaraan bijdragen? 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wie kan maatregelen nemen of daaraan bijdragen?
A
Bedrijven
B
Particulieren
C
Overheidsinstanties
D
Scholen

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke maatregelen kunnen worden genomen om dit gevoel weg te nemen of te verminderen?
A
Strengere straffen voor overtreders
B
Minder betrokkenheid van buurtbewoners
C
Meer sociale activiteiten en buurtbewaking
D
Afschaffing van buurtwachten

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In hoeverre is hun gevoel van onveiligheid gebaseerd op echte gebeurtenissen?
A
Het is altijd gebaseerd op perceptie
B
Het kan gebaseerd zijn op ervaringen maar ook op perceptie
C
Het is altijd gebaseerd op ervaringen
D
Het is altijd gebaseerd op media-invloed

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar zijn deze bewoners vooral bang voor?
A
Voor te veel groenvoorzieningen
B
Voor verkeersveiligheid
C
Voor criminaliteit en overlast
D
Voor verbetering van de buurt

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke bewoners van buurt of wijk voelen zich niet veilig in hun woonomgeving?
A
Werkende volwassenen
B
Professionele beveiligers
C
Gezinnen met huisdieren
D
Kwetsbare groepen zoals ouderen en jongeren

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom voelen sommige mensen zich niet altijd veilig in hun woonomgeving?
A
Te veel politieaanwezigheid
B
Gebrek aan sociale cohesie en veiligheid
C
Overvloed aan straatverlichting
D
Hoge huizenprijzen

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe veilig voel je je in je woonomgeving (je straat, het plein of het groen, de directe omgeving rond je huis)? Waarom voel je je veilig of juist onveilig?
Stel deze vragen aan mensen op straat in een willekeurige stad en je krijgt allerlei antwoorden. Vrouwen en meisjes zijn bang om lastiggevallen te worden, want sommige mannen vinden het leuk om vrouwen na te roepen, na te fluiten of aan te raken. Homoseksuele mannen en vrouwen, transgenders en migranten zijn bang om uitgescholden of mishandeld te worden omdat ze anders zijn of er anders uitzien. Ambulancepersoneel, brandweerlieden en agenten zijn bang aangevallen te worden door agressieve omstanders als ze aan het werk zijn. Oudere mensen zijn bang om beroofd of mishandeld te worden omdat ze zich niet goed kunnen verweren. En hoe veilig of onveilig voelen scholieren zich op straat?
Sociale veiligheid in de openbare ruimte hangt af van:
de overzichtelijkheid van de buurt of wijk.
de toegankelijkheid van de buurt of wijk, de mate waarin je overal in de buurt of wijk kan komen.
het toezicht in de openbare ruimte, bijvoorbeeld door wijkagenten of camera’s. Toezicht betekent dat er op gelet wordt dat iedereen zich zo gedraagt dat anderen er geen last van hebben.
Kijk naar de video, waarin voorbijgangers de vraag wordt gesteld: "Hoe veilig voel je je op straat?" 





Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een factor die bijdraagt aan een veilige omgeving volgens de video?
A
Graffiti op de muren
B
Aanwezigheid van wijkagenten

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom voelen hulpverleners zich soms onveilig op straat?
A
Bang voor slecht weer
B
Bang om aangevallen te worden door omstanders

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom voelen homoseksuelen, transgenders en migranten zich soms onveilig op straat?
A
Uitgescholden of mishandeld vanwege hun uiterlijk
B
Te weinig groen in de omgeving

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom voelen vrouwen zich soms onveilig op straat?
A
Nafluiten of aanraken door mannen
B
Veel verkeer op straat
C
Lastiggevallen door mannen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat bepaalt de sociale veiligheid in de openbare ruimte?
A
Toegankelijkheid van de buurt
B
Toezicht in de openbare ruimte
C
Aantal winkels in de buurt
D
Overzichtelijkheid van de buurt

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hangjeugd
Vier groepen rondhangende jongeren In het onderzoek 'Problematische jeugdgroepen in Nederland' worden vier groepen 'rondhangende jongeren' onderscheiden. Twee van die vier groepen zijn doelgroepen voor de aanpak van overlast: de 'hinderlijke' en de 'overlastgevende' groepen. De hinderlijke groepen zijn aanspreekbaar op hun gedrag. De overlastgevende groepen treden provocerend op, zijn minder goed te corrigeren en vertonen doelbewust lichte vormen van crimineel gedrag. De derde groep rondhangende jongeren zijn criminele jongeren. Zij vallen niet onder de definitie van overlast maar zijn een doelgroep voor de aanpak van jeugdcriminaliteit.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

 De vierde groep bestaat uit de zogeheten 'aanvaardbaar rondhangende' jongeren die geen overlast veroorzaken. Op de grens van strafbaar gedrag Het is moeilijk om een duidelijke definitie te geven van overlast. Overlastgevend gedrag speelt zich vaak af in het grensgebied tussen hinderlijk gedrag dat niet strafbaar is, en strafbaar gedrag dat niet altijd bestraft wordt. Bij het strafbare gedrag gaat het vooral om lichte vormen van regelovertredingen zoals overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) voor de openbare orde. Gemeenten handhaven de APV meestal in beperkte mate en dan vooral bij nadrukkelijke signalen en incidenten. Wat het nog ingewikkelder maakt is dat het gedrag dat omwonenden of bezoekers als overlast ervaren, niet per definitie gedrag is dat de groep zelf zo ervaart of bedoelt. Het gedrag kan bijvoorbeeld voortkomen uit verveling, gebrek aan bereikbare of gewenste activiteiten in de vrije tijd, onmacht of uitlokking. Mensen in de omgeving beleven dit gedrag vaak als 'sociaal onaanvaardbaar gedrag'.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke groep jongeren treedt provocerend op en is minder goed te corrigeren?
A
Onschuldige jongeren
B
Criminele jongeren
C
Overlastgevende groepen
D
Hinderlijke groepen

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke groep jongeren valt niet onder de definitie van overlast?
A
Overlastgevende groepen
B
Criminele jongeren
C
Hinderlijke groepen
D
Onschuldige jongeren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke groep jongeren valt onder de aanpak van jeugdcriminaliteit?
A
Overlastgevende groepen
B
Hinderlijke groepen
C
Criminele jongeren
D
Onschuldige jongeren

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke groep vertoont doelbewust lichte vormen van crimineel gedrag?
A
Overlastgevende groepen
B
Hinderlijke groepen
C
Criminele jongeren
D
Onschuldige jongeren

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke groep jongeren is aanspreekbaar op hun gedrag?
A
Criminele jongeren
B
Overlastgevende groepen, provoceren.
C
Hinderlijke groepen, begrijpen vaak waarom ze als hinderlijk ervaren worden.
D
Onschuldige jongeren

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat maakt het moeilijk om een duidelijke definitie te geven van overlast?
A
Overlast is altijd strafbaar
B
Gedrag kan voortkomen uit verveling, gebrek aan activiteiten, iedereen ervaart overlast anders.
C
Iedereen ervaart gedrag hetzelfde

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van strafbaar gedrag dat niet altijd bestraft wordt?
A
Overtredingen van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) (zoals fietsen in het dorp)
B
Moord en diefstal
C
Verkeersovertredingen

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat ervaren omwonenden vaak als overlast?
A
Vriendelijkheid
B
Sociaal onaanvaardbaar gedrag
C
Normaal sociaal gedrag

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor gedrag wordt vooral bestraft bij overlast?
A
Zware misdaden
B
Sociale interactie
C
Lichte regelovertredingen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een mogelijke reden voor overlastgevend gedrag?
A
Verveling
B
Gebrek aan activiteiten
C
Veel sociale contacten
D
Te veel activiteiten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Wat zijn hangjongeren?
Welk gedrag laten hangjongeren allemaal zien? 

Welke gedrag hoort in welke groep thuis? 
'hinderlijke hangjeugd' 
'overlastgevende hangjeugd' 
criminele hangjeufd 
aanvaardbaar rondhangende jeugd.



Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Hoe bestrijden ze hangjeugd op dit moment. Werkt deze aanpak?

https://www.politie.nl/informatie/maatregelen-tegen-overlast-van-hangjongeren.html

Maak een plan van aanpak voor elke groep.
Denk aan hulp door politie, jeugdwerk etc.
Welke aanpak denken jullie dat zou helpen per groep?
hoe zit het met gebruik van middelen?
Hoe staat het met het uitgaan/na schoolse activiteiten voor jongeren? 
Is er criminaliteit onder jongeren?
Wat doen de jongeren met geld, of als zij het juist ‘niet’ hebben?

Maak een mooi plan waarbij jij/jullie denken dat de politie niet meer als amusement word beschouwd door de jongeren.





Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

halt

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 34 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je op de foto?

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Denk je dat een
taakstraf nut heeft?
wel nut
geen nut

Slide 36 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De straffen in Nederland zijn te laag.
Eens
Oneens

Slide 37 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Jongeren moeten dezelfde straffen krijgen als volwassenen.
Eens
Oneens

Slide 38 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

De bedoeling van Halt
Iedere jongere een kansrijke toekomst... 
door van fouten te leren en ze goed te maken.

