Herhaling Toekomende tijd kader 3

Herhaling Toekomende tijd kader 3
Ms. Drif
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Herhaling Toekomende tijd kader 3
Ms. Drif

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's class
  • Future, Will and To be going to.
  • Exercises

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

to be going to and will

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Correct answer
Future
leaves (= future met present simple; we're talking about a scheduled event/timetable)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Fill in the gap, use a form of 'will' or 'to be going to' and the verb between brackets:

John .... (to fy) to Paris next week.
A
is going to fly
B
will fly
C
shall fly
D
is willing to go flying

Slide 5 - Quizvraag

plan, maar de kaartjes zijn nog niet gekocht. If so, John is flying to Paris. 
Me and my friend _____ to Germany in a few days. 
I don't think they  _____ home tomorrow.
are going 
will go

Slide 6 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Jargon and Tilly have decided that they ... buy that villa.
Fill in a form of 'will/shall' or 'to be going' to
A
be going to
B
are going to
C
will
D
shall

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Do we use will and going to in the past, present or future?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Which words tell you to use the future with will/shall and which words tell you to use the future with going to?
Will/shall
Going to
I promise...
Tomorrow
One day
I think...
In two weeks
Next year
Soon

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

What is the difference between 'will' and 'going to'?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Future tense: present simple
The test.............(to start) at 9AM.
A
is going to start
B
starts
C
is starting
D
will start

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De future tense present simple gebruik je voor...
A
Beloftes
B
Schema's en roosters
C
Plannen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruiken we de future met de present simple?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


In hoeverre weet jij precies wat je wanneer
moet doen voor de toetsweek?
-310

Slide 14 - Poll

  • Laat de leerlingen de vraag beantwoorden.
  • Vraag aan enkele leerlingen waarom zij voor dit cijfer hebben gekozen.
Extra informatie:
Middels deze vraag krijgen de leerlingen inzicht in hoeveel overzicht zij op dit moment hebben over wat ze moeten doen voor de toetsweek en wanneer ze dat gaan doen. Deze vraag zorgt ervoor dat de relevantie van de les duidelijk wordt. Aan het einde van de les wordt de vraag nog een keer gesteld, zodat de leerlingen inzien dat het helpt om een concrete planning te maken aan de hand van de verschillende stappen die worden doorlopen.
Do you understand this Grammar item?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies