2.1 Migranten in een nieuw continent

2.1 Migranten in een nieuw continent
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

2.1 Migranten in een nieuw continent

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze les

Wat? Bevolking Zuid-Amerika
Bevolkingskenmerken: welke en hoe zit het in Zuid-Amerika

Waar? Waar wonen ze
Waarom daar?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zet de continenten op de juiste volgorde. 
Van meeste inwoners (1) naar minst aantal inwoners (6)
1
2
3
4
5
6

Slide 3 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat valt op?


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spreiding en groei

Hoe kun je de spreiding en groei verklaren? 
  • Natuurlijke bevolkingsgroei (geboorteoverschot)
  • Sociale bevolkingsgroei (migratie)
  • ALTIJD beïnvloed door natuurlijke (fysisch geografische) omstandigheden. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociale bevolkingsgroei Zuid-Amerika
4 perioden:
  • prekoloniale tijd 
  • koloniale tijd
  • post-koloniale tijd (traditioneel)
  • moderne tijd

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Prekoloniaal
Andesgebergte
Waarom aantrekkelijk?
  • Koeler dan in lager gelegen woestijnen en tropische regenwouden
  • Ideaal voor landbouw

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Inca's: Andenes
andenes = terrassen voor landbouw
  • vergroten van de hoeveelheid landbouwgrond die beschikbaar was voor boeren door een plantgebied voor gewassen te egaliseren.
  • Het verminderen van de kans op bevriezing, 
  • het verhogen van de blootstelling aan zonlicht, 
  • het beheersen van erosie, 
  • het verbeteren van de opname van water en 
  • een betere beluchting van de bodem

Slide 8 - Tekstslide

andenes = terrassen voor landbouw
  • vergroten van de hoeveelheid landbouwgrond die beschikbaar was voor boeren door een plantgebied voor gewassen te egaliseren.
  • Het verminderen van de kans op bevriezing, 
  • het verhogen van de blootstelling aan zonlicht, 
  • het beheersen van erosie, 
  • het verbeteren van de opname van water en 
  • een betere beluchting van de bodem
Koloniale tijd (vanaf ca. 1500)

  • Inheemse bevolking nam af
  • Europese kolonisten 
  • Tot slaven gemaakten uit Afrika 
  • Nu gemestizeerde bevolking
  • mulatten (combi blank-Afrikaans)
  • mestiezen (combi blank-indigena)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Post-koloniaal
  • Vanaf 1830 onafhankelijk
  • Vanaf 1850 enorme migratie
  • Migratie naar Zuid-Amerika werd gestimuleerd -->
naar de lege subtropische streken
  • Europa als afzetmarkt --> Langs de kust handelssteden

Slide 10 - Tekstslide

Vraag naar voedsel in Europa
Moderne tijd
  • Na 1945 politieke onrust --> militaire regimes
  • Na jaren '90 --> stijgende welvaart, meer rust
  • Intra continentale migratie nam toe

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4         Bergboeren
a Drie argumenten gevraagd:
 1) Veel bodems zijn vruchtbaar vanwege de vulkanische oorsprong. 
 2) Er is veel water voor irrigatie beschikbaar. 
 3) De temperatuur op grotere hoogte is gunstiger voor de landbouw. 
b met de mest van de graasdieren 
c Twee aanpassingen gevraagd: 
 1) het aanleggen van terrassen 
 2) irrigatie

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 8 Kanttekeningen bij het transitiemodel
a In minder ontwikkelde landen is een hoog sterftecijfer te danken aan ziekten, slechte hygiëne, enzovoort. In de meest ontwikkelde landen stijgt het sterftecijfer als gevolg van vergrijzing.
Uruguay is een van de meest ontwikkelde landen in Zuid-Amerika, maar heeft ook het hoogste sterftecijfer (zelfs nog hoger dan Nederland).
b De leeftijdsgroepen vanaf 25 - 29 jaar en jonger is even groot of maar iets groter dan de oudere groepen. Er werden dus in die tijd, 15 tot 29 jaar voor 2014, evenveel of maar iets meer kinderen geboren. Dat is heel anders bij Bolivia.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 8 Kanttekeningen bij het transitiemodel
c Argentinië is meer vergrijsd (figuur 2.12) en heeft dus daardoor een relatief hoog sterftecijfer. Bolivia heeft een jongere bevolking (figuur 2.12) maar een hoog kindersterftecijfer (37,5/W2), veel hoger dan Argentinië (9,7/W2).
d Bolivia: 1980
Chili: 2016
Brazilië: 2016
Argentinië: tussen 1980 en 2016 in

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Atlas erbij... GB225B
1. Waarom hebben juist landen als Peru, Bolivia en Ecuador een relatief hoog % indianen binnen de bevolking?
2. Op welke 2 manieren is de oorspronkelijke bevolking zichtbaar binnen Peru?
3. Waarom staat er in Uruguay een witte cirkel?
4. Waarom wonen er juist in Chili, Argentinië en Uruguay zoveel Europeanen?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Te maken werk...

2.1: 2 en 5en 8

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies