Österreich 8hv Thema 1

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 360 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lernziele - 1
  1. Du lernst was typisch österreichisch ist.
  2. Du weißt mehr über Österreich! 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was weißt du schon
über Österreich?

Slide 3 - Woordweb

Zu zweit: 1 Handy

Slide 4 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Beantworte Aufgaben 3a,b & c
Die Antworten zum Film
1. Omdat de Alpen een groot deel van Oostenrijk uitmaken. 
2. Wintersport en wandelen
3. drie 
4. koffie 
5. traditionele kleding: Dirndl en Lederhose 
6. ongeveer 700 
7. een schokoladetaart met glazuur en aprikozenjam
8. aardappels en tomaten















Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aufgabe 3
Was möchtest du über Österreich wissen?
Notiere im Aufgabenbuch 2 Fragen auf Deutsch.
Beginne mit einem W-Fragewort.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aufgabe 4

Lies die Informationen auf der nächsten Seite. Benutze auch das Internet. Notiere:
a. Nachbarländer (buurlanden) von Österreich sind: _______________________________________________________________

b. Österreich ist ___________ km2 groß. Zum Vergleich – die Niederlande sind __________ km2.
c. Die bekanntesten Städte sind: :__________________________
d. Österreich hat ___________ Einwohner.  Zum Vergleich – die Niederlande haben __________  Einwohner.
e. Welche Landschaftsformen siehst du auf der Landkarte? ______________________________________________
f. Ergänze den Satz: Meer dan ¾ van Oostenrijk bestaat uit _______________ en minder dan ¼ is ___________________________ 

  .










Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

die Antworten
Nachbarländer (buurlanden) von Österreich sind: Deutschland, Tschechien, die Slovakei, Ungarn, Slovenien, Italien,  Liechtenstein, die Schweiz 
b. Österreich ist 83.871 km2 groß. Die Niederlande sind 41.543 km2 groß.
c. Die bekanntesten Städte sind: : Wien, Salzburg, Innsbruck, Graz. 
d. Österreich hat 8,9 Mio Einwohner. Die Niederlande haben 17,5 Mio  Einwohner.
e. bergen, 
f. Meer dan ¾ van Oostenrijk bestaat uit de bergen / de Alpen en minder dan ¼ is  vlak.  

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Letzte Fragen

Benutze das Internet. Notiere:

1. Antwort auf deine Frage 1 aus Aufgabe 2
2. Antwort auf deine Frage 2 aus Aufgabe 2  
3. Wie weit ist es von deinem Wohnort (woonplaats) nach Wien? _____________ km

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stunde 2

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was ist die Flagge von Österreich?
A
B
C
D

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Die Hauptstadt von Österreich
A
Salzburg
B
München
C
Wien
D
Bern

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Österreich hat ungefähr ... Einwohner
A
8.000.000
B
8.000.500
C
8.500.000
D
85.000.000

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welche Region liegt in Österreich?
A
Schwarzwald
B
Thüringer Wald
C
Berner Oberland
D
Tirol

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie viele Bundesländer hat Österreich?
A
8
B
9
C
10
D
11

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk gebergte ligt in Österreich?
A
Pyreneeën
B
Alpen
C
Andes
D
Taunus

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Neue Wörter
Übersetze die Wörter auf dem Aufgabenblatt. 
Benutze das Online-Wörterbuch!

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

D-N
der Fluss - de rivier
die Grenze - de grens
der Wohnort - de woonplaats
das Nachbarland - het buurland
die Entfernung - de afstand
N-D
de hoofdstad - die Hauptstadt
de bergen - die Berge
het land - das Land
ver - weit
aardrijksunde - Erdkunde
het meer - der See
het landschap - die Landschaft
de kleding - die Kleidung
de traditie - die Tradition
de woonplaats - der Wohnort

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lies den Text. Beantworte Fragen 1 und 2 im Aufgabenbuch.
Die Alpen sind ein junges Gebirge. Geographen nennen ein Gebirge wie die Alpen „jung“, weil es viel später entstanden ist als „alte“ Gebirgen, wie zum Beispiel die Ardennen. Alte Gebirge wurden im Laufe der Zeit durch Erosion „abgeschliffen“ (afgeschuurd) und sind dadurch weniger hoch und spitz als junge Gebirge. Die Berge der Alpen sind also relativ hoch und spitz. Die meisten Österreicher wohnen im flachen Teil des Landes. Dort liegen auch die größten Städte.

1. Was ist der Unterschied (het verschil) zwischen alten und jungen Gebirgen?
2. Wo wohnen die meisten Österreicher? Was denkst du, warum ist das so?



Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Suche im Internet und notiere im Aufgabenbuch:
Über welche acht Länder erstrecken sich die Apen?

Der Großglockner ist der höchste Berg Österreichs. Wie hoch ist er? 

Welcher Berg ist der höchste Berg der Alpen? In welchem Land findet man diesen Berg?
 

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dein Projektheft
Verarbeite in deinem Projektheft die Informationen aus Stunde 1 und 2. Sorge für viele Bilder und Zeichnungen (tekeningen). Suche auch nach noch mehr Informationen über Österreich, die du interessant und wissenswert findest. Denke zum Beispiel an:
- Die wichtigsten Städte
- Orte, die du besucht hast

Viel Spaß!

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Übersetze: de rivier
A
das Land
B
der Fluss
C
der Wohnort
D
die Grenze

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Übersetze: de woonplaats
A
das Land
B
der Fluss
C
der Wohnort
D
die Grenze

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Übersetze: het buurland
A
das Nachbarland
B
der Fluss
C
der Wohnort
D
die Grenze

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Übersetze: de afstand
A
das Nachbarland
B
der Fluss
C
der Wohnort
D
die Entfernung

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Übersetze: het landschap
A
das Nachbarland
B
der Fluss
C
die Landschaft
D
die Entfernung

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Dein Periodeheft
In je periodeschrift is te vinden:
1. Op de voorkant van je periodeschrift is de titel van de periode te vinden met afbeeldingen & je naam
2. Inleiding op eerste bladzijde (Waar gaat de periode over? Wat wil je zelf graag over het onderwerp , Österreich, te weten komen)
3. Inhoudsopgave 
4. Geef elk hoofdstuk een titel (Thema 1: Erdkunde & Co)

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies