5: bijvoeglijk naamwoord

Werkwoordelijk gezegde
Ik kan de woordsoort bijvoeglijk naamwoord benoemen in een zin.
Ik kan uitleggen wat een bijvoeglijk naamwoord is. 
Bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
Cursus 5 paragraaf 5
Maken opdracht 
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Werkwoordelijk gezegde
Ik kan de woordsoort bijvoeglijk naamwoord benoemen in een zin.
Ik kan uitleggen wat een bijvoeglijk naamwoord is. 
Bijvoeglijk naamwoord
Nederlands
Cursus 5 paragraaf 5
Maken opdracht 
Hebben we alle doelen behaald?
Afmaken opdrachten

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk controle!

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik kan een bijvoeglijk naamwoord 
benoemen in een zin.
Ik kan uitleggen wat een bijvoeglijk naamwoord is. 

Slide 3 - Tekstslide

Welke woordsoort is hier onderstreept?

1. Het oude flatgebouw in onze straat wordt de komende maanden opgeknapt.
2. De gele trein rijdt richting Eindhoven. 
3. Mijn moeder wil niet in een heel lelijk flatgebouw zonder lift wonen.
4. Mariëtte gaat vanavond bowlen met haar beste vriendinnen.
5. Die jongen heeft verkering met het kleinste meisje in de klas.

Slide 4 - Tekstslide

Theorie bijvoeglijke naamwoorden
Een bijvoeglijk naamwoord:
- vertelt iets over een zelfstandig naamwoord
- kan voor en achter een zelfstandig naamwoord staan,
bijvoorbeeld: De blauwe trui is kapot.
- stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden zeggen van welk materiaal iets is gemaakt, 
bijvoorbeeld: de zilveren ring

Slide 5 - Tekstslide

Theorie

Slide 6 - Tekstslide

Sleep de woorden naar de juiste plek. 
Bijvoeglijke naamwoorden
Andere woorden
lief
kast
aardig
oud
blijven
de
ijzeren
vervelende
boek
gekookte
want
langste

Slide 7 - Sleepvraag

Vragen?

Slide 8 - Tekstslide

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Omdat mijn moeder een andere baan kreeg.'
A
mijn
B
andere
C
omdat
D
kreeg

Slide 9 - Quizvraag

Vul het bijvoeglijk naamwoord in.
lief - Het ........meisje zat achter in de klas.

Slide 10 - Open vraag

Vul het bijvoeglijk naamwoord in.
zorgelijk - Er verscheen een ......rimpel in zijn voorhoofd.

Slide 11 - Open vraag

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Judith trok een vragend gezicht.'
A
vragend
B
trok
C
gezicht
D
Judith

Slide 12 - Quizvraag

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Een stil meisje, smalletjes, ze hield zich nogal afzijdig', somde Evelien de Bruin op.
A
stil
B
meisje
C
somde
D
op

Slide 13 - Quizvraag

Vul het bijvoeglijk naamwoord in.
smal - Ze schoof haar fiets in het .......gangetje.

Slide 14 - Open vraag

Welk woord is een bijvoeglijk naamwoord?
'Jij lijkt me een heel serieus meisje met een groot verantwoordelijkheidsgevoel.'
A
heel
B
serieus
C
met
D
groot

Slide 15 - Quizvraag

De Notre-Dame in Parijs krijgt hetzelfde ontwerp als voor de ... brand van vorig jaar, zo maakten de architecten die de restauratie overzien in juli bekend. De ... president Emmanuel Macron zei eerder juist dat hij een ...      ontwerp voor de kathedraal wel zag zitten.
verwoestende
Franse
Frans
verwoestend
modern
moderne

Slide 16 - Sleepvraag

Aan het werk!
Cursus 5 paragraaf 5
Opdracht 1, 3, 5, 6, 7

Klaar?

Maak de opdrachten van paragraaf 9 (start bij opdr. 1)

Slide 17 - Tekstslide

Evaluatie lesdoelen
Ik kan de woordsoort bijvoeglijk naamwoord benoemen in een zin.
Ik kan uitleggen wat een bijvoeglijk naamwoord is. 

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk

Afmaken opdrachten
Cursus 5 paragraaf 5
Opdracht 1, 3, 5, 6, 7

Slide 19 - Tekstslide