ma'leer les theorieën criminaliteit

Theorieen over criminaliteit
Waarom wordt de ene crimineel en de ander niet?
zes theorieën
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Theorieen over criminaliteit
Waarom wordt de ene crimineel en de ander niet?
zes theorieën

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Oorzaken van criminaliteit
&
Theorieën over criminaliteit

Slide 3 - Tekstslide

etikettentheorie
Je krijgt een etiket en gaat je er dan ook naar gedragen.

Self-fullfilling prophecy (Becker)

Slide 4 - Tekstslide

bindingstheorie (Hirschi)
je wilt een ander niet telleurstellen wanneer er sprake is van sterke bindingen. Zijn die er niet dan is het makkelijker de stap tot crimineel gedrag te zetten.

Slide 5 - Tekstslide

anomie theorie(MERTON)
Je hebt dromen maar wanneer die dromen niet snel waargemaakt worden ga je op een illegale manier proberen je dromen te bereiken.
Verschil tussen levensdoelen en haalbaarheid.
Men ziet geen gelegenheid tot bereiken van doelen.
Normvervaging speelt een rol.

Slide 6 - Tekstslide

Aangeleerd gedragstheorie
Crimineel gedrag wordt aangeleerd. 

Vrienden en familie zijn bepalend

Slide 7 - Tekstslide

Neutraliseringstheorie
Iedereen "weet" dat ze niet crimineel gedrag moeten vertonen.

--> Groepsverband

--> Het viel wel mee

Slide 8 - Tekstslide

Rationele Keuze Theorie
Balans maken van mogelijke winst en verlies

Slide 9 - Tekstslide

Meer camera's ophangen zou een goede oplossing zijn als ... van toepassing is
A
Rationele Keuze Theorie
B
Etiketterings theorie
C
Anomie-theorie
D
Bindingstheorie

Slide 10 - Quizvraag

Anomie-theorie van socioloog Merton:
A
Nature
B
Nurture

Slide 11 - Quizvraag

"Schoolverlaters hebben hier zo een carrière als crimineel", zegt wijkagent Glen Sjögren

Welke theorie past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Gelegenheidstheorie
C
Anomie-theorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 12 - Quizvraag

'Groninger politiekorps: Asielzoekers crimineler' en 'Het is een smet op asielzoekers, maar feiten zijn feiten',

Welke theorie past hierbij?
A
bindingstheorie
B
gelegenheidstheorie
C
Anomie-theorie
D
etikettentheorie

Slide 13 - Quizvraag

Een 56-jarige man heeft een werkstraf van 40 uren gekregen voor fraude. De man wilde een levensverzekering afkopen en diende daar een vervalste aanvraag voor in.
Welke theorie past hierbij?
A
Bindingstheorie
B
Gelegenheidstheorie
C
Anomie-theorie
D
Etiketteringstheorie

Slide 14 - Quizvraag

SUCCES!

Slide 15 - Tekstslide