1HV Blok 4 Lezen 3 Opdracht 47

Lezen
Lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Lezen
Lezen

Slide 1 - Tekstslide

Les / doel
In deze les gaan we opdracht 47 behandelen.
Doel: Je kunt de hoofd- en bijzaken en de hoofdgedachte benoemen en je kunt aangeven naar welk(e) woord(en) verwijswoorden verwijzen. 

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je over verwijswoorden?

Slide 3 - Woordweb

Opdracht 47
Henry Ford

Slide 4 - Tekstslide

2. Op welke manier trekt de schrijver in de inleiding de aandacht van de lezer?
A
het onderwerp aankondigen
B
een kort verhaal te vertellen
C
een of meer vragen stellen
D
de aanleiding voor het schrijven van de tekst noemen

Slide 5 - Quizvraag

3. Wat is de betekenis van 'stond aan de wieg van de auto-industrie'?

Slide 6 - Open vraag

Vraag 4
  1. ‘die’ verwijst naar de mechaniekjes in regel 16 .
  2. ‘die’ verwijst naar de Quadricycle in regel 19 .
  3. ‘die’ verwijst naar investeerders in regel 22 .
  4. ‘deze’ verwijst naar een betaalbare auto voor de gewone man in regel 30 .
  5. ‘ze’ verwijst naar De auto's in regel 32 .
  6. ‘die’ verwijst naar wat andere modellen in regel 40 .
  7. ‘daarmee’ verwijst naar zijn laatste grote innovatie: een lichte, goedkope V8-motor in regel 42 .
  8. ‘hij’ verwijst naar Henry Ford in regel 41 .







Slide 7 - Tekstslide

5a. Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?

De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 8 - Quizvraag

5b. Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?
Het succes van de Quadricycle trekt investeerders aan, die Ford helpen om in 1899 zijn eigen autofabriek op te zetten.
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 9 - Quizvraag

7. Past het tussenkopje ‘Betaalbaar’ boven alle alinea’s die eronder staan?
A
ja
B
nee

Slide 10 - Quizvraag

8. Wat is voor Ford het belangrijkste gevolg van productie met behulp van de lopende band?

Slide 11 - Open vraag

9. Schrijf de hoofdzaak van alinea 5 op.

Slide 12 - Open vraag

11a. In regel 46-47 staat: ‘De Ford Taunus en later de Ford Ka doen het goed, onder andere in Nederland.’

Noemt deze zin een hoofdzaak of een bijzaak?
A
hoofdzaak
B
bijzaak

Slide 13 - Quizvraag

12. Alinea 8 is de laatste alinea van de tekst. Vind je deze alinea een echte slotalinea?
A
ja
B
nee

Slide 14 - Quizvraag

14. Wat is de hoofdgedachte vandeze tekst?

Slide 15 - Open vraag

Huiswerk
Blok 5 - Grammatica

Maken opdracht 
6 en 7 (behalve vraag 4) in eDition

Slide 16 - Tekstslide