5.1 Renaissance en humanisme

- verspreiding van kennis;
- verre reizen;
- het beleid van staatsvorming en centralisatie;
- de positie van de Kerk en de geestelijkheid.

Beschrijf voor jouw onderwerp de situatie in de vijftiende en de zestiende eeuw.

Trek samen een conclusie: Is er m.b.t. dat onderwerp sprake van verandering of continuïteit?


1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

- verspreiding van kennis;
- verre reizen;
- het beleid van staatsvorming en centralisatie;
- de positie van de Kerk en de geestelijkheid.

Beschrijf voor jouw onderwerp de situatie in de vijftiende en de zestiende eeuw.

Trek samen een conclusie: Is er m.b.t. dat onderwerp sprake van verandering of continuïteit?


Slide 1 - Tekstslide

Enkele uitgangspunten:

- In de vijftiende eeuw schreven monniken boeken over. De verspreiding van schriftelijke kennis verliep dus traag en was gering van omvang. Omstreeks 1500 gaat de verspreiding van boeken en kennis veel sneller dankzij de drukpers.
- Verre reizen werden ook voor 1500 al gemaakt, maar na 1500 gebeurt dit op veel grotere schaal, onder meer dankzij de ontdekkingen van zeeroutes naar Azië en Amerika.
- Beleid van staatsvorming en centralisatie: dit werd gevoerd door de Bourgondiërs en door de Habsburgers. In de zestiende eeuw gaan vorsten hier gewoon mee verder. Hierin verandert niets.
- Kritiek op de Kerk en de geestelijkheid leidde in de zestiende eeuw tot het ontstaan van protestantse Kerken. Er was in de vijftiende eeuw ook kritiek, maar de vorming van nieuwe kerkgenootschappen was nieuw en ingrijpend. Er volgden godsdienstoorlogen.



Slide 2 - Tekstslide

Slotconclusie
Een conclusie zou kunnen zijn dat er op drie van de vier onderzochte terreinen rond 1500 grote veranderingen plaatsvinden en dat dat gegeven de overgang naar een nieuwe periode rechtvaardigt. Echter, mensen die vinden dat politiek-bestuurlijke verhoudingen het belangrijkste zijn, zullen anders oordelen: op het gebied van staatsvorming en centralisatie is immers juist sprake van continuïteit.

Slide 3 - Tekstslide

Ontdekkers en Hervormers 1500 - 1600

Slide 4 - Tekstslide

5.1 de Renaissance en humanisme 
- Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling.
- De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke Oudheid.
Bestudeer de tekst op blz. 96-98
timer
10:00

Slide 5 - Tekstslide

Geef een economische oorzaak voor het ontstaan van de Renaissance in Noord-Italië

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat is volgens jou het verschil tussen kunst uit de middeleeuwen en de Renaissance?

Slide 8 - Open vraag

kenmerken kunst en architectuur in de Renaissance

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Memento mori = 
gedenk te sterven
Carpe diem = 
pluk de dag
Welke latijnse spreuk past het beste bij de renaissance en waarom?

Slide 12 - Tekstslide

Ook veranderingen in het denken:
Humanisme 
Humanus (menselijkheid): Betekenisvol leven op basis van gezond verstand en menswaardigheid
  • Van denken over leven na de dood (memento mori) 
  • Naar belangstelling over het hier en nu op aarde (carpe diem) 
  • Intellectuelen gaan op zoek naar de oorspronkelijke betekenis (ad fontes) 
  • Erasmus: bijbel van de kerk (vulgaat) staat vol interpretatie- en vertaalfouten 

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Eindquiz 5.1
Wat weet jij inmiddels over de Renaissance en het humanisme?

Slide 15 - Tekstslide

Wat is de letterlijke betekenis van het begrip 'renaissance'?

Slide 16 - Open vraag

Wat is een juist kenmerk van de mentaliteit 'memento mori'?
A
De mens stelt zichzelf centraal
B
Gebruik van de rede
C
Verblijf op aarde is tijdelijk
D
Besef dat de aarde rond is

Slide 17 - Quizvraag

In welk jaar is de Val van Constantinopel?
A
1433
B
1443
C
1453
D
1463

Slide 18 - Quizvraag

Wanneer en waar wordt de boekdrukkunst uitgevonden?
A
1445 (in Italië)
B
1455 (in Duitsland)
C
1465 (in China)
D
1475 (in België)

Slide 19 - Quizvraag

Van welke stroming is Erasmus de bekendste Nederlandse vertegenwoordiger?
A
Katholicisme
B
Rationalisme
C
Humanisme
D
Classicisme

Slide 20 - Quizvraag

Wat is een kenmerk van de 16e-eeuwse humanisten?
A
Humanisten gaven opdracht voor nieuwe kunst
B
Humanisten waren rijke handelaren
C
Universele mens als ideaal

Slide 21 - Quizvraag

Wat is géén kenmerk van de schilderkunst uit de renaissance?
A
De kerk was één van de opdrachtgevers
B
Uitsluitend schilderen van religieuze voorstellingen
C
Er is aandacht voor de anatonomie
D
De perspectiefwerking is kloppend

Slide 22 - Quizvraag

Beantwoord deze 3 vragen als samenvatting van de paragraaf.
I. Wat houdt de renaissance in en waardoor ontstond deze juist in Italië?

II. Wat heeft het veranderende mens- en wereldbeeld in de renaissance te maken met de heroriëntatie op de klassieke Oudheid?
III. Wat waren de ideeën van enkele humanisten en renaissancekunstenaars en wat was hun bijdrage aan een nieuw mens- en wereldbeeld?

Maak daarna opdracht 8 uit je boek, blz 99

Slide 23 - Tekstslide

Hierna staan twintig woorden. Kies uit elke kolom telkens een woord.

Formuleer met de vier bij elkaar passende woorden een zin die te maken heeft met renaissance en humanisme.

Slide 24 - Tekstslide



ruïnes – bibliotheken – handel – Constantinopel. De renaissance kwam het eerst op in Italië door de handel met het Midden-Oosten, de aanwezigheid van ruïnes uit de Oudheid, de boeken uit de klassieke Oudheid in de bibliotheken en de komst van mensen met veel kennis van denkbeelden uit de klassieke Oudheid nadat Constantinopel in handen was gevallen van de Ottomanen.

Rafaël – Archimedes – School van Athene – Bramante. Bramante en Rafaël grepen duidelijk terug op de principes uit de klassieke Oudheid, waarbij Rafaël in zijn fresco School van Athene door het schilderen van Archimedes en andere geleerden uit de Oudheid duidelijk naar die tijd verwijst.



Mogelijke antwoorden

Slide 25 - Tekstslide

Bijbel – humanisme – Erasmus – Hebreeuws. Volgens de humanistische werkwijze, met gebruikmaking van Hebreeuwse en vooral Griekse teksten die hij opnieuw vertaalde, formuleerde Erasmus de tekst van een moderne Bijbel.

Galenus – mensbeeld – Humani Fabrica – Vesalius. In Humani Fabrica gaf Vesalius een verbetering van het mensbeeld dat voorheen door de opvattingen van Galenus was bepaald.

carpe diem – rijke burgers – luxe – Italië. In de renaissance leefden veel rijke burgers in Italië in luxe, volgens het principe van carpe diem.

Slide 26 - Tekstslide