Havo 1 - Blok 4 Lezen opdracht 47

Bladzijde 200
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bladzijde 200

Slide 1 - Tekstslide

Lees tekst 8 oriënterend.
Voorspel het onderwerp van de tekst.
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Voorspel het onderwerp van tekst 8.

Slide 3 - Woordweb

Lees de inleiding grondig.
Op welke manier trekt de schrijver vooral de aandacht van de lezer?
timer
1:00

Slide 4 - Tekstslide

Op welke manier trekt de schrijver in de inleiding vooral de aandacht van de lezer?
A
vragen stellen
B
aankondiging van het onderwerp
C
aanleiding van het schrijven geven
D
kort verhaaltje vertellen

Slide 5 - Quizvraag

Lees tekst 8 grondig.
timer
4:00

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent "stond aan de wieg van de auto-industrie" (regel 1-2)?
A
heeft veel auto's gemaakt
B
heeft veel wiegjes gemaakt met wieltjes
C
is vanaf het begin betrokken bij de auto-industrie
D
heeft veel kinderen gekregen

Slide 7 - Quizvraag

Waarnaar verwijst "die" in regel 15?

Slide 8 - Open vraag

Waarnaar verwijst "die" in regel 19?

Slide 9 - Open vraag

Waarnaar verwijst "die" in regel 21?

Slide 10 - Open vraag

Waarnaar verwijst "deze" in regel 28?

Slide 11 - Open vraag

Waarnaar verwijst "ze" in regel 30?

Slide 12 - Open vraag

Waarnaar verwijst "die" in regel 40?

Slide 13 - Open vraag

Waarnaar verwijst "daarmee" in regel 42?

Slide 14 - Open vraag

Waarnaar verwijst "hij" in regel 42?

Slide 15 - Open vraag

De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 16 - Quizvraag

Het succes van de Quadricycle trekt investeerders aan, die Ford helpen om in 1899 zijn eigen autofabriek op te zetten.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak

Slide 17 - Quizvraag

Past het tussenkopje ‘Betaalbaar’ boven alle alinea’s die eronder staan? Leg je antwoord uit.

Slide 18 - Woordweb

Hier staan drie bijzaken en één hoofdzaak. Kies de hoofdzaak.
A
De T-Ford werd een groot succes door het gebruik van de lopende band.
B
De productietijd per auto daalt van 12 uur naar 26,5 minuut.
C
Ford breidt de verkoop en fabricage uit naar het buitenland.
D
In het begin van de jaren twintig bestaat de helft van alle auto's ter wereld uit T-Fords.

Slide 19 - Quizvraag

Kern, toelichting of voorbeeld?
"Die rijdt op benzine, heeft een simpel frame, vier fietswielen en een stuurbom." (alinea 3)
A
kern
B
toelichting
C
voorbeeld

Slide 20 - Quizvraag

Kern, toelichting of voorbeeld?
"Henry Ford ontwikkelt zijn eigen eerste zelfrijdende voertuig: de Quadricycle." (alinea 3)
A
kern
B
toelichting
C
voorbeeld

Slide 21 - Quizvraag

Kern, toelichting of voorbeeld?
"De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd." (alinea 3)
A
kern
B
toelichting
C
voorbeeld

Slide 22 - Quizvraag

Kern, toelichting of voorbeeld?
"De Ford Taunus en later de Ford Ka doen het goed, onder andere in Nederland." (alinea 7)
A
kern
B
toelichting
C
voorbeeld

Slide 23 - Quizvraag

Kijk naar alinea 8 (het slot). Is dit een goed slot? Leg je antwoord uit.

Slide 24 - Woordweb

Hoofdgedachte
= onderwerp + hoofdzaken

- in één lange zin
- geen vraagzin
- niet beginnen met "dat" of "het gaat over"

Slide 25 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte van de tekst?

Slide 26 - Woordweb

De hoofdgedachte
Henry Ford ontwikkelde zelf auto's, hij zette verschillende autofabrieken op en zijn merk Ford werd heel populair. 

Slide 27 - Tekstslide