past perfect / prepositions of time and place (on/in/at)

Today's plan
- goal
- grammar
- exercises
- kahoot about grammar
-reading
- exercises
- homework
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zit 26 slide, met interactieve quiz en tekstslide.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Today's plan
- goal
- grammar
- exercises
- kahoot about grammar
-reading
- exercises
- homework

Slide 1 - Tekstslide

Prepositions

Slide 2 - Tekstslide

What are they?
I left my drink on the table.
He is at home
She is waiting for me in the classroom.
Christmas is always in December.

Slide 3 - Tekstslide

In / At / On
Place
Time
IN = ergens in
We're in the cinema

AT = erbij/bij 
We're at the cinema

ON = ERBOVENOP
We're ON the cinema?!
IN = lange periodes/over
In August, in 10 minutes

AT = specifieke tijd
At four o'clock, at noon

ON = dagen/data
On a Monday, On 5 June

Slide 4 - Tekstslide

Tijd: AT, ON, IN
At gebruik je bij specifieke tijden:
• om 4 uur » at 4 o'clock
• om 12.15 uur » at 12.15
• uitzondering: in het weekend » at the weekend (UK)
On gebruik je bij dagen en data:
• op maandagen » on Mondays
• op 25 december » on the 25th of December
• uitzondering: in een weekend » on a weekend (USA)
In gebruik je gedurende periodes:
• in de ochtend » in the morning
• in juni » in June

Plaats: AT, ON, IN 
At gebruik je bij huisnummers en gebouwen:
• op nummer 14 » at number 14
• op school » at school
• op het vliegveld » at the airport
On gebruik je bij wegen en oppervlaktes:
• in de Rivierstraat » on River Street
• op de grond » on the ground
• op het dak » on the roof
In gebruik je bij steden, provincies, landen, continenten en in ruimtes:
• in Amsterdam » in Amsterdam
• in Schotland » in Scotland
• in Zuid-Amerika » in South-America

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

IN
ON
AT
The Evening, The morning
Winter, 2006, July

Wednesday, My birthday,
Sunday morning, Saturday, 
July 2nd, Christmas
the tapas restaurant, night, midday, 12:30

Slide 7 - Sleepvraag

I was born ............ January.
A
In
B
On
C
At
D
By

Slide 8 - Quizvraag

I always go skiing ........ the winter.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 9 - Quizvraag

The exercise is ........ page 53.
A
In
B
On
C
At
D
To

Slide 10 - Quizvraag

on
in
at
1997
the forest
the table
Sunday
Thanksgiving
Develsingel 5
the metro
autumn

Slide 11 - Sleepvraag

Choose between on/in/at:
I'll see you .... 11 am!

Slide 12 - Open vraag

Choose between on/in/at:
I was born ... 7 August 2002.

Slide 13 - Open vraag

Choose between on/in/at:
He put the book ... the desk.

Slide 14 - Open vraag

I know the difference between on/in/at
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

kahoot

https://play.kahoot.it/v2/?quizId=9c7b9f98-c291-4666-a605-d895fb64ba02&hostId=d03116f1-e0bb-40e7-9367-786430ef4772

Slide 16 - Tekstslide

Past perfect

Slide 17 - Tekstslide

Past Perfect

Slide 18 - Tekstslide

Past perfect

Slide 19 - Tekstslide

Past perfect

Slide 20 - Tekstslide

Past perfect

Slide 21 - Tekstslide

Past perfect:
Which sentence contains a Past Perfect?
A
I watched my brother leave the store.
B
I was watching tv when he left the store.
C
I have just watched him leaving the store
D
I had watched him leaving the store when I spoke to you.

Slide 22 - Quizvraag

PAST PERFECT:
Welke zin gebruikt de Past Perfect?
A
I watched my brother leave the store.
B
I was watching tv when he left the store.
C
I have just watched him leaving the store
D
I had watched him leaving the store when I spoke to you.

Slide 23 - Quizvraag

Create your own sentence in the past perfect.

Slide 24 - Open vraag

Kahoot
https://create.kahoot.it/details/cd05adcb-db0e-4ac8-91cd-22e07720536b

Slide 25 - Tekstslide

Grab your agenda (homework)
Chapter 2: 27, 28, 29
Chapter 2: 10, 11, 12
Study vocabulary chapter 2 + grammar Prepositions and past perfect


timer
20:00

Slide 26 - Tekstslide