Wanneer de politie je heeft verwezen naar Halt heb je de wet overtreden.
Dat betekent dat je een Halt-straf krijgt. Waarom een Halt-straf?
Jij bent zelf verantwoordelijk voor je daden. Bij Halt krijg je de kans
om recht te zetten wat je verkeerd hebt gedaan. Door te leren van
je fouten voorkom je dat je weer in de problemen komt.

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je tijdens een Halt-straf?
De Halt-straf start met een brief naar jou en je ouders. 
Daarna komje samen met je ouders op gesprek. Tijdens dit gesprek bespreken jullie met de Halt-medewerker wat er is gebeurd. Ook wordt de straf bepaald. Meestal bestaat de straf uit:

  • Gesprekken met jou en je ouders.
  • Excuus aanbieden aan het slachtoffer.
  • Indien van toepassing: vergoeden van de schade.
  • Een leeropdracht die past bij wat er is gebeurd.
  • Soms krijg je ook een werkopdracht.

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meer aan de hand?
Misschien kwam je met de politie in aanraking omdat je problemen
hebt. Halt praat daarom ook met je over thuis, je school, je vrienden
en je vrijetijdsbesteding. Als blijkt dat er problemen zijn, brengt
Halt jou en je ouders in contact met een organisatie die kan helpen
om de problemen op te lossen.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is je straf klaar?
Halt geeft je de kans om je strafbare gedrag recht te zetten zonder
dat dit langdurige gevolgen heeft. Heb je je aan alle afspraken
gehouden en de opdracht(en) goed afgerond? Dan is jouw straf klaar
en kom je niet in aanraking met Justitie. Zo voorkom je een justitiële
aantekening. 
Als je toch niet naar Halt wilt nadat je bent doorverwezen of je afspraken niet nakomt, dan stopt Halt met jouw straf.
Je zaak kan dan worden doorgestuurd naar de officier van justitie.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom heeft de overheid bureau HALT bedacht?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat doet bureau HALT?

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uit welke onderdelen bestaat een HALT-straf?

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 46 - Video

Deze slide heeft geen instructies

"Ook een sigaretje, Bas?", nodigt Mark zijn vriendje uit. "Doe niet zo kinderachtig, man! Als je 11 bent en je hebt nog nooit gerookt, dan tel je voor ons niet mee:, voegt Leo toe. "We vertellen het echt niet tegen je moeder hoor!" "Nou, ik ben heus niet bang van mijn moeder", snauwt Bas de 2 jongens van 14 toe. "
En roken durf ik ook wel!" Even later dwarrelen 3 rookwolken over het plein. "Weet je, dat hier zaterdagavond 8 ruiten zijn ingekegeld?", zegt Leo tussen 2 trekjes door. "Gaaf jonge!!"

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin past het meest bij Bas?
A
Hij is niet bang voor Leo en Mark
B
Hij durft geen "nee" te zeggen.
C
Hij gooit wel vaker ruiten in.

Slide 48 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met zijn sigaret schuin tussen de lippen pakt Leo een losliggende tegel en gooit 'm op de rand van de zandbak aan stukken. Met een aanloop smijt hij een ruit aan diggelen; Klets!! Mark kan natuurlijk niet achterblijven: Yess!! 
"Zeg Bas.. als je 11 bent... en je hebt nog nooit een ruit...eh...dan tel je voor ons niet mee...enne...". Bas twijfelt. Hij heeft geleerd dat je spullen van een ander heel moet laten. Maar Mark en Leo komen dreigend dichterbij. "Waar blijf je nou...?!" Benggg...!!

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De jongens rennen weg. Maar verder dan het einde van de straat komen ze niet. Een politieauto - met 2 agenten erin - snijdt hen met gierende banden de pas af. "Zijn jullie helemaal gek geworden", moppert een van de agenten tegen de jongens. "Kom op, mee naar het buerau!"Tien minuten later bekennen zijn, dat ze 3 ruiten hebben vernield. "Dangaan wij eerst jullie ouders bellen", zegt een agent. "Die moeten naar het bureau komen. En... wel eens van bureau Halt gehaoord?"

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar krijgt Bas mee te maken?
A
Een STOP - reactie (STOP-taak)
B
Een HALT - afdoening (HALT-straf)

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar krijgen Leo en Mark mee te maken?
A
Een STOP - reactie (STOP-taak)
B
Een HALT - afdoening (HALT-straf)

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De HALT-straf van Mark en Leo bestaat uit:
Twee keer op zaterdagmorgen komen werken
en de schade betalen (€300,-).
Wat vind jij van deze straf?

Slide 53 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jeugdgevangenis

Slide 54 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies