Mediawijsheid





Mediawijsheid 
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les





Mediawijsheid 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Media

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Er bestaat media die gebruik maken van massacommuncatie. Dit is massamedia. Dat is openbare communicatie waarbij grote groepen worden bereikt. Dan kan je denken aan radio, tv, websites en een amber-alert. Dit is vaak eenzijdig.  Je krijgt alleen maar informatie, maar stuurt niet terug. 

Bij social media is de communciatie tweezijdig.  Je kunt op elkaar reageren. Dit heeft positieve en negatieve gevolgen. 

Mediawijsheid is dat je voorzichtig en kritisch bent. 
Media en mediawijsheid

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder
  • Je denkt na over eigen (social) media gebruik en reflecteert op het gebruik hiervan. 

  • Je kent de betekenis van het begrip mediawijsheid en kan uitleggen waarom mediawijsheid tegenwoordig heel belangrijk is. 

  • Je kent de positieve en negatieve gevolgen van media. Deze kun je ook benoemen.  
Lesdoelen

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Deze poll gaat over je eigen (social) media gebruik.

Ik heb een of meerdere social media accounts.
Waar
Niet waar

Slide 5 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Deze poll gaat over je eigen (social) media gebruik.

Hoe vaak kijk je op social media?
Een of twee keer op een dag
Een keer in de 5 á 6 uren
Een keer in de 3 á 4 uren
Een keer in de 1 á 2
Meerdere keren in een uur

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat voor social media accounts heb je? Of op welke media kijk je?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze poll gaat over je eigen (social) media gebruik.

Ik zet geen privégegevens op social media.
😒🙁😐🙂😃

Slide 8 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Deze poll gaat over je eigen (social) media gebruik.

Ik geloof alles wat mensen zeggen of sturen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 9 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Deze poll gaat over je eigen (social) media gebruik.

Als ik iets lees op social media dan check ik of de bron betrouwbaar is.
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Deze poll gaat over je eigen (social) media gebruik.

Ik ben me bewust van het bestaan van fake news.
😒🙁😐🙂😃

Slide 11 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn voordelen van social media?

Slide 12 - Open vraag

Voordelen zijn: 

  • Leuk, eenvoudig.
  • Nieuwe mensen leren kennen.
  • De wereld wordt kleiner. 
  • Snel en makkelijk verspreiden van nieuws.
  • Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting uiten. 
Vrijheid van meningsuiting en
Wat zijn nadelen van social media?

Slide 13 - Open vraag

Nadelen zijn:

  • Bedreiging, afpersing en online pesten.
  • Het kan te anoniem zijn.
  • Onderscheiden van echt en fake news is erg lastig.
  • Privacy is soms in gevaar.
  • Het kan verslavend zijn (fear of missing out). 

Met aardig doen kom je verder
Grappig doen of 
over de grens?

Slide 14 - Tekstslide

  • Vraag om toelichting zodat enkele leerlingen hun verhaal kunnen vertellen over wat ze de afgelopen weken gezien hebben aan kwetsend gedrag. (zie de Thuisles)
  • Bespreek het voorbeeld van de scholen die in het nieuws kwam door Zoom-bombing (dat als iemand of meer personen tegelijk inbreken in een videoles of videovergadering en daar ongewenst materiaal laten zien – racistische teksten of porno bijvoorbeeld). 
Met aardig doen kom je verder
  • Je reflecteert over online gedrag: wat zie je om je heen gebeuren? Zie je kwetsende of juist grappige dingen (pranks) voorbij komen die gebeuren tijdens de online lessen?

  • Je denkt na over het verschil tussen het gedrag van jongeren en volwassenen. Gedragen jongeren zich anders dan volwassen?

  • Je denkt na over waar jouw eigen grenzen en die van anderen, en wat dat betekent voor jouw eigen gedrag.
Lesdoelen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder
De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.
Vrijheid van meningsuiting

Grappig doen of 
over de grens?

Slide 16 - Tekstslide

Leg uit wat ‘vrijheid van meningsuiting’ is.

Definitie: “De vrijheid van meningsuiting is de vrijheid van burgers hun overtuigingen te uiten, zonder controle vooraf door de staat. Het is een belangrijk grondrecht in elke democratie. De vrijheid van meningsuiting kent wel een aantal grenzen. Als een persoon of organisatie die grenzen overschrijdt, kan de rechter beslissen dat zijn vrijheid moet worden ingeperkt.”

Bron: Raad voor de rechtspraak.
Met aardig doen kom je verder
Haatzaaien is aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap. 
Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Haatzaaien

Grappig doen of 
over de grens?

Slide 17 - Tekstslide

Leg uit wat haatzaaien (of ‘aanzetten tot haat, discriminatie of geweld’) betekent, en welke (strafbare) uitingen er nog meer zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken.

Er is dus vrijheid van meningsuiting, maar dat betekent niet dat je zomaar álles mag zeggen. Je mag bijvoorbeeld nooit iets beledigends of discriminerends zeggen. Dat is strafbaar. Ook haatzaaien, waar het tegenwoordig vaak over gaat, is strafbaar.

Definitie: haatzaaien is “aanzetten tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht, hun hetero- of homoseksuele gerichtheid of hun lichamelijke, psychische of verstandelijke handicap”. 

Bron: Wetboek van Strafrecht.

Haatzaaien is strafbaar; je kunt er tot twee jaar gevangenisstraf voor krijgen.
Met aardig doen kom je verder
Het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is. 
Laster
Beledigen
Smaad
Elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in
het openbaar. 
Opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te
beschuldigen in het openbaar

Grappig doen of 
over de grens?

Slide 18 - Tekstslide

Leg kort uit wat andere strafbare uitingen zijn die de vrijheid van meningsuiting beperken:
  • Smaad (art. 261 Wetboek van Strafrecht): opzettelijk iemand beschadigen door hem of haar ergens van te beschuldigen in het openbaar.
  • Laster (art. 262 Wetboek van Strafrecht): het plegen van smaad, terwijl je weet dat het niet waar is.
  • Belediging (art. 266 Wetboek van Strafrecht): elke opzettelijke belediging, die geen smaad of laster is, in het openbaar.
Omdat niet direct duidelijk is waar bijvoorbeeld de vrijheid van meningsuiting ophoudt en er sprake is van haatzaaien, zijn er rechtszaken nodig om hierover duidelijkheid te krijgen. De rechter spreekt zich dan uit
over de vraag of wat er gebeurde strafbaar was of niet. Een bekend voorbeeld hiervan is de rechtszaak
tegen Geert Wilders. Sommigen vinden dat bijvoorbeeld zijn ‘minder Marokkanen’-uitspraak onder
haatzaaien valt, terwijl anderen vinden dat dit onder de vrijheid van meningsuiting valt. De rechter moet, bij
vervolging, oordelen wat wel en wat niet mag.
Maar los van wat de wet zegt, of wat de rechter erover oordeelt, kunnen wij zelf ook een mening hebben over hoe mensen zich online gedragen. Of we het gepast vinden, of ‘net op het randje’, of onwenselijk, of echt over de grens. Sterker nog: we hebben een eigen verantwoordelijkheid. 
Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Milou post een filmpje op een openbaar account, waarin ze mensen met een handicap belachelijk maakt.
Ze noemt ze “domme zombies die niets kunnen”, en zegt dat ze “beter opgeruimd kunnen worden”. Niemand heeft het bericht geliket en er staan (voorlopig) ook geen reacties onder.

Slide 19 - Sleepvraag

Activiteit: de klas gaat zich een oordeel vormen over vier voorbeelden. Bespreek de drie categorieën (oordelen):
  • Dit kan écht niet (bijvoorbeeld omdat het strafbaar is, zoals haatzaaien, smaad, laster, etc.).
  • Dit is op het randje. Ik vind het wel kunnen, maar ik begrijp dat anderen gekwetst kunnen zijn. 
  • Dit is prima. Moet kunnen.
Dit is een digitale variant op de opdracht in het docentenmateriaal. De leerlingen kunnen met hun devices hun keuze maken door de situatie te slepen naar één van de drie oordelen.  Dit kan zelfstandig, klassikaal of door de klas te verdelen in groepjes van 4 leerlingen.

Bespreek de oordelen, argumenten en discussies klassikaal.
Sta stil bij de ervaring dat het soms lastig is om tot overeenstemming te komen: kan iets nou wel of niet, en waarom? En dan heb je dat nu nog maar moeten overleggen met een kleine groep mensen ... Kun je nagaan hoe moeilijk dat is in een grote groep, of met alle mensen in het land!
Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Shanti ziet het bericht van Milou (uit situatie 1) en plaatst de eerste reactie. Het begint heel dramatisch, dat ze diep gekwetst is en erg moest huilen, omdat ze zelf een gehandicapt broertje heeft. Maar gaandeweg zie je haar steeds bozer worden, tot ze op het laatst verschrikkelijk gaat schelden op Milou, en schrijft dat ze “zelf opgeruimd moet worden”.

