week 5 ketenzorg zorghotel en kost in de zorg

week 5 ketenzorg zorghotel en kost in de zorg
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

week 5 ketenzorg zorghotel en kost in de zorg

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Ketenzorg

Bij de zorg van sommige chronische aandoeningen is de hulp van meerdere artsen en zorgverleners nodig. Bijvoorbeeld de huisarts in samenwerking met een diëtist en een fysiotherapeut of oefentherapeut. Dit noemen we ketenzorg.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Doel ketenzorg

Het doel van ketenzorg is dat de patiënt een samenhangend, kwalitatief goed aanbod ontvangt op het gebied van behandeling, zorg en welzijn. Dit aanbod sluit zo goed mogelijk aan op de behoefte van de patiënt en de patiënt heeft geen last van muren en belangen tussen organisaties.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zorghotel (zotel)
Wat is dat?
Filmpje

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Financiering van zorg 

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel denk jij dat de zorg in Nederland per jaar kost?

Slide 14 - Open vraag

Wat spendeert Nederland aan zorg? (2019)
A
1 miljard euro
B
10 miljard euro
C
80 miljard euro
D
100 miljard euro

Slide 15 - Quizvraag

In 2018 77,2 miljard
In 2019 80,9 miljard


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Noem de 4 wetten die de financiering van zorg regelen

Slide 18 - Open vraag

Wetten die de financiering van zorg regelen

ZVW- Zorgverzekeringswet
WMO- Wet maatschappelijke ondersteuning
WLZ  - Wet langdurige zorg
Jeugdwet

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

De meeste zorgkosten worden betaald uit belastingen en premies voor
de ziektekosten
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Een duivels dilemma:....
Wie heeft er voorrang? 
Leeftijd/ leefstijl

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide