,

Paragraaf 4 Meer mensen krijgen inspraak (2 lessen)

Burgers en stoommachines
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 7 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgers en stoommachines
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

§4
Meer mensen krijgen inspraak
A
Een nieuwe grondwet
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat er in het bestuur van Nederland veranderde door de grondwet van 1848
Begrippen:
  • grondwet
  • parlement
  • parlementaire democratie
B
Vrouwen willen gelijkheid
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat sommige vrouwen wilden veranderen aan de samenleving en of dat lukte
Begrippen:
  • feminisme
C
Nederland wordt een democratie (volgende les)
Leerdoel:
  • Je kunt beschrijven dat Nederland steeds democratischer werd
Begrippen:
  • geen begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Wat gaan we doen
Lezen paragraaf 4 (deels)
Aantekeningen
Opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Lezen paragraaf 4

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

1813: Nederland wordt een koninkrijk
1815: Grondwet
§4
Meer mensen krijgen inspraak
A
Een nieuwe grondwet
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat er in het bestuur van Nederland veranderde door de grondwet van 1848
Begrippen:
  • grondwet
  • parlement
  • parlementaire democratie
alle burgers zelfde grondrechten
veel macht bij de koning: Willem I
vrijheid van meningsuiting
vrijheid van godsdienst
Liberalen: 
de macht zou bij het volk moeten liggen

Slide 8 - Tekstslide

1848: veel onrust in Europa. Ook rellen in NL.
Koning Willem II geeft opdracht voor nieuwe grondwet:
  • rijke mannen kozen leden van het parlement
  • Elke 4 jaar kwamen er verkiezingen. 
  • koning is onschendbaar en ministers zijn verantwoordelijk

Parlementaire democratie. Het parlement had de meeste macht. 
De macht was verschoven van koning naar burgers
§4
Meer mensen krijgen inspraak
A
Een nieuwe grondwet

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Aan de slag
Maken 1 tm 6

Slide 11 - Tekstslide

Afronding

Slide 12 - Tekstslide

Welke 4 zinnen passen het beste bij de grondwet van 1848?
Sleep die naar het groene vlak
De burgers kregen nu meer rechten
De burgers kregen vrijheid van meningsuiting
De koning verbood verdere onrust in Europa
De rechten van de koning worden uitgebreid
De rijke burgers mochten niet meer stemmen
Iedereen kreeg vrijheid van godsdienst
Voor de grondwet was iedereen voortaan gelijk

Slide 13 - Sleepvraag

Een invulopdracht over een nieuwe grondwet.
Kies telkens uit de twee mogelijkheden en sleep ze naar de juiste plek.

In het jaar              werd in Nederland een nieuwe grondwet gemaakt.
De opdracht voor de nieuwe grondwet werd gegeven door koning                       .
De nieuwe grondwet was vooral een wens van de                     . 
1848
1852
Willem III
Willem II
Liberalen
Socialisten

Slide 14 - Sleepvraag

Sleep de tekstvakken A t/m F steeds naar 1 of 2.
Vóór de grondwet van 1848
Ná de grondwet van 1848
De koning mag alles zelf beslissen
De ministers besturen het land
Ministers moeten voor elke beslissing toestemming vragen aan de volksvertegenwoordiging.
Ministers geven advies aan de koning, als de koning daarom vraagt.
De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door rijke, mannelijke burgers.
De koning mag ministers ontslaan

Slide 15 - Sleepvraag

Burgers en stoommachines
Paragraaf 4: Meer mensen krijgen inspraak
les 2

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

§4
Meer mensen krijgen inspraak
A
Een nieuwe grondwet
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat er in het bestuur van Nederland veranderde door de grondwet van 1848
Begrippen:
  • grondwet
  • parlement
  • parlementaire democratie
B
Vrouwen willen gelijkheid
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat sommige vrouwen wilden veranderen aan de samenleving en of dat lukte
Begrippen:
  • feminisme
C
Nederland wordt een democratie (volgende les)
Leerdoel:
  • Je kunt beschrijven dat Nederland steeds democratischer werd
Begrippen:
  • geen begrippen

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Slide 20 - Video

Welke 4 zinnen passen het beste bij de grondwet van 1848?
Sleep die naar het groene vlak
De burgers kregen nu meer rechten
De burgers kregen vrijheid van meningsuiting
De koning verbood verdere onrust in Europa
De rechten van de koning worden uitgebreid
De rijke burgers mochten niet meer stemmen
Iedereen kreeg vrijheid van godsdienst
Voor de grondwet was iedereen voortaan gelijk

Slide 21 - Sleepvraag

Een invulopdracht over een nieuwe grondwet.
Kies telkens uit de twee mogelijkheden en sleep ze naar de juiste plek.

In het jaar              werd in Nederland een nieuwe grondwet gemaakt.
De opdracht voor de nieuwe grondwet werd gegeven door koning                       .
De nieuwe grondwet was vooral een wens van de                     . 
1848
1852
Willem III
Willem II
Liberalen
Socialisten

Slide 22 - Sleepvraag

Sleep de tekstvakken A t/m F steeds naar 1 of 2.
Vóór de grondwet van 1848
Ná de grondwet van 1848
De koning mag alles zelf beslissen
De ministers besturen het land
Ministers moeten voor elke beslissing toestemming vragen aan de volksvertegenwoordiging.
Ministers geven advies aan de koning, als de koning daarom vraagt.
De leden van de Tweede Kamer worden gekozen door rijke, mannelijke burgers.
De koning mag ministers ontslaan

Slide 23 - Sleepvraag

Wat gaan we doen
Lezen paragraaf 3 (deels)
Aantekeningen
Opdrachten

Slide 24 - Tekstslide

De grondwet van 1848 is een liberale grondwet
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

Nieuw in de grondwet van 1848 was:
A
Censuskiesrecht
B
Algemeen kiesrecht
C
De regering is de hoogste macht
D
Recht op onderwijs

Slide 26 - Quizvraag

Wat stond NIET in de grondwet van 1848?
A
Ministeriële verantwoordelijkheid
B
Koninklijke onschendbaarheid
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Algemeen kiesrecht

Slide 27 - Quizvraag

In 1848 veranderde Thorbecke in opdracht van de koning de grondwet.
Wat was een verandering in de grondwet van 1848?
A
koning kreeg minder macht
B
minister kregen minder macht
C
koning kreeg meer macht
D
Ministers werden onschendbaar

Slide 28 - Quizvraag

Lezen paragraaf 4

Slide 29 - Tekstslide

§4
Meer mensen krijgen inspraak
B
Vrouwen willen gelijkheid
Leerdoel:
  • Je kunt uitleggen wat sommige vrouwen wilden veranderen aan de samenleving en of dat lukte
Begrippen:
  • feminisme
Mannen
Vrouwen
Hoofd van het gezin
Nam alle beslissingen
Mogen niet:
scheiding aanvragen
grote bedragen uitgeven
stemmen

Huishouden en voor kinderen zorgen

Bij werk minder betaald
Vrouwen in actie voor vrouwenkiesrecht

Slide 30 - Tekstslide

§1.4
Meer mensen krijgen inspraak
B
Vrouwen willen gelijkheid
Vanaf 1870: vrouwen in actie voor gelijke rechten: feminisme

1: Vrouwen uit middenklasse en gegoede burgerij
2: Daarna vrouwen arbeidersklasse
3: Daarna mannen

Belangrijkste doel: vrouwenkiesrecht. Dit is in 1919 gelukt

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

§1.4
Meer mensen krijgen inspraak
B
Vrouwen willen gelijkheid
Aletta Jacobs

Eerste vrouw die:
  • studeert aan een universiteit
  • arts is geworden
  • gepromoveerd is

Slide 33 - Tekstslide

§1.4
Meer mensen krijgen inspraak
C
Nederland wordt een democratie
Leerdoel:
  • Je kunt beschrijven dat Nederland steeds democratischer werd
Begrippen:
  • geen begrippen
1848: nieuwe grondwet
Mannen die minimaal 20 gulden belasting betaalden mochten stemmen (1,9% bevolking)
1917: wijziging grondwet
Alle mannen vanaf 25 mogen nu stemmen
1919: wijziging grondwet
Alle vrouwen vanaf 25 mogen nu stemmen
1946: 23 jaar
1963: 21 jaar
1972: 18 jaar

Slide 34 - Tekstslide

Aan de slag
Afmaken paragraaf 4
Klaar: test jezelf en de flashkaarten

Slide 35 - Tekstslide

Afronding

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Video

parlement
Sociale kwestie
Feminisme
Het geheel van slechte leef- en werkomstandigheden.
Hier zitten onze volksvertegenwoordigers
Het opkomen voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen.

Slide 38 - Sleepvraag

Liberalen
Socialisten

Slide 39 - Sleepvraag

Willen gelijke rechten voor vrouwen
Willen meer rechten voor burgers
Willen algemeen mannenkiesrecht
Willen algemeen kiesrecht
Feminisme

Slide 40 - Sleepvraag

Sleep de juiste aspecten naar de bijbehorende politieke stroming
Liberalisme
Socialisme
Feminisme
Vrijheid, geen overheidsbemoeienis
Gelijkheid en een actieve overheid om dit te regelen
Gelijkheid, ook voor de vrouwen

Slide 41 - Sleepvraag

Liberalen
Socialisten
gelijkheid
kinderwetje
woningwet
weinig overheids
bemoeienis

Slide 42 - Sleepvraag

JUIST
ONJUIST
Socialisten willen uitbuiting stoppen
De Sociale kwestie werd in de 19e eeuw opgelost
De eerste socialistische partij werd in 1881 opgericht
Liberalen waren tegen sociale wetten

Slide 43 - Sleepvraag

huiswerk:



Huiswerk paragraaf 4

Slide 44 - Tekstslide