les 8 agressie

Les 8 omgaan met agressie
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
CrisisMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 8 omgaan met agressie

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen
overzicht wat je af hebt voor dit vak zowel teams als boom
Kennis Quiz van alle lessen van omgaan met agressie 1
Opdracht jouw valkuilen in Boom + opdracht 13 toepasselijk
Casus voorbespreken Toets volgende week 10 april
vragen rondje HJGGV
les afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

wat heb jij al af? check in 2 tallen
Teams: soorten agressie lijst + e-learning omgaan met agressie
gevoelsthermometer
logo's STOP & RED
Boom: thema 16 & 15 De-escalerend werken + omgaan met agressie
opdrachten thema 15: 4+5 +
opdrachten thema 16: 1, 3,4,5,8 + 13


Slide 3 - Tekstslide

Leermiddelen
we gaan gebruik maken van het boek, de online opdrachten en de theorie + oefeningen tijdens de lessen.
Dit alles heb je nodig om de eindopdracht te kunnen maken

Slide 4 - Tekstslide

les 8 agressie
We hebben de afgelopen veel geleerd en behandeld.
Laten we kijken wat je nog weet deze les & ons focussen op de valkuilen van hulverleners bij een crisis situatie en oplopende spanning.
Dit alles ook ter voorbereiding op de casus toets van volgende week tijdens de les 10 april,
Zijn we er klaar voor? dan begint de QUIZ nu :)! 21 vragen

Slide 5 - Tekstslide

Hoe noemt men agressie waarbij iemand niet opzettelijk iets of iemand schade toebrengt?
A
onbedoelde agressie
B
onbewuste agressie
C
onwillekeurige agressie
D
onopzettelijke agressie

Slide 6 - Quizvraag

Vertaal de volgende woorden naar het Engels: vechten, vluchten en verstijven.

Slide 7 - Open vraag

De omgeving kan bedreigend zijn en mensen voelen zich soms sneller angstig als gevolg van dementie of een hersenbloeding. Als zo iemand agressief gedrag vertoont, waar spreekt men dan van?
A
agressie als verzet tegen autoriteit
B
agressie als gevolg van psychische stoornissen
C
agressie als gevolg van neurocognitieve stoornissen
D
agressie als gevolg van frustratie

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Welk soort agressie zag je?
A
emotionele agressie
B
instrumentele agressie
C
frustratie agressie
D
non verbale agressie

Slide 10 - Quizvraag

Ida heeft een verstandelijke beperking. ze hecht erg aan gewoonte en kan slecht tegen verandering. als er teveel onverwachte dingen gebeuren, begint ze hard te schreeuwen.

welke aanleiding zie je?
A
agressie als reactie op frustratie
B
agressie als reactie op de zorgverlener
C
agressie als reactie op onrecht
D
agressie als reactie op bedreiging

Slide 11 - Quizvraag

verbale agressie
fysieke agressie
non verbale agressie
client gilt zomaar keihard
client volgt je overal waar je heengaat
client pakt je hand en laat deze niet meer los

Slide 12 - Sleepvraag

Een signaleringsplan of stoplicht methode is een handig hulpmiddel om stressniveaus en signalen bij de client te herkennen.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een goede reactie bij frustratie agressie?
A
gedrag begrenzen gesprek beëindigen
B
Luisteren, gedrag begrenzen
C
Gedrag begrenzen en meeveren
D
Luisteren, laten uitrazen, samenvatten

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Video

Hoeveel medewerkers in zorg en welzijn hebben te maken met agressie?
A
1 op de 4 medewerkers
B
1 op de 5 medewerkers
C
2 op de 3 medewerkers
D
2 op de 5 medewerkers

Slide 16 - Quizvraag

Professioneel handelen bij agressie houdt in:
A
reageren vanuit je emoties
B
kijken wat anderen doen
C
rationeel handelen
D
direct hulp inschakelen

Slide 17 - Quizvraag

Emotionele agressie
Frustratie agressie
instrumentele agressie
excuses en uitzonderingen bedenken
dreigend controleverlies 
controle en doelgericht

Slide 18 - Sleepvraag

Er zijn diverse methoden die je kunt inzetten wanneer je te maken krijgt met agressie. Welke?
A
STAP methode en de REDT methode
B
de SLAP en de TRED methode
C
de POST en KALM methode
D
de STOP en de Red methode

Slide 19 - Quizvraag

Waar staat de S voor in de STOP methode?
A
Situatie begrijpen.
B
Stoom afblazen.
C
Stil zijn.
D
Sterk in je schoenen.

Slide 20 - Quizvraag

Welk formulier vul je in na afloop van een agressie-incident waarbij jij zelf schade hebt oplopen?
A
Een RI&E formulier
B
een MIM formulier
C
een MIC formulier
D
een signaleringsplan

Slide 21 - Quizvraag

De aanpak bij de-escalerend werken is bij iedere zorgvrager hetzelfde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Wat helpt om je emoties onder controle te houden bij een agressie incident?
A
Schreeuwen
B
Lage buikademhaling
C
Boksen
D
Zingen

Slide 23 - Quizvraag

welke copingstijl is het meest effectief op lange termijn?
A
vermijding
B
verdoving
C
actief oplossen
D
sociale steun

Slide 24 - Quizvraag

Wanneer mag je volgens de Wet zorg en dwang onvrijwillige zorg toepassen?
A
Als er 'ernstig nadeel' dreigt
B
Als de cliënt een psychogeriatrische aandoening (zoals dementie) heeft of een verstandelijke beperking
C
Als er geen andere oplossing is om 'ernstig nadeel' te bestrijden
D
Alle drie zijn een voorwaarde

Slide 25 - Quizvraag

Wanneer is iemand volgens de wet zorg en dwang wilsonbekwaam ter zake ? Als zij of hij ....
A
De informatie over zijn zorg niet kan begrijpen
B
geen besluiten kan nemen
C
onvrijwillig is opgenomen
D
niet begrijpt wat de gevolgen van het besluit zijn

Slide 26 - Quizvraag

Hoe vaak moet volgens de Wet zorg en dwang een nieuwe maatregel geëvalueerd worden (niet toegepast in noodsituatie)?
A
Minimaal elke 4 weken
B
Minimaal elk half jaar
C
In eerste instantie 3 maanden en daarna 6 maanden
D
Minimaal elk jaar

Slide 27 - Quizvraag

1. Onder grensoverschrijdend gedrag verstaan we alle gedrag dat over de grenzen van het toelaatbare heengaat, zowel in wettelijke als in gevoelsmatige zin
A
Waar
B
Niet waar

Slide 28 - Quizvraag

einde Quiz
Hopelijk ben je weer een beetje opgefrist met de behandelde theorie, handig alvast voor de toets ;)

Slide 29 - Tekstslide

Wat gaan we doen
overzicht wat je af hebt voor dit vak zowel teams als boom
Kennis Quiz van alle lessen van omgaan met agressie 1
Opdracht jouw valkuilen in Boom + opdracht 13 toepasselijk
Casus voorbespreken Toets volgende week 10 april
vragen rondje HJGGV
les afsluiten

Slide 30 - Tekstslide




Weet jij de oplossing??

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

tips bij spanning bij jezelf
  1. Haal bewust en rustig adem. Adem in door je neus. Adem drie tellen in, houd je adem drie tellen vast en adem rustig vier tellen uit.
  2. Ontspan je spieren. Spieren die het eerst vast gaan zitten bij spanning zijn de spieren in je gezicht, nek, schouders, billen en knieën. Je kunt ontspannen door diep adem te halen en onopvallend te bewegen: een paar stappen zetten of gaan verzitten zonder dat de ander het merkt.
  3. Stuur je gedachten door niet negatief te denken. Denk dus niet ‘o jee, dit gaat fout aflopen’. Denk eerder in termen van ‘hij is boos, maar niet op mij’ of ‘als ik rustig blijf, komt het goed’.

Slide 33 - Tekstslide

Wat ga je maken in BOOM

thema 15 de-esclareren werken
Opdracht 9. Jouw valkuilen
thema 16 
opdracht 13. Toepasselijk

Slide 34 - Tekstslide

Casus toets bespreken
Zijn er vragen over de casus?
Wat kun je precies verwachten?
Hoe wordt de toets afgenomen?
na 30 minuten mag je het lokaal verlaten als je de
toets hebt ingeleverd.

Slide 35 - Tekstslide

belangrijk voor volgende week
  • Wees op tijd, oortjes uit en telefoons in je tas op stil.
  • 16 vragen in totaal over de casus.
  • Toets komt online via Teams om 15:00 tijdens de les.
  • Je zit apart van elkaar.
  • na 30 minuten mag je het lokaal verlaten als je de toets hebt ingeleverd.

Slide 36 - Tekstslide

Bedankt voor je aandacht & leer ze voor de toets volgende week :)

Slide 37 - Tekstslide

Hoe heb je deze kennis gerichte training ervaren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 38 - Poll