In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Leerdoelenkaart
Leren voor de toets
Quiz
Slide 2 - Tekstslide
Wat is superioriteitsgevoel
A
Het idee dat je slechter bent dan een ander
B
Het gevoel van overwinning
C
Het gevoel van minderwaardigheid
D
Het idee dat je beter bent dan een ander
Slide 3 - Quizvraag
Wat is abolitionisme?
A
Een groep mensen die elkaar steunt
B
Een beweging voor het voortzetten van de slavernij
C
Een beweging voor het afschaffen van de slavernij
D
Een groep mensen tegen de koning
Slide 4 - Quizvraag
Hoe heeft het slavernijverleden invloed op het heden?
Slide 5 - Open vraag
Begrippen H1
Jaartallen H1
Vaardigheden (spotprent, oorzaak en gevolg)
Je kunt de leerdoelen van H1 in eigen woorden uitleggen.
Je kunt de jaartallen van H1 op chronologische volgorde zetten.
Je kunt oorzaken en gevolgen van elkaar onderscheiden en benoemen van de Franse en Bataafse revolutie.
Je kunt het belang van het verleden noemen voor het heden.
Slide 6 - Tekstslide
Wat: leren voor de toets. Beantwoord de leerdoelenkaart, maak een tijdlijn, maak de test jezelf, oefen de vaardigheidsopdrachten, noteer de moeilijke begrippen.
Hoe: individueel
Hulp: tekstboek, lessonup en docent
Tijd: 25 min.
Uitkomst: herhaling in quizizz
Klaar?: kies een andere manier van leren
Slide 7 - Tekstslide
quizizz.com
Slide 8 - Link
Noem twee dingen die je nog lastig vindt bij dit hoofdstuk.
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Herhaling vorige les
Leerdoelenkaart
Leren voor de toets
Quiz
Slide 11 - Tekstslide
Begrippen H1
Jaartallen H4
Vaardigheden (spotprent, oorzaak en gevolg)
Je kunt de leerdoelen van H1 in eigen woorden uitleggen.
Je kunt de jaartallen van H1 op chronologische volgorde zetten.
Je kunt oorzaken en gevolgen van elkaar onderscheiden en benoemen van de Franse en Bataafse revolutie.
Je kunt het belang van het verleden noemen voor het heden.
Slide 12 - Tekstslide
Wat: leren voor de toets. Beantwoord de leerdoelenkaart, maak een tijdlijn, maak de test jezelf, oefen de vaardigheidsopdrachten, noteer de moeilijke begrippen.