In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 5 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Maatschappijkunde
Pluriforme samenleving
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdvragen:
Wat is identiteit?
Begrippen:
Socialisatie
Socialiserende insituties
Internalisatie
Identiciatie
Persoonlijke identiteit
Groepsidentiteit
Uitsluiting
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Persoonlijke identiteit
Hoe jij wordt wie je bent, wordt grotendeels bepaald door:
Socialisatie & internalisatie
Identificatie
Karakter & ervaringen
Slide 4 - Tekstslide
#THROWBACK
Slide 5 - Tekstslide
#THROWBACK
Slide 6 - Tekstslide
#THROWBACK
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Video
#THROWBACK
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
Identificatie:
Kleine kinderen zien hun ouders vaak als groot voorbeeld. Als je ouder wordt ga je je ook bewust identificeren met andere bekende personen.
Identificatie = je wilt op iemand lijken en je neemt het gedrag van die persoon over.
Slide 11 - Tekstslide
Karakter & ervaringen
Kinderen lijken soms erg op (één) van hun ouders. Ze hebben allerlei aangeboren eigenschappen zoals creativiteit of concentratie problemen. Alle aangeboren eigenschappen horen bij je karakter.
Toch heeft een eeneiige tweeling die opgroeit in hetzelfde gezin nooit dezelfde identiteit. Alles wat je aan ervaringen meemaakt heeft invloed op je identiteit.
Slide 12 - Tekstslide
Iedereen is uniek
Je persoonlijke identiteit bestaat uit de dingen die je hebt geleerd, de dingen die je bewust of onbewust hebt overgenomen, je ervaringen en je aangeboren eigenschappen.
- Omschrijf je karakter in 5 woorden.
Slide 13 - Tekstslide
Saamhorigheid
Wij-gevoel: het gevoel dat je bij elkaar hoort.
Welke groepen met een sterk wij-gevoel ken je?
Slide 14 - Tekstslide
Wij en zij
Een wij-gevoel is meestal prettig. Maar door het woordje wij te gebruiken, kun je andere uitsluiten.
Bij uitsluiting hoor je er niet bij.
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Slide 17 - Video
Opdracht:
Beschrijf je eigen identiteit:
Geef tenminste 15 kenmerken.
Schrijf achter 3 kenmerken of het gaat om je karakter.
Schrijf achter 3 kenmerken of het gaat om een groepsidentiteit.