- Komt vaker voor in het examen.
- De vraag kan zowel in het Nederlands en Duits worden gesteld.
- Het antwoord staat niet letterlijk in de tekst maar altijd omschreven in andere woorden.
- Streep antwoorden waarvan je zeker weet dat ze fout zijn weg.
- Lees nauwkeurig en trekt niet te snel een conclusie.