H1.2 pluriforme samenleving

kenmerken Nederlandse cultuur
1 / 13
volgende
Slide 1: Woordweb
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

kenmerken Nederlandse cultuur

Slide 1 - Woordweb

Na deze les kan ik 
  • uitleggen hoe mijn identiteit ontstaat door socialisatie, internalisatie, identificatie en karakter. 
  • Uitleggen wat een groepsidentiteit is en hoe deze ontstaat  

Slide 2 - Tekstslide

persoonlijke identiteit
Je persoonlijke identiteit bestaat uit dingen die je hebt geleerd, bewust of onbewust hebt overgenomen, je ervaringen en aangeboren eigenschappen. 
Dit leer je via 
  • socialisatie en internalisatie 
  • identificatie 
  • karakter en ervaringen 

Slide 3 - Tekstslide

1. socialisatie en internalisatie
Via socialisatie leer je cultuurkenmerken van je groep of samenleving.
Internalisatie is wanneer waarden, normen en gewoonten een automatisch deel zijn van je gedrag. Je hoeft er niet meer over na te denken dat je niet mag voordringen in de rij. 

Je gedraagt je dan zoals je omgeving van je verwacht. 

Slide 4 - Tekstslide

2. identificatie
Identificatie betekent dat je op iemand wilt lijken en je neemt het gedrag van die persoon over. 

Slide 5 - Tekstslide

Welk begrip hoort hierbij?
'Tristan leert fietsen van zijn moeder. Na een paar weken heeft hij het door en fietst hij elke dag zelf naar school. '
A
socialisatie
B
internalisatie
C
identificatie

Slide 6 - Quizvraag

3. karakter en eigenschappen
Je karakter bestaat uit alle aangeboren eigenschappen. Zoals of je goed bent in rekenen of sport. 
Maar ook je ervaringen bepalen jouw persoonlijke identiteit. 

Slide 7 - Tekstslide

groepsidentiteit
Groepsidentificatie is dat jij je verbonden voelt met een groep mensen, omdat jullie dezelfde kenmerken of gewoonten hebben. 
Mensen willen van nature ergens bij horen. Het wij-gevoel betekent dat je het gevoel hebt dat je bij elkaar hoort. 
Bij 'wij' hoort ook een groep die er niet bij hoort. Dan wordt iemand buitengesloten


Slide 8 - Tekstslide

Noem een moment of ervaring waarin jij een wij-gevoel hebt ervaren.

Slide 9 - Open vraag

meerdere groepen
Je kan bij meerdere groepen tegelijk horen. Bijvoorbeeld: katholiek, Brabander, Poolse achtergrond en NAC fan. 

Soms kan het wel lastig zijn om bij meerdere groepen te horen. 
Bijvoorbeeld: een strenggelovige profvoetballer die op zondag een wedstrijd moet spelen. 

Slide 10 - Tekstslide

Leg met een voorbeeld uit wat socialisatie is

Slide 11 - Open vraag

mijn identiteit
Ik ben moeder, docent, vriendin, doe aan yoga, hou van natuur, koken,  kamperen en festivals.

 

Slide 12 - Tekstslide

Omschrijf je eigen identiteit zoals in vorig voorbeeld

Slide 13 - Open vraag