H1.3 Chemische reacties

H1.3 Chemische reacties
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H1.3 Chemische reacties

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet na afloop van deze les
  • het verschil tussen een Fase-overgang en chemische reactie
  • de Wet van behoud van massa
  • het verschil tussen een endotherm en exotherm reactie;
  • hoe je de molecuulmassa moet berekenen
  • hoe je een energiediagram kan aflezen;
  • hoe je een reactie vergelijking kloppend moet maken.




Slide 2 - Tekstslide

Een suspensie kun je niet scheiden door:
A
bezinken
B
indampen
C
centrifugeren
D
filtreren

Slide 3 - Quizvraag

Welke stofeigenschap wordt de scheidingsmethode adsorberen gebruikt?
A
kookpunt
B
dichtheid
C
aanhechtingskracht
D
oplosbaarheid

Slide 4 - Quizvraag

Sleep de stofeigenschappen naar de juiste plaats
Extraheren
Filtreren
Destilleren
Indampen
Chromatografie
Adsorberen
Bezinken
Dichtheid
Kookpunt
Kookpunt
Deeltjesgrootte
Aanhechtingskracht
Aanhechtingskracht & oplosbaarheid
Oplosbaarheid

Slide 5 - Sleepvraag

Fase-overgang versus chemische reactie
Wat is het verschil tussen een fase-overgang en een chemische
reactie?
Bij een fase-overgang --> stof dezelfde stof
Bijvoorbeeld ijs -->  water wordt, alleen is de fase vast of vloeibaar.
Bij een chemische reactie verdwijnen er beginstoffen en ontstaan 
er andere eindproducten
Bijvoorbeeld bij het verbranden van aardgas:
Aardgas + zuurstof —> water + koolstofdioxide.

Slide 6 - Tekstslide

Volledige verbranding aardgas (chemische reactie)

Slide 7 - Tekstslide

Chemische reactie

Bij een chemische reactie verdwijnen
stoffen en ontstaan er nieuwe stoffen.


De stoffen die verdwijnen heten beginstoffen en de stoffen die

ontstaan heten reactieproducten.

Een chemische reactie kun je onder andere herkennen aan het veranderen van stofeigenschappen.


Slide 8 - Tekstslide

Faseverandering
Stoffen lijken te veranderen
maar er is geen chemische reactie.


Slide 9 - Tekstslide

Wet van Lavoisier

De massa van alle stoffen vóór de reactie samen is net zo groot als de massa van alle reactieproducten bij elkaar.

Dit wordt de wet van Lavoisier genoemd

LET OP!

Het gaat om alle stoffen.
Dus gassen moet je ook meetellen.



Slide 10 - Tekstslide

Wet van behoud van massa
Er kan geen massa verschijnen of verdwijnen.

Slide 11 - Tekstslide

Molecuulmassa berekenen
Gebruik Binas tabel 99 voor de atoommassa’s.

Bereken de massa’s als volgt:
Massa water (H2O)
     H = 2 x 1,008 = 2,016
     O = 1 x 16,00  = 16,00
                   Totaal = 18,02 u
u = atomaire massa eenheid (=1,66 x 10-27 kg)




Massa CO2 
     C = 1 x 12,01   = 12,01
     O = 2 x 16,00 = 32,00
                Totaal = 44,01 u


Slide 12 - Tekstslide

Verbranding van methaan
Methaan + zuurstof —> water + koolstofdioxide
  CH4(g) + 2 O2(g) —> 2 H2O (g) + CO2  (g)

Massa beginstoffen:
methaan = 16,04 u
zuurstof = 2 x 32,00 = 64,00 u
totaal = 80,04 u

Massa reactieproducten:
water = 2 x 18,02 = 36,03 u
koolstofdioxide = 44,01 u
totaal = 80,04 u

Conclusie: massa voor en na de reactie is gelijk

Slide 13 - Tekstslide

Endotherm en exotherm
Zoals eerder aangegeven is de massa van de beginstoffen
gelijk aan de massa van de reactieproducten, hierbij kan wel een energie-effect optreden.
Tijdens een reactie kan warmte moeten worden toegevoerd om
de reactie te laten verlopen = endotherme reactie (vb elektrolyse)

Tijdens een reactie kan warmte vrijkomen. Dit wordt een
exotherme reactie genoemd (vb bij de verbranding van aardgas)



Slide 14 - Tekstslide

Endotherm

Wanneer je steeds energie moet toevoegen
om er voor te zorgen dat de reactie doorgaat, is de reactie endotherm.

Wanneer de energietoevoer stopt, stopt de reactie
ook.

(bijvoorbeeld: het koken van een ei)



Slide 15 - Tekstslide

Exotherm

Wanneer bij de reactie energie vrijkomt,
is de reactie
exotherm.

Ook wanneer je de reactie opgang moet
brengen (bijvoorbeeld: een kaars aansteken) is de reactie
exotherm.

(bijvoorbeeld: alle verbrandingen zijn
exotherm)



Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Energiediagrammen
Bij 0K staan alle moleculen of atomen stil. Moleculen of atomen
kunnen gaan bewegen wanneer de temperatuur toeneemt.
In een vaste stof kunnen moleculen of atomen vibreren of roteren.

Bij voldoende energie kunnen moleculen of atomen ook
transleren. Dit heet smelten en kost dus energie.



Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Energiediagram
In een energiediagram kan het volgende worden afgelezen:

Een pijl naar beneden betekent dat er energie wordt afgegeven aan de omgeving (exotherm). De omgeving wordt dus warmer.
Een pijl naar boven betekent dat er energie wordt opgenomen (endotherm). De omgeving koelt dus af.

Slide 21 - Tekstslide

Dus exotherm

Slide 22 - Tekstslide

Dus endotherm
Ontleding van water

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Exotherm & Endotherm

Slide 27 - Tekstslide

Huiswerk
Maak de volgende opdrachten:
Leer HS1.3 (blz. 19-21)
Maak de vragen 20 t/m 25, 27 (d niet), 28  (blz. 23)
Kijk de opdrachten goed na, wanneer je ze gemaakt hebt.
Maak een notitie van de vragen die je niet snapte of waarvan
je meer uitleg wil hebben.
Stel deze vragen de volgende les.





Slide 28 - Tekstslide