Examentraining KLAS 4T Boek 4B

Examentraining
voeding/vertering en gaswisseling
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Examentraining
voeding/vertering en gaswisseling

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
Na deze training kan je examenvragen beantwoorden die gaan over voeding, vertering en gaswisseling. 

Slide 2 - Tekstslide

maak deze vraag

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke voedingsstof hoort niet bij de energierijke stoffen
A
zetmeel
B
eiwitten
C
vetten
D
glucose

Slide 6 - Quizvraag

Klopt deze stelling? Alle voedingsstoffen werken mee aan de bouw van je lichaam
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

noem de 6 voedingsstoffen

Slide 8 - Woordweb

Dit voedingsmiddel bevat o.a. glansmiddelen (carnaubawas en bijenwas). Hoe noemen we dit soort stoffen?
A
voedingsstoffen
B
additieven
C
affectieven
D
conserveringsstoffen

Slide 9 - Quizvraag

Verteringsstelsel
Verteren = het afbreken van voedingsstoffen tot opneembare voedingsstoffen. 
Opneembare voedingsstoffen kunnen door de darmwand heen naar het bloed. 

Het afbreken gebeurt m.b.v. verteringssappen. Hierin zitten enzymen

Voedsel wordt door het darmkanaal heen geduwd d.m.v. peristaltische bewegingen. 



Slide 10 - Tekstslide

Wat doen enzymen?
A
zorgen dat je je voedsel beter kan doorslikken
B
voedingsstoffen in je bloed opnemen
C
voedsel schoonmaken
D
grote voedingsstoffen kleiner maken

Slide 11 - Quizvraag

Wat is hier het enzym?
A
Blauw - A
B
Blauw - B
C
Rood - C
D
Het oranje deel

Slide 12 - Quizvraag

wat is geen eigenschap van een enzym?
A
past op één soort voedingsstof
B
is gevoelig voor temperatuur
C
is gevoelig voor licht
D
is gevoelig voor zuurtegraad

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn enzymen?
A
Hormonen zoals insuline.
B
Eiwitten die een reactie versnellen.
C
Vetten die helpen bij de vertering.
D
Stoffen die een orgaan aan het werk zetten.

Slide 14 - Quizvraag

enzymen zijn speciale eiwitten die stofwisselingsprocessen versnellen/ ze zijn ook specifiek

Slide 15 - Tekstslide

Welk type kies hebben wij?
A
knobbelkiezen
B
plooikiezen
C
knipkiezen

Slide 16 - Quizvraag

Een huiskat is een
A
omnivoor
B
herbivoor
C
carnivoor
D
ovivoor

Slide 17 - Quizvraag

Waaraan herken je een herbivoor?
A
aan het eten van enkel en alleen plantaardigvoedsel
B
aan de plooikiezen
C
aan het lange darmkanaal
D
aan allemaal

Slide 18 - Quizvraag

wat eet een omnivoor?

Slide 19 - Woordweb

wat weet je van gaswisseling bij zoogdieren (mensen)?

Slide 20 - Woordweb

Welk gas wordt opgenomen in het bloed bij de ademhaling?
A
zuurstof
B
stikstof
C
koolstofdioxide
D
methaan

Slide 21 - Quizvraag

Welk gas wordt uit het bloed gehaald bij de ademhaling?
A
zuurstof
B
stikstof
C
koolstofdioxide
D
methaan

Slide 22 - Quizvraag

Uitleg gaswisseling

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

Slide 26 - Video

Gaswisseling bij andere diersoorten
Vissen: via kieuwen --> zelfde werking als longen alleen halen die zuurstof uit het water. 



Slide 27 - Tekstslide

stigma's (ademopeningen)

Slide 28 - Tekstslide

Eencelligen
Bij eencellige dieren vindt de gaswisseling plaats via het celmembraan.

Slide 29 - Tekstslide

Bij eencelligen verloopt de gaswisseling via de celmembraan

Slide 30 - Tekstslide

Amfibieën
  • Koudbloedige dieren

  • Jonge amfibieën: vindt gaswisseling via kieuwen en huid plaats

  • Bij volwassen amfibieën vindt gaswisseling via longen en huid plaats

Slide 31 - Tekstslide