Slide 20 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Sjoerd, die je kent van je sportclub, post op zijn account een foto waarin onze minister-president met een lang mes in zijn handen staat om een man met een baard in een oranje jurk te onthoofden. Het heeft te maken met iets wat de minister-president gezegd heeft in het nieuws.

Slide 21 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dit is prima
Dit kan 
écht niet 
Dit is op 
het randje
Met aardig doen kom je verder
Een oude vriend van de basisschool heeft zijn profielfoto veranderd in een hakenkruis. Hij plaatst daar een aantal plaatjes die hij zelf heeft gemaakt, met teksten als “rot op” bij een foto van een meisje met een hoofddoek.

Slide 22 - Sleepvraag

Rond dit deel af na deze laatste situatie door te vragen naar de eigen ervaringen van leerlingen. 
  • Zouden ze zelf wat willen doen als ze zulke gevallen tegenkomen die we net besproken hebben? Als ze iets zouden willen doen, wat dan?
  • Moeten anderen eventueel iets doen en wat dan? Moet bijvoorbeeld een posting verwijderd kunnen worden en zo ja, wie is daar dan verantwoordelijk voor?
Bespreek tot slot hoe de discussie in de groepjes verliep (als klas in kleine groepjes heeft laten werken). Vraag of iemand nog iets gehoord heeft waar hij zelf niet niet eerder aan gedacht had. Of vraag wie zijn oordeel heeft veranderd door de discussie in het groepje, bijv. omdat hij rekening wilde houden met het feit dat iemand anders gekwetst was.  
Met aardig doen kom je verder
  • Er is vrijheid van meningsuiting, maar de wet stelt wel grenzen aan hoever je kunt gaan. Smaad, laster en haatzaaien zijn strafbaar, maar het is niet altijd duidelijk of iets daaronder valt.

  • Misverstanden ontstaan snel: check wat de bedoeling was. 

  • Wat voor de een grappig is, vindt de ander kwetsend. Jij kunt je eigen grens bepalen. Maar anderen ook. Rekening houden met anderen, is prettig, ook online.

  • Je bent altijd zelf verantwoordelijk voor de gevolgen van je online gedrag. 

  • Als iets over de grens gaat, kun je altijd hulp vragen. Voor jezelf, maar ook voor iemand anders.

  • Als je niet met je eigen ouders kunt – of wilt – praten, kun je ook altijd iemand van school in vertrouwen nemen. Bijvoorbeeld de mentor.
Samengevat

Grappig doen of 
over de grens?

Slide 23 - Tekstslide

Sluit af met een motiverende aanmoediging: hoe jullie elkaar online behandelen, heeft invloed op de manier waarop jullie generatie de online cultuur bepaalt. Verander de wereld, begin bij jezelf ...




Mediawijsheid 

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder
Grappig doen of 
over de grens?

Slide 25 - Tekstslide

  • Vraag om toelichting zodat enkele leerlingen hun verhaal kunnen vertellen over wat ze de afgelopen weken gezien hebben aan kwetsend gedrag. (zie de Thuisles)
  • Bespreek het voorbeeld van de scholen die in het nieuws kwam door Zoom-bombing (dat als iemand of meer personen tegelijk inbreken in een videoles of videovergadering en daar ongewenst materiaal laten zien – racistische teksten of porno bijvoorbeeld). 

Grappig doen of 
over de grens?
Met aardig doen kom je verder
  • Je reflecteert over online gedrag: wat zie je om je heen gebeuren? Zie je kwetsende of juist grappige dingen (pranks) voorbij komen die gebeuren tijdens de online lessen?

  • Je denkt na over het verschil tussen het gedrag van jongeren en volwassenen. Gedragen jongeren zich anders dan volwassen?

  • Je denkt na over waar jouw eigen grenzen en die van anderen, en wat dat betekent voor jouw eigen gedrag.
Lesdoelen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder

Grappig doen of 
over de grens?
Je gaat zelf kijken naar een filmpje over online vriendschap. 
Het is het verhaal van Naomi.

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies


 Je hebt de video bekeken. 
Wat is Naomi nou precies overkomen? 
Schrijf dat in het kort op. (Let op je spelling.) 

Slide 29 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

NEE
JA
Met aardig doen kom je verder
Zijn haataccounts hetzelfde als meme-accounts?

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Leg je keuze bij de vorige opdracht uit
Wat zijn de overeenkomsten
Wat zijn de verschillen

Slide 31 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder

Grappig doen of 
over de grens?
Bekijk de woordenlijst in de volgende slide.

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Grappig doen of 
over de grens?
Met aardig doen kom je verder
  • Cyberpesten (of: ‘digitaal pesten’): online en mobiel pesten. Let op: dit kan gebeuren door vervelende berichten te verzenden, maar ook door iemand te negeren of uit een groep te gooien.

  • Haataccount: een pagina waarop mensen zwartgemaakt worden.

  • Meme-account: een pagina met grappig bedoelde foto’s en grappig bedoelde bijschriften. De foto’s en/of bijschriften kunnen echter ook kwetsend zijn. Daarom kan een meme-account ook een haataccount worden.
Woordenlijst

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Wat is het verschil tussen een haataccount 
en een meme-account

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder

Grappig doen of 
over de grens?
Nu veel mensen aan het videobellen zijn, is er een nieuw soort trollen ontstaan. Iemand of een hele groep personen breekt in tijdens een videovergadering of videoles met je docent. Ook wel eens zoombombing genoemd. Die inbrekers laten dan racistische teksten of seksplaatjes zien. Als tijdens een online les of vergadering de deur niet op slot gedaan is (met een wachtwoord), kan iedereen namelijk naar binnen.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Had jij hier al van gehoord? 
Wat zou jij doen als dat gebeurt? Schrijf het op.

Slide 36 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Dit komt alleen voor bij online lesgeven.
A
B

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Het is strafbaar om in te breken in een videovergadering.
A
B

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Dit is een vorm van trollen.
A
B

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Dit is niet te voorkomen.
A
B

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Zoek op internet naar een nieuwsbericht over online pesten. Maak er een schermafbeelding van en upload de afbeelding hier. 
Schrijf er een korte samenvatting bij over de inhoud van het nieuwsartikel.  

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder
Pesten: "Een stelselmatige vorm van agressie waarbij één of meer personen proberen een andere persoon fysiek, verbaal of psychisch schade toe te brengen. Het is een groepsproces waarbij pesters, gepesten, omstanders of meelopers, volwassen beroepskrachten (leraren, sportleraren) en ouders betrokken kunnen zijn. Bij pesten is de macht ongelijk verdeeld. Het is steeds hetzelfde kind dat wint en hetzelfde kind dat verliest. Anderen kijken tegen het sterkere kind op. De pester heeft geen positieve bedoelingen; wil pijn doen, vernielen of kwetsen. Het gepeste kind voelt zich eenzaam en verdrietig, en is onzeker en bang.”

Trol: iemand die ondermijnend gedrag vertoont op forums of social media door het posten van provocerende berichten, bedoeld om anderen uit de tent te lokken. Het bijbehorende werkwoord is ‘trollen’.

Grappig doen of 
over de grens?
Woordenlijst

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Op sommige scholen wordt tijdens de online les ook veel geklierd en 
zelfs gepest. Sommige leerlingen maken screenshots of filmpjes tijdens 
de online les en zetten die ergens op internet. 
Wat vind jij daarvan? Denk je dat het strafbaar is?

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou jij kunnen doen als je merkt dat een goede vriend of vriendin op een haataccount of meme-account terechtkomt? Zou je die persoon kunnen helpen? Hoe? 

Klik na elk antwoord op Verstuur.

Slide 44 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Met aardig doen kom je verder

Grappig doen of 
over de grens?
En de volwassenen zelf dan? Er wordt vaak geklaagd over wat jongeren allemaal niet goed doen. Maar volwassenen geven ook niet altijd het goede voorbeeld. Ook zij zijn soms bot, grof en onfatsoenlijk. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke voorbeelden ken je van volwassenen die het slechtste voorbeeld geven? In welke situatie geven volwassenen dat? Hoe zou het komen dat mensen zich online vaak botter gedragen dan in het gewone leven?

Klik na elk antwoord op Verstuur.

Slide 46 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Grappig doen of 
over de grens?
Met aardig doen kom je verder
  • Vrijwel iedereen van heeft zowel goede als slechte ervaringen met communiceren via social media;

  • Wat voor de een nog een goede grap is (een prank), is voor de ander pesterij;

  • Het is goed om iemand te helpen op een manier die bij jou past;

  • Volwassenen geven lang niet altijd het goede voorbeeld;

  • Hoe jullie elkaar online behandelen, heeft invloed op de manier waarop jullie generatie de online cultuur bepaalt;

  • Als je niet met je eigen ouders kunt – of wilt – praten, kun je ook altijd iemand van school in vertrouwen nemen. Bijvoorbeeld de mentor.
Samengevat

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies