paragraaf 1.1 en intro
1 / 27
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Waar denk je aan bij economie?
Slide 8 - Open vraag
0
Slide 9 - Video
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Wat zijn geen goederen?
A
tas
B
schoonmaken
C
pen
D
krant
Slide 21 - Quizvraag
De sleepquiz
Tastbare producten, voorwerpen die je kunt aanraken.
Niet-tastbare producten. Iemand voorziet in jouw behoefte door iets voor jou te doen.
Zelf iets maken waarmee je in je eigen behoeften kunt voorzien.
Iets wat je nodig hebt of graag wilt hebben.
Behoeftee
Zelfvoorziening
Goederen
Diensten
Slide 22 - Sleepvraag
Je bent een consument als je.....
A
spaart
B
leent
C
iets koopt
D
reclame maakt
Slide 23 - Quizvraag
Wat heb je vandaag geleerd?
