W15_Bio_jaar1_1M_1MK_les3

Beste Leerlingen,
Deze week gaan we de D- toets online maken van Thema 5 Stevigheid en Beweging
 
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Beste Leerlingen,
Deze week gaan we de D- toets online maken van Thema 5 Stevigheid en Beweging
 

Slide 1 - Tekstslide

Wat moet je eerst doen?
Voordat je begint:
lees de Doelstellingen 1 tot en met 9 op blz 35 tot en met 37 van je lesboek héél goed door.
Begin hierna pas aan je D-toets. 
(Ik krijg de antwoorden te zien)

Slide 2 - Tekstslide

Thematoets Stevigheid & Beweging T

Slide 3 - Tekstslide

Waaruit bestaat de wervelkolom?
A
wervels
B
wervels, heiligbeen
C
wervels, staartbeen,borstbeen
D
wervels, heiligbeen,staartbeen

Slide 4 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 5 - Quizvraag

Zit er in de botten van bejaarden meer lijmstof?
A
ja
B
nee

Slide 6 - Quizvraag

Zit er in de botten van baby's meer kalk?
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Hoe zitten de wervels aan elkaar vast?
A
naad
B
gewrichten
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 8 - Quizvraag

Hoe zitten de ribben vast aan het borstbeen?
A
kraakbeen
B
gewrichten
C
vergroeid
D
naden

Slide 9 - Quizvraag

Hoe zitten de botjes van de vingers aan elkaar vast?
A
naden
B
kraakbeen
C
vergroeid
D
gewrichten

Slide 10 - Quizvraag

Hoe zitten de armen vast aan de schouder?
A
gewrichten
B
naden
C
kraakbeen
D
vergroeid

Slide 11 - Quizvraag

Waar bestaan spieren uit?
A
Pezen
B
Spiervezels
C
Vlies

Slide 12 - Quizvraag

Waar kan je lichaam door bewegen
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren

Slide 13 - Quizvraag

Als de armbuigspier samentrekt wordt hij:
A
langer en dunner
B
langer en dikker
C
korter en dikker
D
korter en dunner

Slide 14 - Quizvraag

Nummer 6 is............
A
onderkaak
B
bovenkaak
C
neusbotjes

Slide 15 - Quizvraag

Nummer 1 noemen we............
1
A
sleutelbeen
B
schouderblad
C
ribben
D
borstbeen

Slide 16 - Quizvraag

Je opperarmbeen is aangegeven met......
2
3
4
5
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 4
D
nummer 5

Slide 17 - Quizvraag

Je wervels
zijn aangegeven met......
2
3
4
5
A
nummer 2
B
nummer 3
C
nummer 4
D
nummer 5

Slide 18 - Quizvraag

Hoe noemen we nummer 1?
1
A
heupbeen
B
heupen
C
dijbeen
D
opperbeen

Slide 19 - Quizvraag

Met welk nummer is je spaakbeen aangegeven?
1
2
3
A
nummer 1
B
nummer 2
C
nummer 3

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een antagonist?
A
een spier met een tegengestelde werking
B
een spier met dezelfde werking
C
allemaal pezen bij elkaar

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de antagonist van de triceps?
A
armbuigspier
B
armstrekspier

Slide 22 - Quizvraag

Hoe noemen we nummer 3?
A
gewrichtskom
B
gewrichtskogel
C
kraakbeen
D
gewrichtssmeer

Slide 23 - Quizvraag

Hoe noemen we nummer 5?
A
gewrichtskogel
B
gewrichtskom
C
gewrichtssmeer
D
kraakbeen

Slide 24 - Quizvraag

Is een geit een hoefganger, teenganger of een topganger?
A
Hoefganger
B
Teenganger
C
zoolganger

Slide 25 - Quizvraag

Een voorbeeld van een topganger is...
A
Een kat
B
Een beer
C
Een paard
D
Een mens

Slide 26 - Quizvraag

Wij horen bij......
A
zoolgangers
B
topgangers
C
hoefgangers
D
teengangers

Slide 27 - Quizvraag

Beenweefsel is harder dan kraakbeenweefsel
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quizvraag

Je oorschelp is buigzaam maar toch stevig. Wat voor soort weefsel is dit hoofdzakelijk?
A
Botweefsel
B
Zenuwweefsel
C
Spierweefsel
D
Kraakbeenweefsel

Slide 29 - Quizvraag

Met welk deel van de voet van de mens kun je de hoeven van een topganger vergelijken?
A
de middenvoetsbeentjes
B
de nagels
C
de teenkootjes
D
het hielbeen

Slide 30 - Quizvraag

Voor het buigen en strekken van je arm heb je 2 spieren nodig. Welk antwoord is juist?
A
om de arm te strekken gebruik je de biceps
B
om de arm te strekken gebruik je de dijspier
C
om je arm te strekken gebruik je de kuitspier
D
om de arm te strekken gebruik je de triceps

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een ander woord voor skelet?

Slide 32 - Open vraag

Uit welke 3 delen bestaat het skelet?

Slide 33 - Open vraag

Een ander woord voor botten is.........

Slide 34 - Open vraag

Wat zit er tussen de wervels?

Slide 35 - Open vraag

Waaruit bestaan botten?

Slide 36 - Open vraag

Met welke verbinding zit de onderkaak vast aan de schedel?

Slide 37 - Open vraag

Hoe zit het staartbeen vast aan het heiligbeen?

Slide 38 - Open vraag

Waarmee zit een spier vast aan een bot?

Slide 39 - Open vraag

Wat is de antagonist van de biceps?

Slide 40 - Open vraag

Welke 4 functies heeft ons skelet?

Slide 41 - Open vraag

Wat is een ander woord voor wervelkolom?

Slide 42 - Open vraag

Extra Media
Wil je meer oefenen ?
Dan kom je via de link op de volgende slide op een website waar je meer kan oefenen

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link

Wat moet je maken uit je werkboek?
Maak nu ook de D-toets uit je boek op blz 38 tot en met 43 en schrijf de antwoorden op in je werkboek

Slide 45 - Tekstslide