- Wat heb je nodig? ---> een hulpwerkwoord (être of avoir) + een voltooid deelwoord
Slide 4 - Tekstslide
Hoe maak je een voltooid deelwoord?
- werkwoorden die eindigen op -er:
-er haal je weg. --> zet een é neer. (exemple: parler --> parl --> parlé)
- werkwoorden die eindigen op -ir:
-ir haal je weg. --> zet een i neer. (exemle: finir --> fin --> fini)
- werkwoorden die eindigen op -re:
-re haal je weg. --> zet een u neer. (exemple: attendre --> attend --> attendu
Slide 5 - Tekstslide
être of avoir?
- Gebruik je in het Nederlands het hulpwerkwoord hebben? --> In het Frans gebruik je dan avoir.
- Gebruik je in het Nederlands het hulpwerkwoord zijn? --> In het Frans gebruik je dan meestalêtre. (er zijn uitzonderingen: ik ben begonnen = j'ai commencé. ik ben geweest = j'ai été.)
Slide 6 - Tekstslide
Gebruik je het hulpwerkwoord être?
- Achter het voltooid deelwoord kan dan een extra -e of -s komen. Dit ligt aan het onderwerp.