Natuur > les 5 > Van klein naar groot

Kerndoel 41
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieBasisschoolGroep 4,5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Kerndoel 41
De leerlingen leren over de bouw van planten, dieren en mensen en over de vorm en functie van hun onderdelen.

Slide 1 - Tekstslide

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 2 - Tekstslide

Je leert vandaag:
  • hoe de babytijd van mensen, dieren en bomen eruit ziet;
  • hoe de kindertijd van mensen, dieren en bomen eruit ziet;
  • hoe oud mensen, dieren en bomen kunnen worden. 

Slide 3 - Tekstslide

baby
peuter
kleuter
schoolkind
puber
volwassene
bejaarde

Slide 4 - Tekstslide

Hulp nodig?
In de eerste maanden van hun leven kunnen baby's bijna niets. 
Ze kunnen nog niet staan, zitten en niet praten.
Ze kunnen ook niet zelf voor hun drinken en eten zorgen.
Ze moeten daarom gezoogd worden door hun moeder. 
Peuter
Een kind noem je een peuter vanaf ongeveer 1 jaar tot ongeveer 4 jaar. 
Peuters leren veel nieuwe dingen, zoals lopen, praten, eten en in de handen klappen. 
Zogen
Babyzoogdieren drinken melk bij hun moeder. Dat heet zogen. 

Slide 5 - Tekstslide

Leert een baby (0 tot 1 jaar) dit of een
peuter (1 tot 4 jaar)?

kruipen
A
baby
B
peuter

Slide 6 - Quizvraag

Leert een baby (0 tot 1 jaar) dit of een
peuter (1 tot 4 jaar)?

rennen
A
baby
B
peuter

Slide 7 - Quizvraag

Leert een baby (0 tot 1 jaar) dit of een
peuter (1 tot 4 jaar)?

zingen
A
baby
B
peuter

Slide 8 - Quizvraag

Leert een baby (0 tot 1 jaar) dit of een
peuter (1 tot 4 jaar)?

zitten
A
baby
B
peuter

Slide 9 - Quizvraag

Leert een baby (0 tot 1 jaar) dit of een
peuter (1 tot 4 jaar)?

zelf eten
A
baby
B
peuter

Slide 10 - Quizvraag

Honger!
Reptielen, vogels, vissen en amfibiën baren geen levende jongen. Zij leggen eieren.

Veel kleine vogels zijn net zo hulpeloos als kleine zoogdieren. Ze zijn vaak blind en kaal. 
Hun vader en moeder zijn de hele dag bezig om eten voor hen te zoeken. 
Babymuizen zijn kaal, blind en doof. Hun moeder zoogt hen drie weken. 

Slide 11 - Tekstslide

Doe-het-zelver
Niet alle babyvogeltjes zijn zo hulpeloos. Kuikentjes van bijvoorbeeld een eend of kip gaan meteen de wereld ontdekken. 

Slide 12 - Tekstslide

Filmpje: (1.49 min)
Kip en ei

Een kip legt zoveel eieren, tot er genoeg zijn om te broeden. Ze houdt de eieren op ongeveer 40° Celsius. Als een ei lang genoeg bebroed is, komt het uit. Het kuikentje maakt de eischaal van binnenuit met de eitand stuk. Na het uitkomen moeten de donsveertjes eerst opdrogen. De hen houdt de kuikens onder haar vleugels warm.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Baby-eik
Eikels zijn vruchten van een eikenboom. In de herfst vallen rijpe eikels op de grond. Ze ontkiemen na een aantal maanden. Dat betekent dat ze open gaan waarna er een wortel en een stengel uitgroeit. 

Slide 15 - Tekstslide

De jongen van zoogdieren krijgen moedermelk.
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Alle pasgeboren vogeltjes gaan zelf op zoek naar eten.
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Als een eikel op de grond valt, ontkiemt hij meteen.
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Kleuter
Vanaf 4 jaar ben je een kleuter. 
Als kleuter mag je naar de basisschool. Daar leer je tellen. 

Slide 19 - Tekstslide

Kleuter-dieren
Veel jonge zoogdieren zijn net kleuters. Zij zijn heel nieuwsgierig en zijn gek op stoeien en spelen. Ze oefenen zo dingen die ze later misschien in het echt moeten doen, bijvoorbeeld een prooi vangen. 

Slide 20 - Tekstslide

Kleuter-eik
Het eikenboompje is na vijf jaar nog maar een meter hoog. Het groeit dus heel langzaam boven de grond. Onder de grond zijn de wortels al wel een paar meter lang. 

Slide 21 - Tekstslide

Kleuters vinden het leuk om samen te spelen. Het is ook belangrijk voor hen. Waarom?
Door samen te spelen leren zij...

Slide 22 - Woordweb

Puberteit
Tussen je tiende en je achttiende verandert je lichaam. In deze periode groeien meisjes en jongens uit tot vrouwen en mannen die kinderen kunnen krijgen. Deze periode heet de puberteit
In de puberteit verandert er in je hoofd van alles. Je wilt bijvoorbeeld zelf beslissen wat je eet, wat je doet en hoe laat je naar bed gaat. Dat vinden je vader en moeder niet altijd leuk. 

Slide 23 - Tekstslide

Puber-dieren
Jonge dieren kunnen ook echt pubers zijn. Een puber-paard gaat bijvoorbeeld helemaal zijn eigen gang. Hij wil niet meer verder lopen en luistert helemaal niet meer. Of hij rent er juist gauw vandoor. Of hij wil alleen maar eten of juist helemaal niet! 

Slide 24 - Tekstslide

Puber-eik
Bomen hebben ook een soort puberteit. In deze periode krijgen ze voor het eerst vruchten. Bij eikenbomen moet je daar wel heel lang op wachten. Soms wel 50 jaar! 

Slide 25 - Tekstslide

Wat hoort bij een eikenboom? 
Eikenboom

Slide 26 - Sleepvraag

Volwassen
Als mens ben je vanaf je 18e jaar volwassen. 

Slide 27 - Tekstslide

Volwassen na 18 jaar. Kan 100 jaar oud worden. 
Volwassen na 5 jaar. Kan 30 jaar oud worden. 
Volwassen na 2 jaar. Kan 12 jaar oud worden. 
Volwassen na 1 jaar. Kan 15 jaar oud worden. 
Volwassen na 5 maanden. Kan 10 jaar oud worden. 
Volwassen na 2 maanden. Kan 2 jaar worden. 

Slide 28 - Tekstslide

Een eik kan wel 35 meter hoog worden. Dat is net zo hoog als een gebouw van wel 10 verdiepingen! 

Slide 29 - Tekstslide

Bejaard
Mensen kunnen 80, 90 of soms zelfs 100 jaar oud worden. Dat is nog niets vergeleken bij bomen, die kunnen honderden jaren of zelfs duizenden jaren oud worden. 

Slide 30 - Tekstslide

Hoe oud is de boom?
Een boom groeit niet alleen in de hoogte, maar ook in de breedte. Elk jaar groeit er een extra laagje om de oude stam. De stam wordt daardoor steeds dikker. Je kunt dit goed zien als je een boom doormidden zaagt. Je ziet dan lichte en donkere ringen. Dit zijn groeiringen. Als je het aantal ringen telt, weet je hoe oud de boom is geworden. 1 lichte groeiring en 1 donkere groeiring zijn samen 1 jaar. 

Slide 31 - Tekstslide

Evaluatie

Slide 32 - Tekstslide

Welke leeftijd hoort erbij?

baby
A
na 18 jaar
B
vanaf 65 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
4 jaar

Slide 33 - Quizvraag

Welke leeftijd hoort erbij?

bejaarde
A
na 18 jaar
B
vanaf 65 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
4 jaar

Slide 34 - Quizvraag

Welke leeftijd hoort erbij?

schoolkind
A
na 18 jaar
B
van 6 tot 10 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
van 1 tot 4 jaar

Slide 35 - Quizvraag

Welke leeftijd hoort erbij?

kleuter
A
van 4 tot 6 jaar
B
van 6 tot 10 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
van 1 tot 4 jaar

Slide 36 - Quizvraag

Welke leeftijd hoort erbij?

volwassene
A
van 4 tot 6 jaar
B
van 6 tot 10 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
vanaf 18 jaar

Slide 37 - Quizvraag

Welke leeftijd hoort erbij?

peuter
A
van 4 tot 6 jaar
B
van 1 tot 4 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
vanaf 18 jaar

Slide 38 - Quizvraag

Welke leeftijd hoort erbij?

puber
A
van 10 tot 18 jaar
B
van 1 tot 4 jaar
C
0 tot 1 jaar
D
vanaf 18 jaar

Slide 39 - Quizvraag

Bedankt voor je inzet in de les.
Als de bel gaat: 
  • Schuif je stoel aan
  • Ruim je spullen op en neem ze mee
  • Verlaat het lokaal rustig

Slide 40 - Tekstslide